Ontketenen van concurrentie in de Europese zakelijke dienstverlening
Productiviteitsstagnatie Europese zakelijke dienstverlening door gebrek aan concurrentie
De markten voor zakelijke diensten zijn het meest competitief in landen met een flexibele arbeidsregulering, met lage opstartkosten voor starters en lage uittredingskosten voor niet-succesvolle ondernemingen en veel import van zakelijke diensten. Dit concludeert Henk Kox in de vandaag verschenen Engelstalige CPB Policy Brief 2012/04 ‘Unleashing Competition in EU Business Services’ (‘Ontketenen van concurrentie in de Europese zakelijke dienstverlening’).
De zakelijke dienstverlening is een grote bedrijfstak die zich voornamelijk richt op andere bedrijven. In de meeste landen levert de zakelijke dienstverlening 10 tot 25 procent van de inkoop van bedrijven. Doordat de productiviteit van zakelijke dienstverleners sinds 1990 nauwelijks groeit, of soms zelfs daalt, worden zij steeds duurder. Dit vermindert de Europese concurrentiekracht, bijvoorbeeld ten opzichte van de Verenigde Staten.
De productiviteitsstagnatie hangt samen met een gebrek aan concurrentie. Daardoor worden de zwakker presterende bedrijven te weinig aangezet tot slimmer werken en verhoging van hun productiviteit. Dit fenomeen doet zich voor in de meeste takken van de zakelijke dienstverlening en ook in de meeste EU-landen. Een vergelijking tussen de EU landen laat zien dat de markten voor zakelijke diensten het best werken in landen met meer import van zakelijke diensten, flexibele arbeidswetgeving, lage opstartkosten voor nieuwe bedrijven en met lage uittredingskosten (bijvoorbeeld failissementskosten) voor de niet succesvolle bedrijven. De positieve effecten van beleidshervorming zijn naar verwachting het grootst in Oostenrijk, Italië, Frankrijk, Spanje en Portugal.
Dit geeft ook direct aan waar beleidsmakers zich op moeten richten om de productiviteit van de zakelijke dienstverleners te vergroten. Dit sluit aan bij het streven van de Europese Commissie, verwoord in haar Europa-2020 strategie, om de Europese dienstenmarkt verder te ontwikkelen.
Ook de Nederlandse zakelijke dienstverleners onttrekken zich niet aan deze trend, zo concluderen Henry van der Wiel, Jürgen Antony en Fred Kuypers in de eveneens vandaag verschenen CPB Policy Brief 2012/03 'Nederlandse zakelijke dienstverleners onvoldoende geprikkeld'.
De markten voor zakelijke diensten zijn het meest competitief in landen met een flexibele arbeidsregulering, met lage opstartkosten voor starters en lage uittredingskosten voor niet-succesvolle ondernemingen en veel import van zakelijke diensten.
De zakelijke dienstverlening is een grote bedrijfstak die zich voornamelijk richt op andere bedrijven. In de meeste landen levert de zakelijke dienstverlening 10 tot 25 procent van de inkoop van bedrijven. Doordat de productiviteit van zakelijke dienstverleners sinds 1990 nauwelijks groeit, of soms zelfs daalt, worden zij steeds duurder. Dit vermindert de Europese concurrentiekracht, bijvoorbeeld ten opzichte van de Verenigde Staten.
De productiviteitsstagnatie hangt samen met een gebrek aan concurrentie. Daardoor worden de zwakker presterende bedrijven te weinig aangezet tot slimmer werken en verhoging van hun productiviteit. Dit fenomeen doet zich voor in de meeste takken van de zakelijke dienstverlening en ook in de meeste EU-landen. Een vergelijking tussen de EU landen laat zien dat de markten voor zakelijke diensten het best werken in landen met meer import van zakelijke diensten, flexibele arbeidswetgeving, lage opstartkosten voor nieuwe bedrijven en met lage uittredingskosten (bijvoorbeeld failissementskosten) voor de niet succesvolle bedrijven. De positieve effecten van beleidshervorming zijn naar verwachting het grootst in Oostenrijk, Italië, Frankrijk, Spanje en Portugal.
Dit geeft ook direct aan waar beleidsmakers zich op moeten richten om de productiviteit van de zakelijke dienstverleners te vergroten. Dit sluit aan bij het streven van de Europese Commissie, verwoord in haar Europa-2020 strategie, om de Europese dienstenmarkt verder te ontwikkelen. Ook de Nederlandse zakelijke dienstverleners onttrekken zich niet aan deze trend, zo concluderen Henry van der Wiel, Jürgen Antony en Fred Kuypers in de eveneens vandaag verschenen CPB Policy Brief 2012/03 'Nederlandse zakelijke dienstverleners onvoldoende geprikkeld'.
Deze CPB Policy Brief wordt gelijktijdig gepubliceerd door The Centre for European Policy Studies (CEPS), als CEPS Policy Brief 284.