Ranking the Stars: netwerkanalyse van belastingverdragen
Voordeel internationale belastingroutes groot
Dit resultaat vinden CPB-onderzoekers Maarten van ’t Riet en Arjan Lejour met een nieuwe methode die is toegepast op een netwerk van belastingverdragen dat 108 landen omvat. Het Verenigd Koninkrijk voert de lijst aan van centrale landen in het belastingnetwerk, Nederland staat vierde.
In deze netwerkmethode worden de regelingen bezien die landen toepassen ter voorkoming van dubbele belastingen, alsmede de bilaterale belastingverdragen. Het beoogde effect hiervan wordt bereikt: een forse verlaging van mogelijke dubbele belastingen op internationale dividenden. Wanneer multinationals vervolgens gebruik kunnen maken van potentiële verdragsvoordelen door hun belastingverplichtingen via een derde land te laten lopen, wordt hun belastingdruk nog verder gereduceerd. Het wereldwijde gemiddelde belastingtarief dat overblijft na de verschillende reducties is 6 procentpunt. Dit is bovenop de vennootschapsbelasting die afgedragen wordt in het gastland van de investeringen.
Sommige landen zien hun belastinginkomsten op dividenden geheel verdwijnen door treaty shopping. Anderzijds bedragen de extra belastinginkomsten voor doorsluislanden rond een half procent van de wereldwijde dividendstromen.
Een simulatie met de netwerkmethode laat zien dat treaty shopping een sterk dempend effect heeft op de uiteindelijke belastingdruk van een multinational. Door het uitgebreide internationale karakter is voor een eventueel tegengaan van belastingontwijking grootschalige internationale samenwerking vereist.
Lees naast de hoofdpublicatie CPB Discussion Paper 290 ook het bijbehorende CPB Achtergronddocument.
Contactpersonen
Lees ook de bijbehorende achtergronddocumenten A en B.
De regelingen die landen toepassen ter voorkoming van dubbele belastingen, en de bilaterale belastingverdragen verlagen de dubbele belastingen op internationale dividenden fors.
Wanneer vervolgens multinationals investeringen via derde landen laten lopen om gebruik te maken van potentiële verdragsvoordelen die de directe route niet biedt, het zogenaamde treaty shopping, dan wordt hun belastingdruk verder gereduceerd. Het wereldwijde gemiddelde van de overblijvende dubbele belasting is dan 6 procent. Dit is bovenop de vennootschapsbelasting die afgedragen wordt in het gastland van de investeringen.
Dit resultaat komt uit een nieuwe methode die is toegepast op een belastingnetwerk van 108 landen: door het systeem van internationale vennootschapsbelasting te beschouwen als een netwerk, ontstaat een nieuw en oorspronkelijk zicht op de mogelijkheden van multinationals voor internationale belastingplanning. Zoals in een vervoersnetwerk de kortste routes worden berekend, worden in de netwerkmethode de belastingkosten geminimaliseerd bij het repatriëren van winsten. De netwerkmethode identificeert ook de landen die in aanmerking komen voor de rol van doorsluisland. Het Verenigd Koninkrijk staat bovenaan de lijst van centrale landen in het belastingnetwerk, Nederland staat vierde op die lijst.
De belastingkosten worden bepaald door de tarieven van de vennootschapsbelasting en van de bronbelastingen op dividenden, en door de regelingen ter voorkoming van dubbele belasting, zoals de deelnemingsvrijstelling. In bilaterale belastingverdragen worden, vaak wederkerig, de tarieven van de bronbelastingen verlaagd. Zonder deze regelingen en verdragen zou de dubbele belasting wereldwijd gemiddeld 41 procent bedragen. De regelingen en verdragen verlagen de dubbele belasting naar 12 procent.
Vervolgens kunnen multinationals door investeringen via een derde land te laten lopen, gebruik maken van verdragsvoordelen die niet bestaan voor de directe route. Voor twee derde van alle landenparen in het netwerk is een indirecte route goedkoper dan de directe verbinding. Wanneer de multinationale ondernemingen daarvan gebruik maken, zien ze hun belastingdruk met nog eens 6 procent gereduceerd worden.
Treaty shopping gaat gepaard met een verlaging van de belastingopbrengsten van nationale overheden op hun inkomende en uitgaande dividendstromen. Sommige landen zien al deze belastinginkomsten op dividenden verdwijnen. Het totaal van de extra belastinginkomsten voor doorsluislanden is nog geen half procent van de wereldwijde dividendstromen. Vanwege de verdragen met Latijns-Amerikaanse landen heeft Spanje de meeste extra belastingopbrengsten.
In een beleidsscenario wordt gesimuleerd dat de dividendstromen uit belastingparadijzen naar OESO-landen fiscaal minder gunstig behandeld worden. De impact van de maatregel op de dubbele belasting blijkt bescheiden: treaty shopping heeft een sterk dempend effect op de uiteindelijke belastingdruk. Dit wijst erop dat het tegengaan van belastingontwijking, in de vorm van indirect gerepatrieerde dividenden, grootschalige internationale samenwerking vereist.