Actualisatie Middellangetermijnverkenning 2018-2021
Economische groei trekt stevig aan
Ga direct naar de cijfers.
De nieuwe cijfers voor 2017 en 2018, vandaag gepubliceerd in de concept Macro Economische Verkenning 2018 (cMEV), zijn duidelijk beter dan het beeld uit de raming van juni. Dit komt vooral op het conto van de zeer gunstige ontwikkeling van de Nederlandse export.
Belangrijkste cijfers voor 2017 en 2018
- Ontwikkeling economie: 3,3% groei in 2017 en 2,5% groei in 2018
- Dalende werkloosheid: 4,9% in 2017, daalt verder naar 4,3% in 2018
- Inflatie: zowel in 2017 als in 2018 1,3%
- Begrotingsoverschot neemt toe: in 2017 bedraagt EMU-saldo 0,6% bbp; in 2018 0,9% bbp
- Overheidsschuld blijft dalen: 57% bbp in 2017 en 54% in 2018
Door het verder aantrekken van de economie zal ook de werkloosheid sneller gaan dalen; tot 4,3% in 2018. Met een oplopend begrotingsoverschot en een sterk dalende overheidsschuld staan de overheidsfinanciën er bovendien gezond voor. Ondanks de recent aangekondigde extra uitgaven aan verpleeghuiszorg raamt het CPB zowel voor 2017 (+0,1%-punt bbp) als voor 2018 (+0,2%-punt bbp) een lichte verbetering van het EMU-saldo. Verder zijn de verwachtingen ten aanzien van de inflatie (hicp) iets naar beneden bijgesteld. Dit hangt nauw samen met de lagere olieprijs en de sterkere euro. De mediane koopkracht neemt in 2017 en 2018 toe met respectievelijk 0,3 % en 0,5%. Voor 2018 is dit 0,3%-punt gunstiger dan bij de juniraming, wat mede het gevolg is van de neerwaartse aanpassing van de inflatie.
Raming voor de middellange termijn: 2018 tot en met 2021
Tegelijk met de cMEV is ook de middellangetermijnverkenning 2018-2021 (mlt) uit maart van dit jaar geactualiseerd (lees de bijbehorende CPB Notitie):
- Ontwikkeling economische groei 2018 tot en met 2021: gemiddeld 1,8% per jaar
- Werkloosheid komt uit op 4,6% in 2021
- Inflatie ligt in periode 2018 tot en met 2021 op gemiddeld 1,5% per jaar
- Rijksbegroting 2021: 1,6% bbp begrotingsoverschot bij een overheidsschuld van 45% bbp
Het houdbaarheidssaldo, waarmee wordt aangegeven of de overheidsbegroting – bij voortzetting van het huidige niveau van regelingen en voorzieningen – ook op de lange termijn houdbaar is, komt uit op een positief saldo van 0,2%. Ten opzichte van de raming uit maart is sprake van een verslechtering van 0,3%-punt. Het negatieve effect van de recent aangekondigde extra uitgaven aan verpleeghuiszorg is daarbij verzacht; de verder aantrekkende economische groei leidt bij gelijkblijvende uitgaven in de mlt-periode namelijk tot houdbaarheidswinst.
Vragen en antwoorden
Het (demissionaire) kabinet werkt nog aan de begroting voor volgend jaar, waarom komt het CPB dan begin augustus al met een raming?
Traditiegetrouw worden de kortetermijnramingen van het CPB – en dan vooral de koopkrachtcijfers – door het kabinet gebruikt als basis voor de afronding van de besluitvorming over de begroting en het belastingplan, die op Prinsjesdag (dit jaar op 19 september 2017) worden gepresenteerd. Het CPB verwerkt de besluiten van het kabinet in de Macro Economische Verkenning (MEV), die eveneens op Prinsjesdag verschijnt.
Waarom publiceert het CPB nu ook een update van de middellangetermijnverkenning (mlt)?
Normaal publiceert het CPB medio augustus – in aanloop naar Prinsjesdag – alleen de concept Macro Economische Verkenning (cMEV). De actualisatie van de middellangetermijnverkenning is gemaakt op verzoek van de informateur.
Hoe zeker zijn deze cijfers en wat zijn op dit moment de grootste risico’s voor de Nederlandse economie?
Er zijn altijd factoren die de economische vooruitzichten – positief of negatief – kunnen beïnvloeden. De raming voor de economische ontwikkeling, zowel op de korte als op de middellange termijn, is met onzekerheden omgeven. Aan de ene kant vormen internationale politieke onzekerheden en ontwikkelingen in de financiële sectoren negatieve risico’s voor de Nederlandse economie. Aan de andere kant kan de economie zich nog rooskleuriger ontwikkelen als de groei doorzet, niet alleen in Nederland maar ook internationaal.
De komende jaren hoeven we ons dus geen zorgen te maken over een recessie?
Zowel een periode van aanhoudende hoogconjunctuur als een nieuwe recessie behoren in de komende jaren tot de mogelijkheden. Deze beide mogelijkheden worden echter niet voorspeld, maar behoren tot de opwaartse respectievelijk neerwaartse risico’s in de raming voor 2018-2021. De economische groei op middellange termijn is gelijk aan de potentiële groei. Er is niet langer sprake van inhaalgroei, omdat de economie in 2018 in evenwicht is en bij veronderstelling ook in 2021.
De economische groei in de periode 2018-2021 bedraagt gemiddeld 1,8% per jaar. Een nagenoeg gelijk opgaande groei van werkgelegenheid en arbeidsaanbod zorgt voor een lichte afname van de werkloosheid van 4,9% in 2017 naar 4,6% van de beroepsbevolking in 2021. De rente en inflatie lopen licht op, maar blijven laag. De overheidsbegroting laat een overschot zien van 1,6% bbp in 2021, een schuld die afneemt naar 45% bbp en een houdbaarheidsoverschot van 0,2% bbp.