Een steuntje in de rug: vermogensmobiliteit van ouder op kind
Kapitaal ouders steeds bepalender voor vermogenspositie kinderen
Het CPB onderzocht de vermogensposities van ouders en kinderen rond 40-jarige leeftijd. Erfenissen spelen bij de gevonden samenhang tussen de vermogensposities van ouders en kinderen op die leeftijd nog niet of nauwelijks een rol. Vermogende ouders geven tijdens hun leven hun kinderen al eerder steuntjes in de rug. Op latere leeftijd kunnen erfenissen de gevonden samenhang in vermogensposities nog verder versterken.
Sterke vermogensgroei
Door de sterke algehele vermogensgroei tussen 1992 en 2022 heeft driekwart van de veertigers meer vermogen dan hun ouders op dezelfde leeftijd. Veel kinderen hebben geprofiteerd van de sterke vermogensgroei, onder meer als gevolg van de stijgende huizenprijzen ten opzichte van de consumenteninflatie. Kinderen van ouders met de 10% laagste vermogens hebben bijna allemaal meer vermogen dan hun ouders op dezelfde leeftijd.
Samenhang sterker in de top
In de top is de samenhang tussen de vermogensposities van ouders en kinderen het sterkst. Kinderen van ouders die behoren tot de 1% mensen met de grootste vermogens, behoren als 40-jarige gemiddeld tot de 20% meest vermogende huishoudens van het land. Kinderen van ouders uit de top 0,01% behoren zelfs tot de 4% meest vermogenden. Voor kinderen van ouders met de 20% laagste vermogens is de samenhang met de vermogenspositie van hun ouders het minst sterk.
Doorgeven van vermogen
Er zijn verschillende manieren waardoor de vermogenspositie van ouders kan worden doorgegeven aan hun kinderen. Zo kunnen ouders met een vermogen hun kinderen op jonge leeftijd een startkapitaal geven, of op latere leeftijd door een schenking ondersteunen, bijvoorbeeld bij het aankopen van een woning. Ook kunnen ouders indirect helpen door hulp te bieden bij de opleiding en de ontwikkeling van andere vaardigheden, waardoor kinderen beter in staat zijn hun vermogen te laten groeien.