Macro Economische Verkenning (MEV) 2021
Verlenging steunpakket dempt oploop werkloosheid, maar leidt ook tot groter begrotingstekort
Pieter Hasekamp, directeur CPB: “Het steunpakket heeft de klap verzacht en heeft domino-effecten in de economie voorkomen, maar een toename van faillissementen en werkloosheid is onvermijdelijk wanneer bedrijven zich moeten aanpassen aan de veranderde vraag. De effectiviteit van het steunbeleid neemt dus wel geleidelijk af. Daarom is het verstandig dat het steunpakket voorzichtig wordt afgebouwd en meer gericht wordt op aanpassing en omscholing.”
Basisraming | 2019 | 2020 | 2021 |
Ongekende daling bbp, gevolgd door onvolledig herstel | 1,7 | -5,0 | 3,5 |
Werkloosheid loopt in 2021 verder op | 3,4 | 4,3 | 5,9 |
Statische koopkracht volgend jaar lager | 1,0 | 2,2 | 0,8 |
Ook volgend jaar nog groot begrotingstekort overheid (%bbp) | 1,7 | -7,6 | -5,1 |
Schuldquote vlakt af op fors hoger niveau (%bbp) | 48,7 | 59,9 | 62,0 |
De ontwikkeling van de pandemie is zeer bepalend voor de vooruitzichten op herstel. Om die onzekerheid recht te doen, is ook een scenario opgenomen waarin opnieuw grootschalige contactbeperkingen van kracht worden. In zo’n scenario krimpt de economie ook in 2021 en loopt de werkloosheid op richting 10%.
In 2021 komt de koopkracht in de basisraming in doorsnee wat hoger (+0,4%) uit dan in de voorlopige raming als gevolg van aanvullende lastenverlichting. In deze statische koopkrachtcijfers is niet meegenomen dat ontslagen en weggevallen omzet van zelfstandigen voor een groot aantal mensen een sterk inkomensverlies veroorzaken en dat de overheid een deel van de loonkosten heeft overgenomen.
De overheidsfinanciën hebben door de steunmaatregelen en de lagere belastinginkomsten een flinke klap gehad, maar zijn niet in gevaar. In het ‘tweedegolfscenario’ loopt de schuldquote op tot 72% bbp ultimo 2021, duidelijk onder het Europees gemiddelde en nog altijd onder niveaus die als riskant worden gezien. Daarom ligt het niet voor de hand om nu maatregelen te treffen die het tekort beperken, ook omdat dat de crisis zou kunnen verdiepen.
Coronaklap raakt zwakke plek
In de beschouwing die bij deze MEV verschijnt, vraagt het CPB aandacht voor het effect van de coronacrisis op ongelijkheid. Op de arbeidsmarkt komt het grootste deel van de klap terecht bij kwetsbare groepen, waaronder jongeren, zelfstandigen en migranten. Corona kan ook de bestaande kansenongelijkheid in het onderwijs vergroten en daarmee de inkomensongelijkheid op lange termijn versterken. Op korte termijn kan de overheid de meest getroffen groepen ondersteunen. De echte uitdaging is echter om de onderliggende kwetsbaarheden zelf aan te pakken: het verkleinen van het onderscheid tussen vast en flexibel werk, het tegengaan van schijnzelfstandigheid en van discriminatie, het verkleinen van verschillen in gezondheid en arbeidsomstandigheden. Dat komt voor de coronapandemie te laat, maar kan er wel voor zorgen dat een volgende crisis een weerbaarder samenleving treft.
Corona dempt groei productiviteit en arbeidsaanbod
Naast de MEV is vandaag een actualisatie van de middellangetermijnverkenning gepubliceerd. In de basisverkenning herstelt de economie geleidelijk van de corona-recessie. Vanwege de grote onzekerheid is er ook een dieperdalscenario doorgerekend waarin de coronarecessie grotere langdurige economische gevolgen heeft. Dit scenario sluit aan op het scenario in de MEV waarin sprake is van hernieuwde contactbeperkingen.
De corona-uitbraak leidt tot een lager bbp-niveau in 2025 dan in de verkenning van maart. Het bbp-volume in 2025 is in de basisverkenning 4% neerwaarts herzien ten opzichte van die in maart; in het dieperdalscenario is dat zelfs 9%. De werkloosheid daalt geleidelijk tot 4,5% in 2025 in de basisverkenning maar is nog altijd meer dan 6% in het dieperdalscenario. De koopkracht neemt niet toe in 2022-2025. Het overheidstekort loopt terug tot 1,7% bbp in 2025 in de basisverkenning, maar is nog altijd meer dan 3% bbp in het dieperdalscenario. De corona-uitbraak verslechtert het houdbaarheidssaldo; volgens de huidige inschatting voor de basisverkenning is het houdbaarheidstekort 3,0% bbp.
Downloads
Fan Charts september 2020
De figuren tonen zogenaamde fan charts rondom de MEV-2021-puntvoorspelling voor bbp-groei, hicp-inflatie, werkloosheid en het feitelijk EMU-saldo.
De dikgedrukte lijn betreft de realisaties (2015-2019) en de MEV-2021-puntvoorspellingen voor 2020 en 2021. Rondom het centrale pad wordt een waaier van betrouwbaarheidsintervallen getoond:
- 30% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 35e t/m 65e percentiel, donkerblauw gebied
- 60% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 20e t/m 80e percentiel, donkerblauw + blauw gebied
- 90% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 5e t/m 95e percentiel, donkerblauw + blauw + lichtblauw gebied
De kans is dus 30% dat de uitkomst in het donkerblauwe gebied uitkomt en de kans is 10% dat de uitkomst buiten de waaier valt. Met andere woorden, de waaier is een grafische weergave van de waarschijnlijkheid van de verschillende uitkomsten. De dikgedrukte lijn geeft de meest waarschijnlijke uitkomst weer en uitkomsten zijn waarschijnlijker naarmate ze dichter bij de dikgedrukte lijn liggen.
Lees ook het bijbehorende CPB Achtergronddocument.
Downloads
Contactpersonen
Bij iedere budgettaire raming geeft het CPB een afzonderlijke inschatting van de onzekerheid. Tabellen 2.1 en 2.2 geven een overzicht van alle gecertificeerde maatregelen. In paragraaf 2 wordt de certificering van enkele specifieke ramingen toegelicht. Datzelfde geldt voor de certificering van de onzekerheidsanalyse.
Downloads
Auteurs
De kredietcrisis, de Europese schuldencrisis en de recente uitbraak van het coronavirus laten zien dat de economie en overheidsfinanciën gevoelig zijn voor extreme schokken. Ook in de toekomst zullen nieuwe schokken zich voordoen. De schokproef is bedoeld om inzicht te krijgen in de schokbestendigheid van de overheidsfinanciën aan de hand van drie financieel-economische schokscenario’s: een financiële crisis, een Europese schuldencrisis en een mondiale economische crisis. Deze schokken zijn gesimuleerd in het nieuwe economische model CRASH - Chaos and Recession After a Shock. De uitkomsten van de schokproef laten zien dat de overheidsfinanciën in korte tijd hard geraakt kunnen worden. De schuldquote loopt in twee scenario’s op tot boven de 100% bbp in 2025. Financiële buffers in de overheidsfinanciën zijn nodig om de economische effecten na een schok (grotendeels) te mitigeren.
Downloads
Auteurs
Voor de bekostiging van uitkeringen op grond van de Participatiewet ontvangen gemeenten een budget. De hoogte van het budget wordt bepaald op basis van een raming voor het aantal uitkeringsgerechtigden en de gemiddelde hoogte van een uitkering. Het CPB publiceert ramingen van het aantal bijstandsuitkeringen in het lopende en komende jaar in het Centraal Economisch Plan (CEP) in maart en in de Macro Economische Verkenning (MEV) in september. Het uitgangspunt in de raming is de ramingsregel die het verband weergeeft tussen mutaties in de werkloze beroepsbevolking (WBB) en de mutatie in de bijstand.
Downloads
Auteurs
Tot Prinsjesdag 2020 hanteerden beiden organisaties een verschillende definitie voor de beleidsmatige lastenontwikkeling. Dit kon onder andere leiden tot situaties waarin het CPB van een beleidsmatige lastenstijging sprak, terwijl het kabinet een lastenverlichting zag of vice versa. Dit achtergronddocument is in samenwerking met het ministerie geschreven. Het beschrijft onder meer hoe de nieuwe definitie werkt.
Downloads
Externe auteur: Martijn Badir (Ministerie van Financiën)
Auteurs
Eerdere financieel-economische crisissen hebben laten zien dat de impact ervan samenhangt met structurele karakteristieken van de economie. Zo is de verwevenheid van de Nederlandse economie met andere economieën op kapitaal- en goederen- en dienstenmarkten bepalend voor de mate waarin een financieel-economische crisis de Nederlandse economie schade berokkent. Maar ook balansvariabelen spelen een rol. Om die reden modelleert CRASH niet alleen het economische gedrag van huishoudens en bedrijven, maar ook dat van de financiële sector en de pensioenfondsen en analyseert het de betekenis van de hefboom bij banken, de loan-to-value ratio’s bij huishoudens en de dekkingsgraden van pensioenfondsen bij de doorwerking op de economie en de overheidsfinanciën van extreem grote financieel-economische schokken.
Downloads
Auteurs
Het CPB en PBL geven daarnaast aan dat een algemene investeringssubsidie niet per definitie zinvol is. Ook bijvoorbeeld een btw-verlaging zet geen zoden aan de dijk als er een vraagtekort is in de bouw. Specifieke subsidies, bijvoorbeeld gericht op bepaalde regio’s, kunnen wel nuttig zijn. Ook constateren de kennisinstituten dat het crisisbeleid en structuurbeleid (dat over meerdere jaren gaat) niet altijd makkelijk te verenigen zijn.
Downloads
Externe auteurs: Edwin Buitelaar (PBL), Frans Schilder (PBL)
Auteurs
Downloads
Kerngegevenstabel 2018-2021, september 2020
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
Relevant wereldhandelsvolume goederen en diensten (%) | 3,3 | 3,3 | -9,3 | 6,8 |
Concurrentenprijs (goederen en diensten, exclusief grond- en brandstoffen (%) | -0,8 | 3,0 | 0,2 | 0,0 |
Olieprijs (dollars per vat) | 70,9 | 64,3 | 41,7 | 45,1 |
Eurokoers (dollar per euro) | 1,18 | 1,12 | 1,12 | 1,14 |
Lange rente Nederland (niveau in %) | 0,6 | -0,1 | -0,3 | -0,3 |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
Bruto binnenlands product (bbp, economische groei, %) | 2,4 | 1,7 | -5,0 | 3,5 |
Consumptie huishoudens (%) | 2,2 | 1,5 | -5,8 | 4,4 |
Consumptie overheid (%) | 1,7 | 1,6 | 3,9 | 1,9 |
Investeringen (inclusief voorraden, %) | 3,9 | 3,6 | -8,2 | 6,9 |
Uitvoer van goederen en diensten (%) | 4,3 | 2,7 | -5,2 | 4,7 |
Invoer van goederen en diensten (%) | 4,7 | 3,2 | -3,6 | 5,8 |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
Prijs bruto binnenlands product (%) | 2,4 | 3,0 | 1,7 | 1,5 |
Uitvoerprijs goederen en diensten (exlusief energie, %) | 0,9 | 1,0 | 0,6 | 1,1 |
Prijs goedereninvoer (%) | 2,2 | -1,1 | -3,9 | 0,9 |
Inflatie (geharmoniseerde consumentenprijsindex, hicp, %) | 1,6 | 2,7 | 1,4 | 1,4 |
Loonvoet bedrijven (per uur, %) (a) | 1,9 | 2,4 | 4,0 | 0,3 |
Cao-loon bedrijven (%) | 2,0 | 2,4 | 2,5 | 1,4 |
Koopkracht, statisch, mediaan alle huishoudens (%) | 0,0 | 1,0 | 2,2 | 0,8 |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
Beroepsbevolking (%) | 1,2 | 1,6 | -0,1 | 0,6 |
Werkzame beroepsbevolking (%) | 2,3 | 2,0 | -1,0 | -1,0 |
Werkloze beroepsbevolking (niveau in duizenden personen) | 350 | 314 | 395 | 545 |
Werkloze beroepsbevolking (niveau in % beroepsbevolking) | 3,8 | 3,4 | 4,3 | 5,9 |
Werkgelegenheid (in uren, %) | 2,6 | 2,2 | -3,6 | 1,2 |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
Arbeidsinkomensquote bedrijven (niveau in %) | 73,4 | 74,0 | 73,0 | 74,0 |
Arbeidsproductiviteit bedrijven (per uur, %) | -0,1 | -0,5 | -1,4 | 2,8 |
Individuele spaarquote (niveau in % beschikbaar inkomen) | 3,2 | 3,1 | 9,2 | 7,1 |
Saldo lopende rekening (niveau in % bbp) | 10,8 | 9,9 | 8,3 | 7,6 |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
EMU-saldo (% bbp) | 1,4 | 1,7 | -7,6 | -5,1 |
EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp) | 52,4 | 48,7 | 59,9 | 62,0 |
Collectieve lasten (% bbp) | 38,8 | 39,3 | 38,0 | 38,7 |
Bruto collectieve uitgaven (% bbp) | 42,8 | 42,4 | 50,3 | 48,3 |
Aanvullende kerngegevens 2018-2021
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
Bruto investeringen bedrijvensector (exclusief woningen, %) | 2,0 | 6,9 | -8,9 | 6,8 |
Investeringen bedrijven in woningen (%) | 9,3 | 1,6 | -5,0 | -3,1 |
Uitvoer van binnenslands geproduceerde goederen (exclusief energie, %) | 2,2 | -3,2 | -3,6 | 4,3 |
Wederuitvoer goederen (exclusief energie, %) | 5,2 | 6,9 | -3,6 | 5,8 |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
Nationale consumenten prijsindex (cpi, %) | 1,7 | 2,6 | 1,5 | 1,5 |
Afgeleide nationale consumentenprijsindex (cpi, %) | 1,4 | 1,6 | 1,6 | 1,4 |
Loonvoet sector overheid (%) (b) | 2,6 | 2,3 | 3,6 | 1,8 |
Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (%) (b) | 4,0 | 3,2 | 4,6 | 0,6 |
Prijs materiële overheidsconsumptie (imoc, %) | 2,3 | 2,5 | 1,5 | 1,5 |
Prijs intermediair verbruik (%) | 2,4 | 2,3 | 3,0 | 2,2 |
Prijs bruto overheidsinvesteringen (iboi, %) | 2,2 | 2,4 | 1,5 | 1,5 |
Prijs nationale bestedingen (%) | 2,6 | 2,8 | 1,5 | 1,4 |
Prijs toegevoegde waarde bedrijven (%) | 2,1 | 2,6 | 2,3 | 0,2 |
Cao-loon marktsector (%) | 2,0 | 2,3 | 2,4 | 1,2 |
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
Bruto binnenlands product (bbp, in miljarden euro's) | 774,0 | 810,2 | 782,5 | 821,6 |
Bevolking (in duizenden personen) | 17181 | 17282 | 17410 | 17450 |
Beroepsbevolking (in duizenden personen) | 9125 | 9267 | 9260 | 9320 |
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie (in duizenden personen) | 386 | 349 | 385 | 525 |
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie (in % beroepsbevolking) | 4,8 | 4,3 | 4,7 | 6,4 |
Bruto modaal inkomen (euro) | 34500 | 35000 | 36000 | 36500 |
EMU-saldo structureel (EC-methode, % bbp) | 0,4 | 0,5 | -4,7 | -3,6 |
(a) De loonkostensubsidie NOW, en de continuïteitsbijdrage in de zorg, hebben een opwaarts effect op de loonvoetmutatie bedrijven in 2020 van 2,0%-punt en een neerwaarts effect van 1,5%-punt in 2021.
(b) De sluiting van delen van de overheid, in combinatie met doorbetaling van salarissen, en de loonkostensubsidie NOW hebben een opwaarts effect op de mutatie in 2020 van 0,9%-punt. In 2021 is er een neerwaarts effect van 0,8%-punt.