Koopkracht
Bij 'Ramingen' zijn de meest recente koopkrachtcijfers te vinden. Meer gedetailleerde informatie over de berekening van koopkrachtcijfers is te vinden in een CPB Achtergronddocument. Lees ook de veelgestelde vragen en antwoorden over de koopkracht en de ramingen.
Koopkracht in beeld
Koopkracht is een vast onderwerp in jaarlijks terugkerende publicaties van het Centraal Planbureau zoals de Macro Economische Verkenning (MEV) en het Centraal Economisch Plan (CEP).
Wat bedoelen we precies met koopkracht? Hoe komen de koopkrachtcijfers tot stand? Wat kun je ermee? En hoe lees je een medianentabel, een boxplot of een puntenwolk?
Scroll voor het antwoord op deze en andere vragen naar beneden. Dat kan met de muis, de pijltjestoetsen of de knoppen hieronder.
Wat is koopkracht?
Koopkracht geeft aan wat huishoudens met hun inkomen kunnen kopen.
Beleidsmakers zijn vooral geïnteresseerd in de verandering van de koopkracht.
Het CPB raamt daarom de koopkrachtverandering: hoeveel kunnen huishoudens volgend jaar meer of minder kopen dan dit jaar?
We beschrijven de verandering van de koopkracht meestal niet in euro's maar in procenten om inkomensgroepen met elkaar te kunnen vergelijken.
Waardoor verandert koopkracht?
De koopkracht verandert door invloeden van buiten en door veranderingen in het persoonlijke leven van mensen.
Externe invloeden zijn de ontwikkeling van de lonen, (nieuw) beleid van de overheid en de inflatie.
De verandering van de koopkracht door deze externe invloeden noemen we statische koopkrachtontwikkeling.
De koopkracht verandert ook door persoonlijke omstandigheden: mensen wisselen bijvoorbeeld van baan, gaan samenwonen, krijgen kinderen of gaan verhuizen.
Als we ook deze veranderingen meerekenen, spreken we van dynamische koopkrachtontwikkeling.
Het is niet goed mogelijk om de veranderingen in persoonlijke omstandigheden van ieder huishouden vooraf te ramen. Dat is ook niet nodig om inzicht te krijgen in de gevolgen van economische ontwikkelingen en beleid op het inkomen van huishoudens.
Daarom raamt het CPB alleen de statische koopkracht.
Waarom ramen we de koopkracht?
Het CPB is een onafhankelijk instituut. We maken geen beleid, maar we doen wetenschappelijk onderzoek dat politici en beleidsmakers kunnen gebruiken bij het nemen van besluiten.
Dat doen we op eigen initiatief of op verzoek van het kabinet, de Tweede Kamer, ministeries en werkgevers- en werknemersorganisaties.
Het ramen van de koopkracht is een vast onderdeel van ons werk. Koopkrachtramingen helpen de gevolgen van voorgenomen beleid op de inkomens van huishoudens in te schatten.
Hoe vaak ramen we de koopkracht?
Het CPB raamt en publiceert de koopkracht in ieder geval drie keer per jaar.
De belangrijkste publicaties met koopkrachtramingen zijn de Macro Economische Verkenning (MEV), die we publiceren op Prinsjesdag, en het Centraal Economisch Plan (CEP), dat verschijnt in het voorjaar. Daarnaast brengen we ook een raming uit in augustus.
Ook publicaties die minder vaak verschijnen bevatten koopkrachtramingen, zoals Keuzes in Kaart, waarin we verkiezingsprogramma’s doorrekenen.
Hoe ramen we de koopkracht?
Voor het berekenen van de verandering van de koopkracht gebruiken we een model. We voeden dit model met de volgende informatie:
- Een representatieve steekproef van ongeveer 100.000 huishoudens. Samen vormen zij een betrouwbare afspiegeling van alle huishoudens in Nederland. Het CBS levert de inkomensgegevens en kenmerken van deze huishoudens, wij bewerken ze om ze geschikt te maken voor het model.
- Ramingen van de lonen en de inflatie. Deze maakt het CPB zelf.
- Voorgenomen beleidswijzigingen van het kabinet. Denk hierbij niet alleen aan inkomensbeleid, maar ook aan aanpassingen rond de zorg, de woningmarkt of de arbeidsmarkt.
Als alle cijfers zijn ingevoerd, berekent het model voor elk huishouden de koopkracht. Dat gaat in een aantal stappen, die we samen het bruto-nettotraject noemen:
- Startpunt is het bruto inkomen. Dat bestaat uit (een combinatie van) inkomsten uit arbeid, onderneming, uitkering en pensioen en daarnaast inkomsten uit vermogen, aanmerkelijk belang en eventueel ontvangen alimentatie.
- Vervolgens berekent het model het netto inkomen: het bruto inkomen min de sociale premies en belastingen.
- Het netto inkomen verrekend met de zorgkosten, eventuele toeslagen, kinderbijslag en de kosten voor kinderopvang, leidt tot het besteedbaar inkomen.
De knoppen in de afbeelding tonen meer details over de berekeningen in het bruto-nettotraject.
Tot slot corrigeert het model het besteedbaar inkomen voor volgend jaar voor de inflatie en berekent het de procentuele verandering ten opzichte van het besteedbaar inkomen van dit jaar.
De uitkomst van het model is een bestand met voor alle ingevoerde huishoudens de statische koopkracht, uitgedrukt in een percentage.
Meer gedetailleerde informatie over de berekening van de koopkrachtcijfers is te vinden in het achtergronddocument (PDF).
Hoe presenteren we koopkrachtcijfers?
De uitkomsten van het model presenteren we in boxplots en een puntenwolk.
De boxplots gebruiken we om de verdeling van de koopkrachtontwikkeling binnen een bepaalde groep huishoudens te laten zien.
De puntenwolk is veel gedetailleerder en toont voor individuele huishouden uit de steekproef de koopkrachtraming.
Het vraagt enige kennis en ervaring om deze grafieken goed te kunnen lezen. Zo is het belangrijk te weten wat we bedoelen met een mediaan.
Wat is een mediaan?
De mediaan is de middelste waarde in een reeks getallen die gerangschikt zijn naar grootte. De ene helft van de getallen ligt eronder, de andere helft erboven.
De mediaan is iets anders dan het gemiddelde. Voor de getallenreeks hiernaast bijvoorbeeld is de mediaan 0,4 en het gemiddelde 0,5.
Het voordeel van de mediaan is dat uitschieters (hele lage of hoge waarden) weinig of geen invloed hebben op de raming.
Hoe lees je een boxplot?
Boxplots hebben als voordeel dat ze in een beperkte ruimte laten zien hoe de koopkrachtontwikkeling binnen een groep huishoudens is verdeeld.
De belangrijkste waarde is de mediaan: voor de helft van de groep stijgt de koopkracht meer dan deze waarde, voor de andere helft minder.
De balk omvat de helft van de huishoudens in de groep, waarbij voor een kwart de koopkrachtverandering lager is dan de mediaan en voor een kwart hoger.
De staarten markeren de de grenzen waarbinnen 90 procent van de huishoudens valt. Ramingen hieronder of hierboven zijn minder nauwkeurig.
Voor welke groepen maken we boxplots?
Voor de presentatie van onze koopkrachtraming maken we een tabel met meerdere boxplots.
De bovenste toont de koopkrachtverandering voor alle huishoudens. Daaronder staan boxplots voor groepen onderverdeeld naar de hoogte van het inkomen. Daarvoor verdelen we de huishoudens in oplopende volgorde van inkomen in vijf even grote groepen.
Andere groepen huishoudens waarvoor we boxplots laten zien, zijn verdeeld naar inkomensbron, huishoudtype en gezinssamenstelling.
Hoe lees je een puntenwolk?
De puntenwolk is de meest gedetailleerde weergave van onze koopkrachtraming. Elke stip in de grafiek staat voor een individueel huishouden uit de steekproef.
Voor elk huishouden is de koopkrachtverandering (verticale as) afgezet tegen het bruto jaarinkomen (horizontale as).
De puntenwolk laat zien hoe gevarieerd de ontwikkeling van de koopkracht is.
De drie lijnen tonen voor drie verschillende groepen huishoudens de mediaan per inkomen: werkenden, uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden
Wat kun je met onze koopkrachtcijfers?
Het CPB raamt de statische koopkrachtontwikkeling. We doen dat om beleidsmakers inzicht te geven in de effecten van economische ontwikkelingen en (voorgenomen) beleid op het besteedbaar inkomen van huishoudens.
We houden geen rekening met veranderingen in persoonlijke omstandigheden die vaak veel grotere invloed hebben op je dynamische koopkracht. Denk aan verandering van baan, promotie, een scheiding of het krijgen van een kind.
Onze ramingen geven een goede inschatting van de koopkrachtontwikkeling van verschillende groepen huishoudens maar zijn niet geschikt om je eigen koopkracht te voorspellen.
Wie publiceren er nog meer koopkrachtcijfers?
Ook andere partijen ramen de koopkracht, zoals het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en het Nibud. Ook zij houden geen rekening met persoonlijke veranderingen en berekenen de statische koopkracht.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekent wel de dynamische koopkracht, maar alleen achteraf. Het CPB kijkt dus vooruit en schat in hoe de koopkracht zich gaat ontwikkelen, het CBS blikt terug en beschrijft hoe de koopkracht in de praktijk is veranderd.