19 augustus 2022

Augustusraming 2022 (cMEV 2023)

Inflatie raakt steeds meer mensen, economische groei valt terug

Persbericht
De Nederlandse economie is sterk uit de coronacrisis gekomen, maar het beeld is aan het kantelen. Steeds meer huishoudens voelen de hoge inflatie in hun portemonnee, waardoor de consumptiegroei de komende kwartalen tot stilstand komt. Dit blijkt uit de nieuwste raming van het Centraal Planbureau, de concept-Macro-Economische Verkenning (cMEV). CPB-directeur Pieter Hasekamp: “Huishoudens merken de gevolgen van de hoge inflatie, en dat heeft zijn weerslag op de economie. Er is een groeiend aantal mensen dat nu al nauwelijks kan rondkomen en voor wie de energierekening onbetaalbaar dreigt te worden.” Deze raming is traditiegetrouw het uitgangspunt voor het kabinet voor de finale besluitvorming over de begroting van het komende jaar. Op Prinsjesdag presenteert het CPB de definitieve Macro-Economische Verkenning, waarin ook deze laatste besluitvorming is verwerkt.
Raming augustus 2022

Koopkracht hard onderuit, armoede neemt toe

Door de hoge inflatie en de daarbij achterblijvende loonstijging daalt de koopkracht in doorsnee 6,8% in 2022. Daarbij is er inflatie-ongelijkheid: hoe lager het inkomen, hoe sterker de financiële last van de inflatie wordt gevoeld. Het standaard koopkrachtbeeld is gebaseerd op de gemiddelde inflatie en houdt dus geen rekening met dit soort verschillen tussen huishoudens.

Het CPB publiceert voor het eerst een raming van de ontwikkeling van de armoede. De armoede neemt toe: door de inflatie is steeds meer geld nodig om aan de basisbehoeften te kunnen voldoen, terwijl de inkomens beperkt stijgen. Als gevolg hiervan stijgt de armoede in personen in 2023 tot 7,6%, voor kinderen is dat zelfs 9,5%. Net als voor de koopkrachtcijfers geldt dat deze cijfers de werkelijke problematiek nog onderschatten.

  2020 2021 2022 2023
Economische groei valt terug na sterk herstel (bbp, groei %) -3,9 4,9 4,6 1,1
Arbeidsmarkt blijft krap (werkloosheid, % beroepsbevolking) 4,9 4,2 3,4 3,9
Hoge inflatie door energieprijzen (cpi, %) 1,3 2,7 9,9 4,3
Statische koopkracht hard onderuit (%) 2,5 0,3 -6,8 0,6
Overheidstekort verbetert door tijdelijke factoren (% bbp) -3,7 -2,6 -0,9 -1,1

Lees ook de extra toelichting behorend bij deze raming.

Kerngegevenstabel 2020-2023, 19 augustus 2022

Internationale economie
  2020 2021 2022 2023
Relevant wereldhandelsvolume goederen en diensten (%) -9,1 8,4 4,9 2,9
Concurrentenprijs (goederen en diensten, exclusief grond- en brandstoffen (%) 0,3 6,1 9,7 3,2
Olieprijs (dollars per vat) 41,8 70,7 105,3 89,7
Eurokoers (dollar per euro) 1,14 1,18 1,06 1,02
Lange rente Nederland (niveau in %) -0,4 -0,3 1,1 1,6
Volume bbp en bestedingen
  2020 2021 2022 2023
Bruto binnenlands product (bbp, economische groei, %) -3,9 4,9 4,6 1,1
Consumptie huishoudens (%) -6,4 3,6 5,7 -0,3
Consumptie overheid (%) 1,6 5,2 1,6 3,2
Investeringen (inclusief voorraden, %) -6,3 2,9 2,6 0,8
Uitvoer van goederen en diensten (%) -4,3 5,2 4,0 3,2
Invoer van goederen en diensten (%) -4,8 4,0 2,8 3,2
Prijzen, lonen, koopkracht en armoede (toelichting/begrippen)
  2020 2021 2022 2023
Prijs bruto binnenlands product (%) 1,9 2,5 4,2 5,4
Uitvoerprijs goederen en diensten (%) -2,9 8,3 16,6 2,9
Invoerprijs goederen en diensten (%) -3,6 10,2 22,1 2,6
Inflatie, nationale consumentenprijsindex (cpi, %) 1,3 2,7 9,9 4,3
Inflatie (geharmoniseerde consumentenprijsindex, hicp, %) 1,1 2,8 11,4 4,3
Loonvoet bedrijven (per uur, %)  (a) 7,9 0,1 2,4 4,3
Cao-loon bedrijven (%) 2,8 2,2 2,9 3,4
Koopkracht, statisch, mediaan alle huishoudens (%) 2,5 0,3 -6,8 0,6
Personen in armoede (niveau in %) (b)   5,7 6,7 7,6
Arbeidsmarkt
  2020 2021 2022 2023
Beroepsbevolking (%) 0,4 0,9 1,7 1,4
Werkzame beroepsbevolking (%) 0,0 1,5 2,5 0,9
Werkloze beroepsbevolking (niveau in duizenden personen) 465 408 340 390
Werkloze beroepsbevolking (niveau in % beroepsbevolking) 4,9 4,2 3,4 3,9
Werkgelegenheid (in uren, %) -2,8 3,3 5,2 0,4
Overig
  2020 2021 2022 2023
Arbeidsinkomensquote bedrijven (niveau in %) 76,3 74,5 75,0 73,8
Arbeidsproductiviteit bedrijven (per uur, %) -1,5 2,5 -0,4 0,8
Individuele spaarquote (niveau in % beschikbaar inkomen) 12,8 11,5 6,1 4,8
Saldo lopende rekening (niveau in % bbp) 7,1 9,0 7,2 7,4
Collectieve sector (toelichting/begrippen)
  2020 2021 2022 2023
EMU-saldo (% bbp) -3,7 -2,6 -0,9 -1,1
EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp) 54,7 52,4 48,8 47,1
Collectieve lasten (% bbp) 39,9 39,7 39,2 38,4
Bruto collectieve uitgaven (% bbp) 48,2 47,0 45,6 44,4

Aanvullende kerngegevens 2020-2023

Investeringen en uitvoer
  2020 2021 2022 2023
Bruto investeringen bedrijvensector (exclusief woningen, %) -5,3 4,8 4,5 -0,3
Investeringen bedrijven in woningen (%) -0,6 3,3 2,0 1,1
Uitvoer van binnenslands geproduceerde goederen en diensten (exclusief energie, %) -6,3 0,4 7,7 3,3
Wederuitvoer (exclusief energie, %) -1,2 13,7 1,0 2,3
Prijzen, overheid, afgeleide cpi en cao-loon marktsector (toelichting/begrippen)
  2020 2021 2022 2023
Uitvoerprijs goederen en diensten, exclusief energie (%) -0,7 5,5 10,9 3,7
Afgeleide nationale consumentenprijsindex (cpi, %) 1,2 2,5 11,3 2,9
Loonvoet sector overheid (%) (c) 4,3 -0,2 4,8 3,0
Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (%) (c) 2,2 1,8 5,7 2,6
Prijs materiële overheidsconsumptie (imoc, %) 1,7 2,2 7,8 5,8
Prijs intermediair verbruik (%) -0,1 3,9 9,0 4,2
Prijs bruto overheidsinvesteringen (iboi, %) 1,5 2,8 6,5 4,8
Prijs nationale bestedingen (%) 1,9 3,3 7,0 5,4
Prijs toegevoegde waarde bedrijven (%) 2,0 2,1 4,2 4,8
Cao-loon marktsector (%) 2,8 2,0 2,8 3,4
Diverse kerngegevens (in niveaus) (toelichting/begrippen)
  2020 2021 2022 2023
Bruto binnenlands product (bbp, in miljarden euro's) 796,5 856,4 933,2 994,2
Kinderen in armoede (%) (d)   7,2 9,2 9,5
Bevolking (in duizenden personen) 17408 17475 17595 17735
Beroepsbevolking (in duizenden personen) 9581 9663 9830 9970
Bruto modaal inkomen (euro) 36500 37000 38500 40000
EMU-saldo structureel (EC-methode, % bbp) -1,2 -1,9 -1,6 -1,5

(a) De loonkostensubsidie NOW, en de continuïteitsbijdrage in de zorg, hebben een opwaarts effect op de loonvoetmutatie bedrijven in 2020 van 3,3%-punt en een neerwaarts effect van 2,0%-punt in 2021 en 1,2%-punt in 2022.

(b) De ratio van het aantal personen in huishoudens onder de armoedegrens en het totaal aantal personen. Het niet-veel-maar-toereikend criterium van het Sociaal en Cultureel Planbureau is als armoedegrens gehanteerd.

(c) De sluiting van delen van de overheid, in combinatie met doorbetaling van salarissen, en de loonkostensubsidie NOW hebben een opwaarts effect op de mutatie in 2020 van 0,2%-punt. In 2021 en 2022 is er een neerwaarts effect van 0,1%-punt.

(d) De ratio van het aantal kinderen in huishoudens onder de armoedegrens en het totaal aantal kinderen. Het niet-veel-maar-toereikend criterium van het Sociaal en Cultureel Planbureau is als armoedegrens gehanteerd.