MEV 2018 (sept 2017), raming voor 2017 en 2018
Economie floreert; krappere arbeidsmarkt
De groei van de Nederlandse economie kent een brede basis. De goedererenuitvoer presteert bovengemiddeld, de consumptie profiteert van de aantrekkende werkgelegenheid en om aan de hoge vraag te kunnen voldoen gaan bedrijven meer investeren. Door de zeer levendige huizenmarkt liggen de woninginvesteringen op een hoog niveau, al gaat dat de komende jaren – als gevolg van de vergevorderde inhaalslag op de huizenmarkt en de tekorten aan arbeidskrachten in delen van de bouw – wel afzwakken.
Op de arbeidsmarkt zijn de ontwikkelingen ronduit positief. De werkgelegenheid stijgt, net als het aantal gewerkte uren per werkzame persoon. Ook zijn er meer openstaande vacatures. Deze gunstige situatie houdt voorlopig aan, waardoor de krapte op de arbeidsmarkt toeneemt. Dit versterkt de positie van werkenden ten opzichte van werkgevers. Verbetering van arbeidsvoorwaarden in de vorm van hogere lonen, meer vaste naast flexibele contracten en hogere tarieven voor zzp’ers komt dan in zicht.
Als gevolg van de aanhoudende economische groei en de daarmee samenhangende stijging van belastinginkomsten en daling van werkloosheiduitkeringen loopt het begrotingsoverschot in 2017 en 2018 op. De geraamde overschotten zijn ruimer dan in de periode 2006-2008 en ook groter dan elders in het eurogebied. Qua koopkracht gaan alle groepen die het CPB onderscheidt er komend jaar in doorsnee op vooruit. Voor werkenden neemt de mediane koopkracht in 2018 het sterkst toe (+0,8%). Gepensioneerden zien hun inkomen met 0,6% stijgen en uitkeringsgerechtigden hebben volgend jaar 0,3% meer te besteden.
Mondiaal groeit de economie in 2017 met 3,4% en met 3,6% in 2018. Voor de eurozone wordt een groei geraamd van 2,0% in 2017 en 1,8% in 2018. De aantrekkende economische groei gaat gepaard met een toenemende wereldhandel. Deze gunstige vooruitzichten zijn zowel mondiaal als binnen Europa omgeven met risico’s en onzekerheden. Het gaat dan onder andere om het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank, noodlijdende Italiaanse banken, de brexit, het financiële beleid van de Verenigde Staten en de geopolitieke spanningen rond Noord-Korea. Naast deze neerwaartse risico’s kan het echter ook zo zijn dat de conjuncturele opleving in Europa en de Verenigde Staten momenteel wordt onderschat.
In de MEV concludeert het CPB ook dat een revisie nodig is van het beeld dat het Nederlandse onderwijs vooral goed is in het bedienen van leerlingen die minder goed meekomen. Nederland blijkt een Europese middenmoter wat betreft scholieren die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten. Dit pleit voor aanvullend beleid gericht op het aanboren van onbenut potentieel onder mensen met minder talent.
De nieuwste economische vooruitzichten wijken nauwelijks af van de in augustus gepubliceerde voorlopige raming (cMEV).
Downloads
Tekstkaders in MEV 2018
- Groene signalen tegen een grijze achtergrond
- Barsten in de bankenunie?
- ECB: shop till you drop?
- Onzekerheid rondom de raming
- Onzekere tijden zijn lastig te voorzien
- Hoogopgeleide ouderen: vroeger met pensioen én vaker aan het werk
- Eind van zwakke loonontwikkeling komt in zicht
- Berekeningswijze arbeidsinkomensquote aangepast
- De invoering van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg
- Inkomensongelijkheid in perspectief
- Van economische groei naar koopkrachtstijging
Fan Charts September 2017
De figuren tonen zogenaamde fan charts rondom de MEV-2018-puntvoorspelling voor bbp-groei, hicp-inflatie, werkloosheid en het feitelijk EMU-saldo.
De dikgedrukte lijn betreft de realisaties (2012-2016) en de MEV2018-puntvoorspellingen voor 2017 en 2018. Rondom het centrale pad wordt een waaier van betrouwbaarheidsintervallen getoond:
• 30% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 35e t/m 65e percentiel, donkerblauw gebied
• 60% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 20e t/m 80e percentiel, donkerblauw + blauw gebied
• 90% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 5e t/m 95e percentiel, donkerblauw + blauw + lichtblauw gebied
De kans is dus 30% dat de uitkomst in het donkerblauwe gebied uitkomt en de kans is 10% dat de uitkomst buiten de waaier valt. Met andere woorden, de waaier is een grafische weergave van de waarschijnlijkheid van de verschillende uitkomsten. De dikgedrukte lijn geeft de meest waarschijnlijke uitkomst weer en uitkomsten zijn waarschijnlijker naarmate ze dichter bij de dikgedrukte lijn liggen.
Lees ook het bijbehorende CPB Achtergronddocument.
Downloads
Contactpersonen
Met de certificering wordt invulling gegeven aan het advies in het rapport van de Studiegroep Begrotingsruimte.
In deze CPB Notitie zijn in totaal 65 ramingen gecertificeerd. Hiervan hebben er eenentwintig een mogelijk budgettair effect. Voor deze maatregelen wordt tevens een inschatting van de onzekerheid gemaakt. Na de marginale beoordeling zijn, in overeenstemming met het toetsingskader vier maatregelen uitvoerig beoordeeld. Tabellen 1 en 2 geven een overzicht van alle gecertificeerde maatregelen. In de navolgende paragraaf wordt de certificering van en de onzekerheidsanalyse voor enkele specifieke ramingen toegelicht.
Downloads
Auteurs
Voor de bekostiging van uitkeringen op grond van de Participatiewet ontvangen gemeenten een budget. De hoogte van het budget wordt bepaald op basis van een raming voor het aantal uitkeringsgerechtigden en de gemiddelde hoogte van een uitkering. Het CPB publiceert ramingen van het aantal bijstandsuitkeringen in het lopende en komende jaar in het Centraal Economisch Plan (CEP) in maart en in de Macro Economische Verkenning (MEV) in september. Het uitgangspunt in de raming is de ramingsregel die het verband weergeeft tussen mutaties in de werkloze beroepsbevolking (WBB) en de mutatie in de bijstand.
Paragraaf 2 geeft een onderbouwing van de bijstandsraming in de MEV 2018 voor het jaar 2017. Paragraaf 3 bevat een vooruitblik naar 2018. De werking van de ramingsregel wordt toegelicht in een tekstkader.
Downloads
Auteurs
Economische groei in Nederland, 2008-2018
Downloads
Kerngegevenstabel 2015-2018, 19 september 2017
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Relevant wereldhandelsvolume goederen en diensten (%) |
3,8 |
3,6 |
4,3 |
4,0 |
Concurrentenprijs (goederen en diensten, exclusief grond- en brandstoffen (%) |
7,9 |
-3,7 |
0,6 |
0,0 |
Olieprijs (dollars per vat) |
51,9 |
43,3 |
49,3 |
49,5 |
Eurokoers (dollar per euro) |
1,11 |
1,11 |
1,11 |
1,14 |
Lange rente Nederland (niveau in %) |
0,7 |
0,3 |
0,6 |
0,8 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Bruto binnenlands product (bbp, economische groei, %) |
2,3 |
2,2 |
3,3 |
2,5 |
Consumptie huishoudens (%) |
2,0 |
1,6 |
2,2 |
2,4 |
Consumptie overheid (%) |
-0,2 |
1,2 |
0,6 |
1,6 |
Investeringen (inclusief voorraden, %) |
11,2 |
3,1 |
6,3 |
4,8 |
Uitvoer van goederen en diensten (%) |
6,5 |
4,3 |
4,9 |
4,5 |
Invoer van goederen en diensten (%) |
8,4 |
4,1 |
4,5 |
5,1 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Prijs bruto binnenlands product (%) |
0,8 |
0,6 |
1,1 |
1,6 |
Uitvoerprijs goederen en diensten (exlusief energie, %) |
1,5 |
-0,9 |
1,0 |
0,3 |
Prijs goedereninvoer (%) |
-5,4 |
-4,4 |
3,6 |
-0,5 |
Inflatie (geharmoniseerde consumentenprijsindex, hicp, %) |
0,2 |
0,1 |
1,3 |
1,3 |
Loonvoet bedrijven (per uur, %) |
-0,2 |
0,6 |
2,2 |
3,2 |
Contractloon bedrijven (%) |
1,2 |
1,5 |
1,6 |
2,2 |
Koopkracht, statisch, mediaan, alle huishoudens (%) |
1,0 |
2,7 |
0,3 |
0,6 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Beroepsbevolking (%) |
0,4 |
0,4 |
0,8 |
1,1 |
Werkzame beroepsbevolking (%) |
1,0 |
1,3 |
2,0 |
1,7 |
Werkloze beroepsbevolking (in duizend personen) |
614 |
538 |
440 |
390 |
Werkloze beroepsbevolking (niveau in % beroepsbevolking) |
6,9 |
6,0 |
4,9 |
4,3 |
Werkgelegenheid (in uren, %) |
0,6 |
2,0 |
2,0 |
1,6 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Arbeidsinkomensquote bedrijven (niveau in %) (a) |
72,2 |
72,9 |
72,5 |
73,0 |
Arbeidsproductiviteit bedrijven (per uur, %) |
1,5 |
0,4 |
1,5 |
1,0 |
Individuele spaarquote (niveau in % beschikbaar inkomen) |
-0,4 |
0,3 |
0,3 |
0,5 |
Saldo lopende rekening (niveau in % bbp) |
8,3 |
8,7 |
8,8 |
8,5 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
EMU-saldo (% bbp) |
-2,1 |
0,4 |
0,6 |
0,8 |
EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp) |
64,6 |
61,8 |
57,2 |
53,7 |
Collectieve lasten (% bbp) |
37,3 |
38,7 |
38,8 |
38,9 |
Bruto collectieve uitgaven (% bbp) |
45,2 |
43,8 |
43,0 |
42,5 |
Aanvullende kerngegevens 2015-2018
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Bruto investeringen bedrijvensector (exclusief woningen %) |
10,0 |
3,0 |
5,9 |
4,9 |
Investeringen bedrijven in woningen (%) |
20,9 |
19,0 |
12,8 |
6,1 |
Uitvoer van binnenslands geproduceerde goederen (exclusief energie, %) |
4,4 |
4,4 |
5,4 |
4,6 |
Wederuitvoer goederen (exclusief energie, %) |
6,9 |
5,9 |
7,0 |
6,0 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Nationale consumenten prijsindex (cpi, %) |
0,6 |
0,3 |
1,4 |
1,4 |
Afgeleide nationale consumentenprijsindex (cpi, %) |
0,4 |
0,3 |
1,4 |
1,3 |
Loonvoet sector overheid (%) |
3,2 |
1,6 |
3,0 |
2,7 |
Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (%) |
1,0 |
1,8 |
3,6 |
2,4 |
Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc, %) |
0,4 |
0,8 |
1,4 |
1,4 |
Prijs intermediair verbruik (%) |
0,9 |
0,7 |
2,4 |
1,8 |
Prijs bruto overheidsinvesteringen (iboi, %) |
-0,3 |
0,3 |
1,0 |
1,3 |
Prijs nationale bestedingen (%) |
0,1 |
0,5 |
1,5 |
1,6 |
Prijs toegevoegde waarde bedrijven (%) |
0,9 |
0,2 |
1,0 |
1,5 |
Contractloon marktsector (%) |
1,2 |
1,5 |
1,6 |
2,2 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Bruto binnenlands product (bbp, in miljarden euro's) |
683,5 |
702,6 |
733,4 |
764,3 |
Bevolking (in duizenden personen) |
16940 |
17030 |
17125 |
17210 |
Beroepsbevolking (in duizenden personen) |
8907 |
8942 |
9015 |
9110 |
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie (in duizenden personen) |
680 |
581 |
470 |
420 |
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie niveau, % beroepsbevolking) |
8,6 |
7,3 |
5,9 |
5,2 |
Bruto modaal inkomen (euro) |
35500 |
36000 |
36500 |
37500 |
(a) Het CPB gebruikt met ingang van de MEV 2018 een nieuwe berekening van de arbeidsinkomensquote (AIQ). Deze nieuwe berekeningswijze houdt beter rekening met het arbeidsinkomen van zelfstandigen en sluit daarom beter aan bij de huidige economische realiteit. Hierover is een gezamenlijke notitie van het CBS, CPB en DNB met meer toelichting beschikbaar.