Nederlandse zakelijke dienstverleners onvoldoende geprikkeld
Nederlandse zakelijke dienstverleners onvoldoende geprikkeld
Dit concluderen Henry van der Wiel, Jürgen Antony en Fred Kuypers in de vandaag verschenen CPB Policy Brief 2012/03 'Nederlandse zakelijke dienstverleners onvoldoende geprikkeld'.
De productiviteitsontwikkeling van de Nederlandse zakelijke dienstverlening blijft vooral achter in vergelijking met de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Dat is om verschillende redenen zorgelijk. Een lagere productiviteit vertaalt zich in een hogere (kost)prijs. Dat is vooral slecht voor de concurrentiepositie van de bedrijfstak zelf, zeker in markten die steeds meer Europese concurrentie kennen. Daarnaast is de zakelijke dienstverlening een belangrijke leverancier van diensten aan andere bedrijven in Nederland. De lage productiviteitsontwikkeling in de zakelijke dienstverlening betekent dus ook voor hen hogere kosten, wat ook weer slecht is voor hun concurrentiepositie. Doordat het aandeel van zakelijke dienstverleners in de Nederlandse economie groot is leidt hun povere productiviteitsprestatie tenslotte ook tot een lager economisch groeicijfer voor Nederland.
De zakelijke dienstverlening is zeer divers. Dat maakt het niet makkelijk om pasklare beleidsaanbevelingen te geven voor het verhogen van de productiviteit. Een mogelijke generieke oplossingsrichting is het stimuleren van vergelijkingssites op internet, waardoor potentiële klanten beter inzicht krijgen in het aanbod van diverse zakelijke dienstverleners.
Overigens is de situatie in Nederland niet uniek. In heel Europa blijft de productiviteit van zakelijke dienstverleners achter. Dat blijkt uit de vandaag gelijktijdig gepubliceerde Engelstalige CPB Policy Brief 2012/04, getiteld 'Unleashing Competition in EU Business Services'.
Lees ook het bijbehorende persbericht en het bijbehorende achtergronddocument 'Hogere productiviteit onder zakelijke dienstverleners door meer concurrentie'.
Een achterblijvende productiviteitsontwikkeling is om verschillende redenen zorgelijk. Het is slecht voor de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse zakelijke dienstverlening, zeker na de invoering van de Europese Dienstenrichtlijn. Het heeft ook negatieve implicaties voor het groeipotentieel van de gehele Nederlandse economie op middellange termijn, dat namelijk mede bepaald wordt door de groei van de arbeidsproductiviteit. Daar de zakelijke dienstverlening een groot aandeel in de Nederlandse economie heeft, betekent de magere productiviteitsprestatie een lagere macro-economische groei. De zakelijke dienstverlening is daarnaast een belangrijke leverancier van diensten aan bijvoorbeeld industriële bedrijven. Een lage productiviteitsontwikkeling betekent daardoor ook hogere kosten voor deze klanten, wat weer nadelig uitwerkt op hun internationale concurrentiepositie.
Overigens is de situatie in Nederland niet uniek. In heel Europa blijft de productiviteit van zakelijke dienstverleners achter. Dat blijkt uit de vandaag gelijktijdig gepubliceerde Engelstalige CPB Policy Brief 2012/04, getiteld 'Unleashing Competition in EU Business Services'.