Macro Economische Verkenning (MEV) 2015
CPB: herstel economie blijft broos, koopkracht stijgt
De kleine groeiversnelling van de Nederlandse economie in 2015 is vooral het gevolg van de grotere consumptie van huishoudens en het aantrekken van de investeringen door bedrijven.. Maar net als in de afgelopen jaren draagt de uitvoer ook in 2015 het meeste bij aan de bbp-groei. De werkgelegenheid groeit volgend jaar licht en de werkloosheid daalt enigszins naar 6¾%. De inflatie blijft laag: 1% dit jaar en 1¼% volgend jaar. Het overheidstekort komt op 2,6% in 2014, om volgend jaar af te nemen tot 2,2% bbp. Deze daling komt vooral door tekortreducerende maatregelen in de zorg en het openbaar bestuur. De overheidsschuld loopt echter verder op tot 70,2% bbp in 2015.
Na vier jaar daling wordt nu een toename van de mediane koopkracht (1½%) verwacht. Volgend jaar verbetert de koopkracht van het mediane huishouden met ½%. Ten behoeve van een betere duiding van de traditionele ‘puntenwolken’ van de koopkracht introduceert het CPB drie lijnen in de zes plaatjes die altijd worden gepresenteerd. Een middelste lijn, die de mediane koopkracht per inkomensniveau weergeeft. Daarnaast een bovenste en onderste lijn. Deze geven de boven- en ondergrens aan waarbinnen de koopkracht zich bevindt van 90% van de huishoudens op een bepaald inkomensniveau.
De belangrijkste negatieve onzekerheden komen uit het buitenland. De geopolitieke spanningen op diverse plekken in de wereld vormen een risico voor de wereldeconomie. Bij een verdere escalatie van het conflict rond Oekraïne zou de Nederlandse bbp-groei ¼% tot ½% lager kunnen uitkomen. In deze raming is ervan uitgegaan dat er geen escalatie plaatsvindt en dat de relevante wereldhandel dit jaar met 2½% en volgend jaar met 4½% toeneemt.
In de Macro Economische Verkenning 2015 is er ook aandacht voor het oplossen van de doorsneeproblematiek voor een toekomstbestendig pensioenstelsel. Het stelsel wordt daarmee doelmatiger en beter ingericht op de veranderende arbeidsmarkt. Daarbij worden de transitiekosten van deze overgang in perspectief geplaatst en blijkt dat deze zeker niet groter zijn dan de transitiekosten van het afschaffen van de VUT.
Ga direct naar de cijfers.
Lees ook het bijbehorende persbericht of ga direct naar de cijfers.
Gerelateerde raming en publicatie:
In de cijfers is de CBS-revisie van de Nationale rekeningen over 2010 verwerkt. De cijfers voor 2010-2013 zijn volledig gebaseerd op CBS-informatie na revisie zoals deze in juni 2014 op StatLine zijn gepubliceerd. De cijfers voor 2001-2009 zijn gebaseerd op CBS-informatie na revisie voor zover beschikbaar, aangevuld met CPB-interpolaties en door het CPB gemaakte inschattingen met behulp van ontwikkelingen van vóór de revisie. Alle cijfers voor 2001 dateren van vóór de revisie 2010.
Downloads
Raming van het bijstandsvolume in de MEV 2015
Beleidsmaatregelen hebben een beperkt opwaarts effect. Naar verwachting stijgt het aantal bijstandsuitkeringen in 2015 verder naar 377.000. De werkloosheid zal naar verwachting beperkt dalen in 2015, maar beleidseffecten veroorzaken een verdere toename van het bijstandsvolume.
Lees ook de Macro Economische Verkenning (MEV) 2015.
De Wet Werk en Bijstand (WWB) bepaalt dat gemeenten een eigen budget krijgen voor de uitvoering van de bijstand. Het ministerie van SZW informeert gemeenten drie keer per jaar over de hoogte van het macrobudget: in september van het voorgaande jaar over het voorlopige budget, in juni/juli van het lopende jaar over het nader voorlopige budget en in september van het lopende jaar over het definitieve budget. De hoogte van het budget wordt bepaald op basis van een raming voor het aantal bijstandsgerechtigden en de gemiddelde hoogte van een uitkering.
Het CPB publiceert ramingen van het aantal bijstandsgerechtigden in het lopende en komende jaar in het Centraal Economisch Plan (CEP) in maart en in de Macro Economische Verkenning (MEV) in september. Het uitgangspunt in de raming is de ramingsregel die het verband weergeeft tussen mutaties in de werkloze beroepsbevolking (WBB) en de mutatie in de bijstand.
Downloads
Auteurs
Kortetermijnraming september 2014
- Conclusies
- Kerngegevenstabel 2012-2015
- Grafiek: Economische groei in Nederland, 2008-2015
- Gerelateerde publicaties
- Bijlage: Kerngegevens voor Nederland, 1970-2015
- Bijlage: Kerngegevens arbeidsmarkt voor Nederland (E5), 1969-2015
Conclusies
Lees ook het bijbehorende persbericht.
Kerngegevenstabel 2012-2015, MEV 2015
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|
Relevante wereldhandel (%) |
0,7 |
1,7 |
2 1/2 |
4 1/2 |
Concurrentenprijs (%) |
4,1 |
-2,1 |
-1 |
1 |
Olieprijs (Brent, niveau in dollars per vat) |
111,7 |
108,7 |
108 |
107 |
Eurokoers (dollar per euro) |
1,28 |
1,33 |
1,36 |
1,35 |
Lange rente Nederland (niveau in %) |
1,9 |
2,0 |
1,7 |
1,8 |
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|
Bruto binnenlands product (bbp, economische groei, %) |
-1,7 |
-0,7 |
3/4 |
1 1/4 |
Consumptie huishoudens (%) |
-1,4 |
-1,6 |
0 |
1 |
Consumptie overheid (%) |
-1,6 |
-0,2 |
-3/4 |
0 |
Investeringen (inclusief voorraden, %) |
-5,8 |
-4,9 |
2 3/4 |
3 1/4 |
Uitvoer van goederen en diensten (%) |
3,2 |
2,0 |
3 1/4 |
3 3/4 |
Invoer van goederen en diensten (%) |
2,8 |
0,8 |
3 |
3 3/4 |
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|
Prijs bruto binnenlands product (%) |
1,3 |
1,0 |
1/2 |
1 1/4 |
Uitvoerprijs binnenslands geproduceerde goederen (exlusief energie, %) |
1,8 |
-0,2 |
-3/4 |
3/4 |
Prijs goedereninvoer (%) |
3,4 |
-1,5 |
-1 3/4 |
3/4 |
Inflatie (nationale consumentenprijsindex, CPI, %) |
2,5 |
2,5 |
1 |
1 1/4 |
Contractloon marktsector (%) |
1,6 |
1,2 |
1 1/4 |
1 1/2 |
Koopkracht, statisch, mediaan, alle huishoudens (%) |
-2,1 |
-1,4 |
1 1/2 |
1/2 |
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|
Beroepsbevolking (%) |
1,5 |
0,8 |
-1/2 |
1/4 |
Werkzame beroepsbevolking (%) |
0,6 |
-0,7 |
-3/4 |
1/2 |
Werkloze beroepsbevolking (in duizend personen) |
469 |
600 |
620 |
605 |
Werkloze beroepsbevolking (niveau in % beroepsbevolking) |
5,3 |
6,7 |
7 |
6 3/4 |
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|
Productie (%) |
-1,9 |
-0,9 |
1 1/2 |
1 1/2 |
Arbeidsproductiviteit (per arbeidsjaar, %) |
-1,3 |
0,6 |
2 |
1 1/4 |
Werkgelegenheid (in arbeidsjaren, %) |
-0,6 |
-1,5 |
-1/2 |
1/4 |
Loonvoet (%) |
2,3 |
2,6 |
3 |
1 1/4 |
Arbeidsinkomensquote (niveau in %) |
79,5 |
81,4 |
81 3/4 |
81 |
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|
Individuele spaarquote (niveau in % beschikbaar inkomen) |
0,0 |
0,6 |
2 1/4 |
2 1/4 |
Saldo lopende rekening (niveau in % bbp) |
8,8 |
8,5 |
8 1/2 |
8 3/4 |
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|
EMU-saldo (% bbp) | -4,0 |
-2,3 |
-2,6 |
-2,2 |
EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp) |
66,5 |
68,6 |
69,7 |
70,2 |
Collectieve lasten (% bbp) |
36,3 |
37,2 |
38,1 |
37,7 |
Aanvullende kerngegevens 2012-2015
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|
Bruto investeringen bedrijvensector (exclusief woningen %) |
-4,9 |
-2,5 |
2 1/2 |
5 1/2 |
Investeringen bedrijven in woningen (%) |
-8,1 |
-9,2 |
3 |
3 |
Uitvoer van binnenslands geproduceerde goederen (exclusief energie, %) |
1,7 |
0,5 |
5 1/2 |
4 1/4 |
Wederuitvoer goederen (exclusief energie, %) |
2,0 |
1,5 |
4 3/4 |
4 |
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|
Geharmoniseeerde consumenten prijsindex (HICP, %) |
2,8 |
2,6 |
1/2 |
1 |
Afgeleide inflatie (CPI, %) |
2,1 |
1,3 |
3/4 |
1 |
Loonvoet sector overheid (%) |
3,0 |
0,6 |
2 |
1 3/4 |
Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (%) |
1,9 |
-0,1 |
1 3/4 |
1 1/2 |
Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (IMOC, %) |
1,6 |
0,7 |
1 1/4 |
1 1/4 |
Prijs intermediair verbruik (%) |
1,7 |
0,9 |
1/2 |
2 |
Prijs bruto overheids- investeringen (IBOI, %) |
0,6 |
0,4 |
1 |
1 |
Prijs nationale bestedingen (%) |
1,5 |
0,9 |
1 |
1 |
Prijs toegevoegde waarde marktsector (%) |
1,6 |
0,0 |
1/4 |
1/2 |
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|
Bruto binnenlands product (bbp, in miljarden euro's) |
640,6 |
642,8 |
650 |
667 |
Bevolking (in duizenden personen) |
16755 |
16804 |
16855 |
16905 |
Beroepsbevolking (in duizenden personen) |
8878 |
8946 |
8890 |
8920 |
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie (in duizenden personen) |
507 |
656 |
665 |
655 |
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie (niveau in % beroepsbevolking) |
6,4 |
8,3 |
8 1/2 |
8 1/4 |
Bruto modaal inkomen (euro) |
33000 |
34500 |
35000 |
35500 |
In de cijfers is de CBS-revisie Nationale Rekeningen over 2010 verwerkt.
Zowel de loonvoet marktsector, de arbeidsinkomensquote, als de individuele spaarquote is in 2014 en 2015 opwaarts vertekend vanwege de maatregel waarin het gebruik van stamrecht-bv's wordt beperkt. Ontslagvergoedingen worden direct aan de betrokkenen uitbetaald, in plaats van dat deze in een bv worden ondergebracht. Ontslagvergoedingen worden sinds de revisie geboekt als sociale lasten van werkgevers. De maatregel betekent een eenmalige boekhoudkundige stijging van de sociale lasten in 2014, wat een opwaarts effect heeft op de loonvoetontwikkeling in de marktsector van ruim 0,5%-punt.
Economische groei in Nederland, 2008-2015