24 mei 2022

Risicorapportage Financiële markten 2022

Nederlandse financiële stelsel weerbaar, ook bij huidige schokken

Persbericht
“Het Nederlandse financiële stelsel heeft de coronacrisis goed doorstaan en kan toekomstige schokken opvangen. Er zijn wel risico’s die elkaar kunnen versterken, aangedreven door hoge energieprijzen en inflatie, en daardoor een grotere impact kunnen hebben.” Dat zegt CPB-directeur Pieter Hasekamp naar aanleiding van de jaarlijkse Risicorapportage Financiële Markten die het Centraal Planbureau op 24 mei 2022 heeft gepubliceerd.
Financiele risicorapportage 2022

Op verzoek van de Tweede Kamer brengt het CPB jaarlijks de belangrijkste risico’s voor het financiële stelsel in kaart. Dit jaar ligt de nadruk op de hoge energieprijzen en de mede daaruit voortvloeiende inflatie.  

Oorlog Oekraïne

De directe gevolgen van de oorlog in Oekraïne voor de Nederlandse financiële sector vallen vooralsnog mee, voornamelijk door de beperkte rechtstreekse economische verwevenheid met de economieën van zowel Rusland als Oekraïne. Daarbij komt dat de Nederlandse bankensector voldoende buffers heeft en daarmee in staat is om klappen op te vangen. Een van de voornaamste onzekerheden is hoe het verder gaat met de energieprijzen en inflatie. Een grotere kwetsbaarheid zit dan ook bij de indirecte gevolgen van de oorlog, als daardoor een recessie in Nederland ontstaat of als er aanzienlijke verliezen op financiële activa worden geleden door financiële instellingen. 

Inflatie en rente-onzekerheid

De inflatie is in Nederland hard opgelopen, voornamelijk door de energieprijzen. Dit zet druk op de bestedingsruimte van huishoudens en bedrijven. De mate waarin de bestedingsruimte gaat knellen hangt af van de doorberekening van hogere energieprijzen aan klanten. Voor de Nederlandse financiële sector bestaat het risico dat daar verliezen oplopen doordat huishoudens en bedrijven hun leningen niet meer kunnen afbetalen. De verliezen kunnen verder toenemen door mogelijke afwaarderingen op financiële activa (zoals aandelen of obligaties). Deze kwetsbaarheden nemen toe door de stijgende marktrentes, die oplopen door de onzekerheden rondom inflatie en door het afbouwen van de ECB opkoopprogramma’s en mogelijke verhogingen in de beleidsrente. 

Andere risico’s

Naast de risico’s die door de oplopende inflatie zijn ontstaan, is een aantal meer structurele gevaren nog steeds actueel. Hoewel de lage overheidsschuld Nederland weerbaar maakt, blijft het risico op een eurocrisis bestaan vanwege hoge overheidsschulden in met name Zuid-Europa. Ook is het coronavirus nog niet weg, en kunnen nieuwe besmettingen tot betalingsproblemen bij bedrijven leiden. Deze betalingsproblemen kunnen in het bijzonder toenemen in combinatie met de stijgende energielasten. Dit vormt een risico op verliezen voor kredietverleners op hun uitstaande leningen. 

De woningprijzen zijn in Nederland sterk gestegen en vormen daardoor voor de Nederlandse financiële sector een risico. Een prijscorrectie op de woningmarkt kan een deel van de huiseigenaren financieel onder water zetten. De kans dat dit leidt tot grote verliezen bij financiële instellingen lijkt echter beperkt.

Problemen in de Chinese economie en de Chinese vastgoedsector – zoals met Evergrande - lijken maar beperkte directe gevolgen te hebben voor de Nederlandse financiële sector. De directe blootstelling van Nederlandse financiële instellingen aan China is beperkt. 

Op 1 juni om 14.30 uur geeft CPB-directeur Pieter Hasekamp een toelichting op de Risicorapportage Financiële Markten aan de Tweede Kamercommissie voor Financiën. Ook Klaas Knot, president van DNB, en Laura van Geest, voorzitter van de AFM, nemen deel aan dit jaarlijkse gesprek over de macro-economische risico’s voor het financiële stelsel.