13 juli 2022

Structurele oorzaken van lage rente

CPB: reële rente blijft waarschijnlijk laag op langere termijn

Persbericht
Rentetarieven vertonen al sinds de jaren tachtig een neerwaartse trend in de ontwikkelde economieën, waaronder het eurogebied. De reële rente (de voor inflatie gecorrigeerde rente) bevindt zich nu op een historisch laag niveau. Hoewel de nominale rente (de rente vóór inflatiecorrectie) recentelijk is gaan stijgen, verandert dat niets aan de onderliggende trend. De voornaamste structurele factoren onder de reële rente, zoals de stijgende levensverwachting en lagere productiviteitsgroei, zorgen ervoor dat de rente op de middellange tot lange termijn waarschijnlijk laag blijft. Dat concludeert het CPB in de publicatie ‘Structural causes of low interest rates’, die op 13 juli is verschenen.
Spaarpot met papiergeld

Uit het onderzoek blijkt dat de neerwaartse trend van de rente in het eurogebied vooral wordt  veroorzaakt door langzaam veranderende structurele factoren. Zo sparen huishoudens nu meer voor hun pensioen dan vroeger door een hogere levensverwachting na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Daarnaast heeft een lagere productiviteitsgroei de vraag naar besparingen doen afnemen, omdat investeringen in nieuwe technologieën minder rendabel zijn. Ook de prijsdaling van kapitaalgoederen ten opzichte van consumptiegoederen heeft hetzelfde effect, omdat er minder spaargeld nodig is om een bepaalde hoeveelheid kapitaal te financieren.

Tegenwicht

Andere factoren hebben de neerwaartse trend van de rentetarieven soms tegenwicht geboden. In het eurogebied zorgde het begrotingsbeleid tussen 1970 en het midden van de jaren negentig voor meer sociale zekerheid en voor extra overheidsschuld. Dit verminderde de hoeveelheid spaargelden in de economie. Ook de leenbeperkingen versoepelden na de jaren tachtig tot het begin van de financiële crisis in 2007. Hierdoor nam de vraag naar leningen in deze periode toe. 

Monetair beleid

Een belangrijke implicatie van een lage nominale rente is dat het de effectiviteit van het monetaire beleid bij het stimuleren van de economie vermindert. Tijdens recessies moet de monetaire autoriteit de beleidsrente substantieel verlagen om de economie te stimuleren en de inflatiedoelstelling te halen. Het is echter mogelijk dat de monetaire autoriteit dit niet langer kan, omdat zij de beleidsrente niet substantieel lager dan nul kan stellen; dit zou immers leiden tot vervanging van bankdeposito's door contanten. In dit geval moet het monetair beleid steunen op onconventioneel beleid waarvan de effectiviteit onzeker is. Hierdoor kunnen recessies langer aanhouden.