10 september 2021
CPB Column - Pieter Hasekamp

Geef gezonde aandacht aan de zorg

Photo of Pieter Hasekamp
Waar is de zorg gebleven? Tijdens een al anderhalf jaar durende pandemie lijkt dat een rare vraag. Toch speelde die door mijn hoofd toen ik vorige week het eindverslag van voormalig informateur Mariëtte Hamer las. Want het publieke debat voor en na de verkiezingen in maart ging over veel thema’s – klimaat en stikstof, armoede, arbeidsmarkt, onderwijs, wonen, coronamaatregelen – maar nauwelijks over de gezondheidszorg. Ook in de eerste mediaberichten over de formatiestukken zag ik niets over zorg of gezondheid. Gelukkig bleek dat mee te vallen. Het formatiedocument besteedt zelfs relatief veel aandacht aan ‘goede gezondheid’ en werkt die uit in een aantal bouwstenen. Als ik de medisch-ethische vraagstukken even buiten beschouwing laat, zijn die in drie hoofdlijnen te vatten.
Pieter Hasekamp
directeur bij het Centraal Planbureau
Photo of Pieter Hasekamp

Samen de regie

Allereerst, samenwerking, ontschotting en ruimte om patiëntgerichte zorg te verlenen. Het document verwijst daarbij naar de ervaringen tijdens de coronacrisis, toen het ziekenhuizen, verzekeraars en overheid lukte om gezamenlijk regie te nemen. Cruciale vraag is dan: kan dat straks ook zonder acute crisis? Het huidige stelsel van gereguleerde marktwerking heeft sterkere prikkels nodig om de juiste zorg op de juiste plaats aan te bieden: dichtbij huis waar het kan, gespecialiseerd waar noodzakelijk.
 
Hetzelfde geldt voor het slimmer verdelen van taken tussen, bijvoorbeeld, huisartsen en ziekenhuizen. En voor het investeren in digitale oplossingen. Dit alles wordt nog steeds geremd door schotten in de bekostiging en het inkoopbeleid. De krappe arbeidsmarkt maakt een oplossing nog noodzakelijker: zonder ontschotting en innovatie zijn er niet genoeg mensen voor al het werk in de zorg.

De tweede bouwsteen uit het formatiedocument richt zich op betaalbaarheid: een te grote stijging van de zorgkosten moet worden voorkomen. Daar ligt wel een uitdaging: bij ongewijzigd beleid komen de zorguitgaven in 2025 zo’n €9,5 mrd per jaar hoger uit – en daarbij is al gecorrigeerd voor inflatie. Ter vergelijking: de jaarlijkse uitgaven aan onderwijs stijgen in dezelfde periode met €2 mrd. De totale overheidsuitgaven dalen met zo’n €13 mrd, al komt dat laatste vooral door het wegvallen van de tijdelijke coronabestedingen. Maar ook zonder dat effect is de stijging van de zorguitgaven nog steeds hoger dan de stijging van de overheidsuitgaven in totaal. Met andere woorden, de zorg drukt als een budgettair koekoeksjong andere uitgavencategorieën uit het nest van de rijksbegroting.

Dat is om meerdere redenen problematisch. Allereerst betalen we die stijgende zorgkosten met z’n allen, uit hogere premies en belastingen. Een gevolg daarvan is dat de collectieve lasten voor gezinnen tot 2025 met zo’n €5 mrd toenemen, waardoor de koopkracht wordt gedrukt. Ondanks de economische groei is de koopkrachtontwikkeling de komende jaren in doorsnee gelijk aan nul. Als dat een bewuste politieke keuze is en patiënten gepaste en effectieve zorg krijgen, hoeft dat nog niet zo erg te zijn. Maar daarover zijn flinke twijfels. Het formatiedocument stelt dat perverse financiële prikkels voor zorgverleners (waarbij zoveel mogelijk behandelen geld oplevert) moeten worden afgeschaft. Meer gepaste en bewezen effectieve zorg moet helpen om de gezondheid van mensen te verbeteren.

Want daar wringt écht de schoen. De toegankelijkheid van de Nederlandse zorg is goed, maar dat geldt in veel mindere mate voor de resultaten voor de gezondheid van mensen. De levensverwachting in Nederland is weliswaar nog licht gestegen, maar niet het aantal levensjaren in goede gezondheid. Erger nog, de verschillen in gezondheid tussen hoogopgeleiden en laagopgeleiden zijn in ons land duidelijk groter dan in vergelijkbare landen binnen de Europese Unie. Die verschillen nemen zelfs nog toe. Nederland heeft een gezondheidsprobleem.

Dat ligt niet alleen aan de zorg. De matige gezondheidsuitkomsten en de ongelijkheid op dit vlak zijn mede te verklaren uit invloeden buiten de zorg – omgevingsfactoren en ongezond gedrag. Het formatiedocument onderkent dit met als derde bouwsteen voor goede gezondheid het bevorderen van een gezonde levensstijl via een brede aanpak, met stimulering van gezonde keuzes en ontmoediging van ongezonde keuzes.

Bredere aanpak

Toch is er meer nodig. Gezondheidsbeleid moet aangrijpen bij gedrag, zeker, maar gedrag wordt weer in sterke mate bepaald door externe factoren. Recent onderzoek van het Centraal Planbureau gaat in op het effect van een zo’n factor: problematische schulden bij mensen gaan gepaard met 30% hogere uitgaven aan geestelijke gezondheidszorg. En dat is maar een voorbeeld: inkomen, opleiding, werk, arbeidsomstandigheden, sportmogelijkheden, leefomgeving (denk bijvoorbeeld aan luchtkwaliteit) bepalen allemaal in belangrijke mate hoe gezond iemand is en kan zijn.

In een eerdere bijdrage betoogde ik dat Nederland er te vaak voor kiest om problemen af te kopen, in plaats van te voorkomen. Dat geldt zeker ook voor gezondheid en zorg. Het recept voor beter gezondheidsbeleid ligt in een gelijktijdige en integrale aanpak op andere maatschappelijke terreinen: het terugdringen van kansenongelijkheid, het verkleinen van de tweedeling op de arbeidsmarkt, de aanpak van problematische schulden en het verbeteren van de leefomgeving. Inderdaad, dat zijn precies de thema’s die ik aan het begin van dit verhaal noemde. Maar laten we daarbij ook aandacht besteden aan gezondheid.

Pieter Hasekamp

Dit essay van Pieter Hasekamp is op vrijdag 10 september 2021 ook gepubliceerd op de opiniepagina van Het Financieele Dagblad.

alle columns en artikelen

Pieter Hasekamp

directeur bij het Centraal Planbureau

Neem contact op

Lees meer over