Macro-economie
Ramingen en modelontwikkeling
Het CPB wil graag meer zicht hebben op de volatiliteit van de investeringen en consumptie, op sectorale ontwikkelingen om de arbeidsmarkt en de vraagzijde van de economie beter te begrijpen, maar bijvoorbeeld ook op het saldo lopende rekening en de inflatie- en loonontwikkeling. Een meer diepgaand verhaal bij de ramingen vereist ook een inzet op verdere modelontwikkeling inclusief de rol van cyclisch afhankelijke begrotingsmultipliers en de interactie tussen lonen en prijzen.
Determinanten economische ontwikkeling
In 2022 wil het CPB een verkenning doen naar de rol van innovatie op het verdienvermogen van de economie op de lange termijn en onderzoeken welke aanknopingspunten de modellen van andere instituten bieden voor modellen op dit gebied. Vervolgens bepaalt het CPB welke conclusies hieraan verbonden kunnen worden met betrekking tot mogelijke modelontwikkeling. Het CPB wil meer onderzoek doen naar de effecten van immaterieel kapitaal op de productiviteit op bedrijfsniveau. Gegeven het toenemende belang van immateriële activa is het belangrijk om te (blijven) investeren in onderzoek op dit terrein. Het CPB wil het onderzoek voortzetten naar de effecten van de coronacrisis (en steunbeleid) op onder meer de productiviteit en de bedrijvendynamiek. Hierbij zal het CPB zich eerst focussen op de kortetermijnimpact van de crisis.
Heterogeniteit en macro economie
Heterogeniteit doet zich voor in veel dimensies, er zijn verschillen tussen bedrijven, sectoren en huishoudens. Dit betekent dat grote macro-economische trends en schokken zoals de financiële crisis en de coronacrisis huishoudens, bedrijven en sectoren verschillend treffen en zo de ongelijkheid vergroten. Andersom vormen deze individuele verschillen een risico voor de ontwikkeling, weerbaarheid en volatiliteit van de Nederlandse economie als geheel. Het CPB wil de macro-economische consequenties belichten.
De komende jaren gaat het CPB onderzoek doen naar de interactie tussen heterogeniteit en de macro-economie. Hoe werken verschillen tussen huishoudens, bedrijven en sectoren door op de macro-economie? Is er een afruil tussen herverdeling en economische groei, of gaan deze juist hand in hand? En welke rol spelen bijvoorbeeld inkomensondersteuning vanuit de overheid en sociale zekerheid bij het stabiliseren van de conjunctuur?