Hoe werken wij?

Aanvullende vragen en antwoorden deel 1.

Nee, het CPB bepaalt zelf welke werkzaamheden het oppakt: de directeur van het planbureau stelt het werkprogramma jaarlijks vast, gehoord het gevoelen van de ministerraad. Het werkprogramma wordt vervolgens gepubliceerd op de website. Het ministerie van EZK of een ander departement kan uiteraard wel aan het CPB verzoeken doen voor onderzoek. Het CPB kan onderzoeksvragen verbreden of versmallen als dat nuttig wordt geacht. 

De directeur van het CPB wordt voor een periode van zeven jaar benoemd en heeft op grond van het Mandaatbesluit SG EZ de vrije hand bij de aanstelling van wetenschappelijk personeel. 

De financiële grondslag is geregeld in de ‘Aanwijzingen voor de planbureaus’. (Aanwijzing 10): Van de werkzaamheden die een planbureau uitvoert is minimaal 80% begrotingsgefinancierd en maximaal 20% extern gefinancierd om de onafhankelijkheid te borgen. Het gaat dus voor (ruim) 80% om een vast budget dat niet gerelateerd is aan specifieke opdrachten.

Het CPB heeft een eigen communicatie-afdeling. Het kiest zijn eigen timing voor de publicatie. Voor het moment van publiceren van onderzoeken op verzoek van departementen, geldt de volgende (standaard-) procedure: er wordt altijd gepubliceerd, uiterlijk twintig dagen nadat het CPB het onderzoek gereed acht. Mochten departementen uitstel wensen, dan moeten zij een met redenen omkleed verzoek hiervoor indienen bij de directeur van het CPB. Verder geldt dat als iets lekt (eerder naar buiten komt), het CPB direct tot publicatie kan overgaan, ook als het vertrouwelijke verzoeken betreft. 

In de loop van het onderzoeksproject worden tussenresultaten niet alleen met academici zoals de Academic Partners gedeeld, maar ook met de betrokken departementen. Dat is belangrijk omdat het CPB op die manier gebruik kan maken van de expertise binnen de departementen die relevant kan zijn (cf. de visitatie-commissie Frijns). De kern van onafhankelijke oordeelsvorming is dat onderzoekers hun eigen bevindingen opschrijven en geen druk voelen om zaken aan te passen. Bij publicaties die het resultaat zijn van een verzoek door een departement zal het persbericht kort van tevoren ter kennisname aan het betrokken departement worden gestuurd.