Raming september 2023 (MEV 2024)
Koopkrachtmaatregelen voorkomen oploop armoede, overheidstekort verandert niet
De verhoging van het kindgebonden budget, de huurtoeslag, de arbeidskorting en de bijstand voorkomen dat de armoede in 2024 oploopt. Het aantal personen onder de armoedegrens komt in 2024 uit op 830.000 (4,8% van de bevolking). In de concept-Macro Economische Verkenning (cMEV) in augustus raamde het CPB dit aantal op 990.000 personen (5,7% van de bevolking). De armoede onder kinderen daalt als gevolg van de nieuwe maatregelen van 6,2% in 2023 naar 5,1% in 2024. In de cMEV werd dit percentage op 7,0% geraamd. De daling van de kinderarmoede komt doordat de verhoging van het kindgebonden budget alleen ten goede komt aan huishoudens met kinderen.
Koopkracht
Door het koopkrachtpakket verbetert de koopkracht van de onderste twee inkomensgroepen (huishoudens tot een bruto-inkomen van 47.000 euro) ten opzichte van de cMEV. Tegelijkertijd worden lasten verzwaard om de budgettaire kosten van de maatregelen te dekken. Deze lastenverzwaring slaat vooral bij hogere inkomens neer, waardoor hun koopkracht minder stijgt dan eerder geraamd. Per saldo blijft de mediane koopkrachtstijging in 2024 daarom vrijwel gelijk ten opzichte van de cMEV (1,8%) en worden de verschillen tussen de inkomensgroepen minder groot.
Overheidsfinanciën en bbp-groei
Het overheidstekort blijft ongewijzigd ten opzichte van de voorgaande raming, omdat de extra uitgaven worden gedekt door lastenverzwaringen. Het overheidstekort komt in 2024 uit op 2,4% van het bruto binnenlands product, gelijk aan de cMEV. De verwachte economische groei voor 2024 bedraagt 1,5%, 0,1% hoger dan in de cMEV geraamd.
2023 | 2024 | Verschil 2024 tov cMEV | |
Bbp-groei (in %, per jaar) | 0,7 | 1,5 | 0,1 |
Werkloosheid (% beroepsbevolking) | 3,6 | 4,0 | 0,0 |
Koopkracht (mediaan, %, per jaar) (a) | -1,1 | 1,8 | -0,1 |
Armoede in personen (in %) (a) | 4,8 | 4,8 | -0,9 |
Overheidstekort (in % bbp) | 1,6 | 2,4 | 0,0 |
(a) koopkracht en armoede berekend met de alternatieve cpi, die vanaf 2021 rekening houdt met vertraagde doorwerking van de energieprijzen als gevolg van bestaande energiecontracten.
De Excel-bijlagen met lange reeksen zijn voor deze MEV niet beschikbaar, de meest recente versie kunt u vinden bij de onlangs in augustus 2023 gepubliceerde cMEV 2024.
Downloads
In totaal zijn zeventien fiscale maatregelen aan een uitvoerige toetsing onderworpen. Daarvan zijn er vijftien beoordeeld vanwege een geraamd budgettair effect van tenminste 50 mln euro, grote gedragseffecten of een sterk onzekere grondslag en twee op basis van een steekproef.
Auteurs
Voor de bekostiging van uitkeringen op grond van de Participatiewet ontvangen gemeenten een budget van het ministerie van Sociale Zaken Werkgelegenheid. De hoogte van het budget wordt bepaald op basis van een raming voor het aantal uitkeringsgerechtigden en de gemiddelde hoogte van een bijstandsuitkering. Het CPB publiceert ramingen van het aantal bijstandsuitkeringen in het lopende en komende jaar in het Centraal Economisch Plan (CEP) in maart en in de MEV in september.
Downloads
Auteurs
De Excel-bijlagen met lange reeksen zijn voor deze MEV niet beschikbaar, de meest recente versie kunt u vinden bij de onlangs in augustus 2023 gepubliceerde cMEV 2024.
Downloads
Kerngegevenstabel 2021-2024, september 2023
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Relevant wereldhandelsvolume goederen en diensten (%) | 8,5 | 8,4 | 0,2 | 2,9 |
Concurrentenprijs (goederen en diensten, exclusief grond- en brandstoffen (%) | 5,9 | 8,8 | 3,4 | 2,5 |
Olieprijs (dollars per vat) | 70,7 | 100,8 | 79,3 | 76,3 |
Eurokoers (dollar per euro) | 1,18 | 1,05 | 1,09 | 1,11 |
Lange rente Nederland (niveau in %) | -0,3 | 1,4 | 2,8 | 2,8 |
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Bruto binnenlands product (bbp, economische groei, %) | 6,2 | 4,3 | 0,7 | 1,5 |
Consumptie huishoudens (%) | 4,3 | 6,6 | 0,6 | 2,4 |
Consumptie overheid (%) | 5,0 | 1,6 | 2,4 | 3,1 |
Investeringen (inclusief voorraden, %) | 4,7 | 1,0 | 2,8 | 0,3 |
Uitvoer van goederen en diensten (%) | 8,0 | 4,5 | 0,8 | 1,5 |
Invoer van goederen en diensten (%) | 6,2 | 3,8 | 1,9 | 2,1 |
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Prijs bruto binnenlands product (%) | 2,9 | 5,5 | 6,6 | 3,3 |
Uitvoerprijs goederen en diensten (%) | 8,8 | 17,4 | 1,0 | 3,4 |
Invoerprijs goederen en diensten (%) | 10,0 | 20,7 | -0,3 | 3,5 |
Inflatie, nationale consumentenprijsindex (cpi, %) | 2,7 | 10,0 | 3,9 | 3,8 |
Alternatieve cpi (koopkracht- en armoedecijfers) (a) | 2,1 | 6,8 | 7,8 | 3,6 |
Inflatie (geharmoniseerde consumentenprijsindex, hicp, %) | 2,8 | 11,6 | 4,1 | 3,9 |
Loonvoet bedrijven (per uur, %) (b) | 0,0 | 3,7 | 6,8 | 5,8 |
Cao-loon bedrijven (%) | 2,2 | 3,1 | 5,8 | 5,6 |
Koopkracht, statisch, mediaan alle huishoudens (%) (c) | 0,9 | -2,7 | -1,1 | 1,8 |
Personen in armoede (niveau in %) (c,d) | 6,1 | 4,7 | 4,8 | 4,8 |
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Beroepsbevolking (%) | 0,9 | 2,4 | 1,9 | 0,9 |
Werkzame beroepsbevolking (%) | 1,5 | 3,2 | 1,8 | 0,5 |
Werkloze beroepsbevolking (niveau in duizenden personen) | 408 | 350 | 360 | 405 |
Werkloze beroepsbevolking (niveau in % beroepsbevolking) | 4,2 | 3,5 | 3,6 | 4,0 |
Werkgelegenheid (in uren, %) | 3,3 | 3,9 | 1,2 | 0,6 |
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Arbeidsinkomensquote bedrijven (niveau in %) | 72,9 | 71,5 | 70,6 | 71,5 |
Arbeidsproductiviteit bedrijven (per uur, %) | 4,0 | 1,0 | -0,9 | 0,8 |
Individuele spaarquote (niveau in % beschikbaar inkomen) | 11,2 | 7,6 | 7,9 | 8,4 |
Saldo lopende rekening (niveau in % bbp) | 12,1 | 9,2 | 9,1 | 8,5 |
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
EMU-saldo (% bbp) | -2,3 | -0,1 | -1,5 | -2,4 |
EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp) | 51,7 | 50,1 | 47,7 | 46,9 |
Collectieve lasten (% bbp) | 39,2 | 38,6 | 38,8 | 38,7 |
Bruto collectieve uitgaven (% bbp) | 46,5 | 43,7 | 44,1 | 44,9 |
Aanvullende kerngegevens 2021-2024
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Bruto investeringen bedrijvensector (exclusief woningen, %) | 2,9 | 4,0 | 8,5 | 0,5 |
Investeringen bedrijven in woningen (%) | 5,7 | 1,0 | -0,4 | -6,2 |
Uitvoer van binnenslands geproduceerde goederen en diensten (exclusief energie, %) | 3,4 | 5,3 | -0,3 | 1,5 |
Wederuitvoer (exclusief energie, %) | 15,5 | 4,6 | 0,7 | 1,9 |
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Uitvoerprijs goederen en diensten, exclusief energie (%) | 5,6 | 11,1 | 3,4 | 2,7 |
Afgeleide nationale consumentenprijsindex (cpi, %) | 2,5 | 11,8 | 3,2 | 3,4 |
Loonvoet sector overheid (%) (e) | -0,1 | 6,7 | 5,0 | 6,7 |
Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (%) (c) | 1,7 | 4,8 | 3,6 | 6,3 |
Prijs materiële overheidsconsumptie (imoc, %) | 3,8 | 7,7 | 4,8 | 3,5 |
Prijs intermediair verbruik (%) | 4,6 | 8,2 | 4,7 | 3,5 |
Prijs bruto overheidsinvesteringen (iboi, %) | 3,2 | 6,3 | 4,1 | 3,0 |
Prijs nationale bestedingen (%) | 3,1 | 6,7 | 6,0 | 3,4 |
Prijs toegevoegde waarde bedrijven (%) | 2,3 | 5,9 | 6,6 | 3,4 |
Cao-loon marktsector (%) | 2,0 | 3,1 | 5,9 | 5,4 |
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Bruto binnenlands product (bbp, in miljarden euro's) | 870,6 | 958,5 | 1028,4 | 1078,3 |
Kinderen in armoede (%) (f) | 7,2 | 6,7 | 6,2 | 5,1 |
Bevolking (in duizenden personen) | 17475 | 17591 | 17815 | 18000 |
Beroepsbevolking (in duizenden personen) | 9663 | 9898 | 10080 | 10175 |
Bruto modaal inkomen (euro) | 37000 | 39000 | 41500 | 44000 |
EMU-saldo structureel (EC-methode, % bbp) | -2,1 | -1,0 | -1,5 | -2,2 |
(a) Bij de alternatieve cpi wordt rekening gehouden met prijzen van zowel nieuwe als bestaande energiecontracten. Zie par. 1.4 van het CEP-2023-Verdiepingsdocument (link) voor meer toelichting op de alternatieve cpi-reeks en zie CBS (link).
(b) De loonkostensubsidie NOW, en de continuïteitsbijdrage in de zorg, hebben een neerwaarts effect van 1,6%-punt in 2021 en 2022.
(c) Bij de mediane koopkrachtcijfers en de personen in armoede is rekening gehouden met de alternatieve cpi.
(d) De ratio van het aantal personen in huishoudens onder de armoedegrens en het totaal aantal personen. Het niet-veel-maar-toereikend criterium van het Sociaal en Cultureel Planbureau is als armoedegrens gehanteerd.
(e) De sluiting van delen van de overheid, in combinatie met doorbetaling van salarissen, en de loonkostensubsidie NOW hebben een neerwaarts effect op de mutatie in 2021 en 2022 van 0,1%-punt.
(f) Bij de cijfers van kinderen in armoede is rekening gehouden met de alternatieve cpi. De ratio van het aantal kinderen in huishoudens onder de armoedegrens en het totaal aantal kinderen. Het niet-veel-maar-toereikend criterium van het Sociaal en Cultureel Planbureau is als armoedegrens gehanteerd.