De effecten van onconventioneel monetair beleid in het eurogebied
We evalueren de effecten van schokken in onconventioneel monetair beleid op de productie en inflatie in het eurogebied. Hiervoor gebruiken we data over de periode 2009-2016 waarin het meeste onconventionele beleid van de ECB heeft plaatsgevonden. We gebruiken een tweetrapsprocedure; eerst identificeren we schokken in onconventioneel monetair beleid in een structureel autoregressief model (SVAR) voor het eurogebied. Vervolgens gebruiken we deze schokken in modellen voor de afzonderlijke landen. Door de effecten van het ECB-beleid op landenniveau te relateren aan landspecifieke kenmerken, zoals de gezondheid van de bankensector, krijgen we meer zicht op de belangrijkste mechanismen.
Downloads
We vinden zwak bewijs dat expansief onconventioneel monetair beleid een positief effect heeft op de productie, maar de effecten op de inflatie in het eurogebied zijn niet significant. Op landenniveau vinden we een waaier aan uitkomsten voor de landen die we beschouwen. De uitkomsten zijn consistent met enkele van de transmissiemechanismen die in de literatuur genoemd worden. Opvallend genoeg vinden we dat landen met een gezonder bankwezen en lagere overheidsschulden een groter effect op de productie ervaren. Dit is in tegenstelling met wat het bank lending channel voorspelt, wat in de literatuur regelmatig als belangrijkste mechanisme wordt genoemd. Van Dijk en Dubovik (2018) vinden in hun studie naar het effect van de aankondiging van het aankoopprogramma van de ECB op rentes op bedrijfsleningen ook geen bewijs dat dit mechanisme effectief is.
Februari 2019: Nieuw onderzoek (CPB Discussion Paper 391) laat zien dat de methode in dit discussion paper geen betrouwbare schattingen oplevert van de effecten van onconventioneel monetair beleid.