Assessing the returns to studying abroad
Studeren in het buitenland kan leiden tot vestiging in het buitenland
Door het verkrijgen van een beurs neemt de kans op studeren in het buitenland aanmerkelijk toe en stijgt ook de duur van deze studie.
Dit concludeert het CPB in het vandaag verschenen CPB Discussion Paper 'Assessing the returns to studying abroad'. Het onderzoek is een verkennende studie naar de opbrengsten van studeren in het buitenland die is uitgevoerd op verzoek van het ministerie van OCW.
Voor het vaststellen van de effecten van studeren in het buitenland kunnen de uitkomsten van studenten die in het buitenland zijn gaan studeren, worden vergeleken met die van studenten die dat niet hebben gedaan. Een dergelijke vergelijking is echter lastig omdat de groep die gaat studeren in het buitenland, sterk kan verschillen van de groep die dat niet doet. Studeren in het buitenland is de uitkomst van een keuzeproces waarop vele factoren van invloed kunnen zijn. Het is moeilijk om met al deze factoren rekening te houden. In deze studie wordt een nieuwe methode beproefd om vergelijkbare groepen studenten te maken. De methode maakt gebruik van studenten die zich hebben aangemeld voor het verkrijgen van een beurs voor een studie buiten Nederland. Al deze studenten hebben daar belangstelling voor en moeten voldoen aan specifieke eisen, zoals hoge cijfers tijdens de studie en toelating tot een buitenlandse onderwijsinstelling. De uitkomsten van studenten die de beurs net wel kregen, zijn vergeleken met de uitkomsten van studenten die de beurs net niet kregen.
De methode is toegepast op Nederlandse afgestudeerden die een beurs hebben aangevraagd van het zogenoemde Talentenprogramma. Dit programma, dat wordt beheerd door Nuffic (de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs), is bedoeld voor de beste studenten uit de verschillende jaargangen. In de periode 1997 tot en met 2002 hebben 637 studenten een beurs aangevraagd van het Talentenprogramma, 229 van hen ontvingen deze ook daadwerkelijk. Alle studenten die een aanvraag hebben ingediend en van wie het adres beschikbaar was, zijn benaderd met een schriftelijke vragenlijst. Uiteindelijk zijn 337 ingevulde vragenlijsten ontvangen.
Van de studenten die een beurs kregen toegewezen, is 97 procent in het buitenland gaan studeren. Voor de studenten die geen beurs ontvingen, is dit percentage 72. Door de toekenning van de beurs neemt de duur van de studie in het buitenland met 7 tot 9 maanden toe. Vervolgens is de invloed bepaald op het wonen in het buitenland. Studenten die de beurs net wel kregen, en daardoor vaker en langer gaan studeren in het buitenland, blijken in vergelijking tot studenten die de beurs net niet kregen, vaker in het buitenland te gaan wonen. Zeven tot negen maanden langer studeren in het buitenland verhoogt gemiddeld de kans op wonen in het buitenland met 30 tot 39 procentpunten.
Andere resultaten zijn:
- De studie in het buitenland leidt niet tot een hogere kans op werk. Dit kan te maken hebben met het feit dat de onderzochte steekproef bestaat uit de beste studenten uit deze jaargangen en dat ook degenen die de beurs niet kregen, geen moeite hebben met het vinden van werk.
- Afgestudeerden die in het buitenland hebben gestudeerd, verdienen gemiddeld een hoger salaris. Het is echter niet duidelijk of de studie in het buitenland hiervan de oorzaak is.
- Afgestudeerden die in het buitenland hebben gestudeerd, werken vaker in banen waarin internationale contacten belangrijk zijn.
- De studie in het buitenland vermindert de kans op deelname aan vrijwilligerswerk.
In hoeverre het vertrek van afgestudeerden naar het buitenland consequenties heeft voor de welvaart in Nederland is in deze verkennende studie niet diepgaand onderzocht. Enerzijds kan Nederland profiteren doordat nieuwe relaties kunnen ontstaan met het buitenland. Het onderzoek laat zien dat ongeveer 20 procent van degenen die zich in het buitenland hebben gevestigd, intensieve contacten onderhoudt met Nederlandse bedrijven. Ook kunnen degenen die thans in het buitenland wonen in de toekomst terugkeren naar Nederland en dan hun internationale ervaringen gebruiken ten behoeve van de Nederlandse economie. Anderzijds kan het vertrek van getalenteerde afgestudeerden nadelig zijn voor de groei van de productiviteit in Nederland.
Tot slot moet worden bedacht dat de resultaten zijn gevonden voor de specifieke subset van studenten die zich hebben aangemeld voor het Talentenprogramma en dat ze betrekking hebben op de eerste jaren van hun beroepsloopbaan. In hoeverre deze resultaten ook van toepassing zijn op andere groepen studenten of afgestudeerden is niet duidelijk.
De markt voor hoger onderwijs wordt steeds internationaler. Nederlandse studenten studeren steeds vaker enige tijd aan een buitenlandse instelling.
De internationale mobiliteit van studenten wordt bevorderd door het beschikbaar stellen van beurzen. Over de opbrengsten van studeren in het buitenland is echter weinig bekend. Het vaststellen van deze opbrengsten is lastig omdat de groep die gaat studeren in het buitenland, selectief is.
In deze studie wordt een nieuwe methode beproefd om de opbrengsten van studeren in het buitenland vast te stellen. We maken gebruik van een steekproef van afgestudeerden die zich hebben aangemeld voor het verkrijgen van een beurs van het zogenoemde Talentenprogramma en vergelijken de uitkomsten van afgestudeerden die een beurs kregen, met die van afgestudeerden die geen beurs kregen. Met behulp van de ranking, die is gemaakt door de selectiecommissie van het Talentenprogramma, en van variatie in het aantal beschikbare beurzen in de tijd, worden controlegroepen gemaakt.
We vinden dat de beurs de kans op studeren in het buitenland verhoogt met 23 tot 42%-punten en de duur van de studie verlengt met 7 tot 9 maanden. Een verlenging van de studie met 7 tot 9 maanden vergroot de kans op wonen in het buitenland met 30 tot 39%-punten. Afgestudeerden die in het buitenland gestudeerd hebben, verdienen een hoger salaris. Het is echter niet duidelijk of de studie in het buitenland hiervan de oorzaak is.