Made in Holland
Jeroen Hinloopen
onderdirecteur bij het Centraal PlanbureauEen vriendelijke dame heette ons welkom. ‘What is name?’
‘Hinloopen. Met een ‘H’.’
‘Sorry. I’m from Ukraine. No Dutch.’
‘Ah, OK, it is ‘Hinloopen’, with an ‘H’.’
Ze ging ons voor naar onze tafel. ‘Please have seat. Waiter come.’
Het was gezellig druk - de Nederlandse kust blijft een toeristische trekpleister. We hoorden veel Duits om ons heen. We bekeken de menukaart.
‘Haben sie ihre Wahl gemacht?’ vroeg een als ober verklede werkstudent.
‘Nog niet. Wat is de vangst van de dag?’
‘Sorry. My Dutch is not so good.’ antwoordde de werkstudent verontschuldigend. ‘Most guests are German. I’m also from Germany.’
‘OK, well, what is the catch of the day?’
‘Unfortunately, that is not available anymore.’ De werkstudent wees op het weekmenu. ‘I recommend the ‘Trippa a la Romana’.
‘Trippa? Dat is toch pens?’ Ik keek mijn tafelgenoot vragend aan.
Ze knikte. ‘Met een beetje olie, knoflook en Parmezaanse kaas. Heerlijk.’
‘We have a new chef. He’s from Italy and trippa is his speciality. It is really good.’
We gaven onze keuzes door. ‘Toch wel heerlijk zo. Ik voel me echt op vakantie, ook al zijn we in Nederland.’
‘De zeelucht bedoel je?’
‘Ja, dat ook. Maar een ober uit Duitsland, een gastvrouw uit Oekraïne, een kok uit Italië. En dat in een Hollands restaurant.
De eigenaresse kwam naar ons toe. Ze herkende ons van vorige jaren. ‘Wat leuk dat jullie er weer zijn.‘
Dat vonden wij ook. We vroegen hoe de zaken liepen, hoe het met haar dochter ging, en waar de heerlijke asperges van vorige jaren gebleven waren.
‘Die asperges serveren we niet meer. De nieuwe kok wist niet wat hij aan moest met die dikke, witte stengels.’
‘O ja, de nieuwe kok. De ober had het daar al over.’
‘Peter is voor zichzelf begonnen. Vind dan maar eens een nieuwe kok. We zijn erg blij met Paolo. Hij kookt de sterren van de hemel, op die Hollandse asperges na dan.’
‘Nou, als ik zo om me heen kijk, zijn jullie nog steeds populair. Asperges of trippa, de zaken gaan goed?’
‘Ja, zeker, maar zelf merken we daar eigenlijk niks meer van.’
‘Oh?’
‘Ja, daarom kom ik ook even. We zijn met onze laatste maanden bezig. We gaan met pensioen.’
‘Goh. Neemt jullie oudste zoon de zaak over?’
‘Thomas? Nee, die had er geen trek in. Net zoals zijn jongere zus. Toen hebben we alles maar verkocht. De koper stelde wel als voorwaarde dat ik nog drie maanden zou aanblijven om de boel ordentelijk over te dragen.’ Ze wees op een jongeman, keurig in pak. ‘Dat is Wouter, de nieuwe eigenaar.’
‘Komt hij hier uit het dorp?’
Ze lachte. ‘Nee, Wouter komt uit Vlaanderen. En hij is ook niet echt de nieuwe eigenaar. Hij is in dienst van de nieuwe eigenaar, als manager.’
‘Oh, wie is dan de nieuwe eigenaar? Kennen wij hem?’
‘Dat denk ik niet. Het is ook geen ‘hem’, maar een Belgische keten. Ze hebben alles gekocht, inclusief het woonhuis. Voor een heel goede prijs.’
De trippa werd geserveerd. Ze wenste ons smakelijk eten en liep door naar het volgende tafeltje.
‘Grappig toch?’
‘Hoe bedoel je? Eigenaren komen en gaan. Zo werkt economie.’
‘Dat weet ik wel. Maar we zitten nu in Nederland in een restaurant, van een Belgische eigenaar. We worden ontvangen door een vrouw uit Oekraïne. En het eten wordt door een Italiaanse kok bereid en door een Duitse student geserveerd.’
‘Aan buitenlandse toeristen.’
‘Precies. Is dit nu goed voor onze economie?’
‘Goed voor onze economie?’
‘Ja. Het enige Nederlandse aan dit alles is de grond waarop het gebeurt.’
‘Klopt. En dus draagt het bij aan óns bbp.’
‘Maar wat kopen we dáár nu voor?’
- meer over Jeroen
alle columns en artikelen
Recente CPB columns
- De les van de oliebollentest - Marielle Non
- Van wie is de ruimte? - Jeroen Hinloopen
- Kinderwetje uit 1874 nog steeds actueel - Frits Bos
alle columns en artikelen