Zijn strengere kapitaaleisen kostbaar?
Gevolgen Basel III op lange termijn positief ; Overheid kan belangrijke faciliterende rol spelen
De overheid kan deze verminderen, bijvoorbeeld door de invoeringstermijn over een aantal jaren uit te spreiden en tegelijkertijd dividenden in te perken, of door banken voor te schrijven hoe en wanneer ze hun kapitaal moeten verhogen. Dat concluderen de onderzoekers Michiel Bijlsma en Gijsbert Zwart in het CPB Document 215 'Zijn strengere kapitaaleisen kostbaar?'.
In tegenstelling tot wat sommige banken claimen, leidt meer eigen vermogen op de lange termijn niet tot veel hogere financieringskosten. Een bank met meer eigen vermogen betaalt voor dat eigen vermogen een lagere vergoeding aan zijn financiers. Hoger eigen vermogen is minder risicovol, waardoor financiers met een lagere vergoeding genoegen nemen. Daarnaast zijn er maatschappelijke opbrengsten. Als banken hogere eigen vermogens aanhouden, is de kans op een bankencrisis lager. Zoals de financiële crisis heeft aangetoond, is zo'n bankencrisis maatschappelijk erg kostbaar. Wel zijn op korte termijn aanpassingskosten verbonden aan het ophogen van de eigen vermogens. Banken kunnen aan de nieuwe eisen voldoen door nieuwe aandelen uit te geven, maar kiezen in de praktijk eerder voor verhoging van leenrentes of vermindering van kredietverlening. Dat is slecht voor de economie en daarom maatschappelijk kostbaar.
De overheid kan deze aanpassingskosten verkleinen door de invoeringstermijn van Basel III te verlengen. Dan kunnen banken hun winst gebruiken om aan de hogere kapitaaleisen te voldoen. Dat moet dan echter wel gepaard gaan met een inperking van de mogelijkheden voor banken om dividend uit te keren aan hun aandeelhouders. Een andere mogelijkheid is dat de staat de banken verplicht aandelen uit te geven. Dit gaat weliswaar ten koste van bestaande aandeelhouders, maar daartegenover staan maatschappelijke baten in de vorm van een verminderde kans op faillissementen, een kleinere kans dat de overheid moet bijspringen, en geen schadelijke verhoging van leenrentes of inperking van krediet. Maatschappelijk gezien wegen deze baten ruimschoots op tegen de particuliere kosten.
Naar aanleiding van de financiële crisis zijn in september de kapitaaleisen aangescherpt (van minimaal 2% naar minimaal 7%) door het Basels Comité voor banktoezicht. Banken krijgen in het voorstel van het Comité tot 2019 de tijd om aan de nieuwe eisen te voldoen. Dit is een onderdeel van een groter pakket maatregelen dat bekend staat onder de naam Basel III.
Lees hier het bijbehorende persbericht.
In het kader van Basel III moeten banken hun totale kernkapitaal in 2019 op minimaal 7% van de risicogewogen bezittingen brengen. De langetermijnkosten van die aanscherping zijn waarschijnlijk relatief klein, terwijl de baten in de vorm van een lagere kans op een systeemcrisis aanzienlijk zijn.
Wel is het van belang de transitiekosten te beperken. Empirische studies laten zien dat een kapitaalschok op de korte termijn kan leiden tot een reductie in het aantal leningen of tot hogere prijzen. Beleid kan een actieve rol spelen in het verminderen van deze transitiekosten, door banken een lange aanpassingstermijn te gunnen en daarbij dividenduitkeringen te beperken, of door banken te verplichten nieuw aandelenkapitaal uit te geven.
Een langer aanpassingstraject betekent wel dat de kans op een crisis gedurende het aanpassingstraject hoger is.