2 mei 2001

Belasting op kapitaalinkomen in Europa; trends en trade-offs

Europese belastingoorlog blijft uit

Persbericht
In een integrerend Europa wordt het voor de lidstaten steeds aantrekkelijker de belastingdruk op ondernemingen te verlagen. Op deze manier zou nieuwe bedrijvigheid aangetrokken kunnen worden.

Toch blijft een Europese belastingoorlog uit: de belastingdruk is de afgelopen tien jaar vrijwel gelijk gebleven. Een mogelijke verklaring is dat ondernemingen minder mobiel zijn dan soms wordt aangenomen.

Dit concluderen Joeri Gorter en Ruud de Mooij van het Centraal Planbureau in de Speciale Publicatie Capital income taxation in Europe: trends and trade offs.

Wel hebben veel lidstaten hun nominale (of statutaire) tarieven van de vennootschapsbelasting verlaagd. Ook in Nederland wordt voor een verlaging gepleit. De studie laat zien dat deze tarieven vooral invloed hebben op de plaats waar de winst van multinationale ondernemingen neerslaat. Een lager tarief in Nederland betekent dus dat een groter deel van de winsten in de boeken van Nederlandse dochters terecht komt. Dit voorkomt uitholling van de Nederlandse belastinggrondslag. De keerzijde van de medaille is dat aandeelhouders, die doorgaans relatief rijk zijn, bij een lager nominaal tarief van de vennootschapsbelasting effectief minder belasting betalen. Er is dus sprake van een klassieke uitruil tussen economische doelmatigheid en belasting naar draagkracht.

Om deze uitruil te doorbreken zou Nederland actief de belastinggrondslag kunnen verbreden, bijvoorbeeld door het schrappen van versnelde afschrijvingsmethoden of investeringssubsidies. Deze vorm van grondslagverbreding onderscheidt zich van de hierboven beschreven extra boekwinsten, doordat zij de belastingdruk op peil houdt en dus een tegenwicht voor de tariefverlaging vormt. Nederland zou hiermee niet uit de pas lopen: de meeste lidstaten die hun tarief hebben verlaagd, hebben tegelijkertijd hun grondslag verbreed. Er zijn echter grenzen aan het oprekken van de grondslag. Zodra die grenzen worden bereikt is Europese coördinatie nodig om belasting naar draagkracht te garanderen. Dit hoeft zeker geen uniform Europees belastingsysteem te betekenen: belastingcoördinatie en diversiteit in belastingstelsels sluiten elkaar niet uit.

Lees ook het bijbhorende persbericht.

Binnenlanders betalen buitenlandse kapitaalinkomstenbelastingen, buitenlanders betalen binnelandse kapitaalinkomstenbelasting, en geen enkele lidstaat kan het zich veroorloven het gevaar van kapitaalvlucht te negeren. Hoe dienen beleidsmakers op deze ontwikkelingen te reageren? Is niets doen optimaal? Moeten belastingsystemen Europees worden gecoordineerd?

De data ondersteunen niet op eenduidige wijze de hypothese dat belastingmededinging een wedloop naar de bodem is. Het is waar dat wettelijke belastingtarieven op kapitaalinkomen zijn verlaagd. Daar staat echter tegenover dat de bijbehorende belastingbases zijn verbreed. Dus de angst voor een te lage belasting van kapitaalinkomen -- het belangrijkste leerstuk uit de theoretische belastingmededingingsliteratuur -- is vooralsnog ongegrond.

Niettemin kan belastingcoordinatie voordelig zijn. Het voorkomt te lage belasting van bepaalde soorten kapitaal, legt convergentie van tarieven op, en schept orde in het dure Europese belastingdoolhof. Helaas gaat belastingcoordinatie te koste van de soevereiniteit van lidstaten, en zet het de disciplinerende kracht van belastingmededinging op overheden aan de kant. Deze studie beordeelt de belangrijkste voorstellen voor belastingcoordinatie op hun merites tegen de achtergrond van de recente ontwikkelingen. Zij laat zich lezen als wegwijzer in het huidige debat, toegankelijk maar toch degelijk gegrondvest in empirie en theorie.

Auteurs

Joeri Gorter
Ruud de Mooij