23 februari 2024
CPB Column - Pieter Hasekamp

De economie zal ons altijd verrassen

Photo of Pieter Hasekamp
Afgelopen donderdag verscheen het Centraal Economisch Plan (CEP). Anders dan de naam suggereert is het geen plan maar een prognose, die aangeeft welke economische ontwikkeling het CPB verwacht bij ongewijzigd beleid en zonder grote schokken van buitenaf. De aandacht in de media gaat altijd uit naar de koopkrachtcijfers: krijgen we netto meer te besteden? Daarnaast staan vaak ook de overheidsfinanciën in de belangstelling. Het CEP is elk jaar het startpunt voor de begrotingsbesluitvorming, maar laat dit keer ook zien dat de budgettaire ruimte voor een nieuw kabinet beperkt is.
Pieter Hasekamp
directeur bij het Centraal Planbureau
Photo of Pieter Hasekamp

Maar het CEP is meer dan cijfers: het is ook het verhaal van de Nederlandse economie. De afgelopen jaren lezen wat dat betreft als een avonturenboek. Vier jaar geleden stonden we aan het begin van de coronacrisis. Die ging gepaard met een buitengewone krimp van de economie, maar ook met ongekende steunpakketten vanuit de overheid en een zeer krachtig economisch herstel. 
En op de kop af twee jaar geleden – de laatste lockdowns waren net beëindigd – viel Rusland Oekraïne binnen, waardoor Nederland en Europa in een energiecrisis belandden. De prijzen voor gas, elektriciteit en ook voedsel stegen explosief, een ontwikkeling die samenviel met verstoringen in aanbodketens na de coronapandemie. Het resultaat is bekend: de inflatie piekte op niveaus die we sinds de jaren 70 niet meer hadden gezien. En omdat lonen altijd trager reageren dan prijzen, kreeg de koopkracht van huishoudens het zwaar te verduren, ondanks opnieuw steun vanuit de overheid.

Onzekerheden

Hoe gaat het verder? De verwachting is dat de daling van de inflatie dit jaar doorzet, terwijl de lonen blijven stijgen. Daardoor herstelt de koopkracht en trekt de consumptie weer aan, net als de export. Investeringen blijven nog wat achter, als gevolg van de hogere rente en beleidsonzekerheid. De arbeidsmarkt blijft krap. De economie groeit gematigd, en dat blijft de komende jaren zo. Het verhaal dreigt behoorlijk saai te worden….

Maar is dat zo? ‘Events, dear boy, events’ was het fameuze antwoord van de Britse premier Harold Macmillan op de vraag wat de toekomst van zijn regering zou bepalen. De gebeurtenissen van de afgelopen vier jaar onderstrepen die stelling nog eens. Ook nu zijn er voldoende onzekerheden: mogelijke escalatie van de oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten, nieuwe geopolitieke spanningen, handelsconflicten, een nieuwe eurocrisis  – allemaal denkbare risico’s voor de Nederlandse economie.

Tweeledig beeld

De moraal van het verhaal is daarom tweeledig. Terugkijkend kunnen we zeggen dat het allemaal een stuk beroerder had gekund. Ondanks de historisch grote schokken van de afgelopen vier jaar is de Nederlandse economie in die periode per saldo met 6% gegroeid. Daarmee doet Nederland het precies twee keer zo goed als het gemiddelde van de eurozone. De koopkracht is dit jaar nog niet volledig hersteld van de energiecrisis, maar veel scheelt het niet – en het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft, is juist fors gedaald. 

Het overheidsbeleid speelde daarbij een belangrijke rol. Eerst door het generieke steunbeleid tijdens de coronapandemie, vervolgens door het gerichte armoedebeleid en de introductie van het prijsplafond tijdens de energiecrisis. Ook de monetaire autoriteiten, vaak bekritiseerd, hebben gedaan wat gedaan moest worden: tijdens de coronacrisis verschaften zij de broodnodige liquiditeit en vervolgens is door een snelle verkrapping voorkomen dat de hogere inflatie zich in de verwachtingen zou nestelen.

Vooruitkijkend is het beeld minder rooskleurig. De vergrijzing begint nu echt door te zetten, waardoor het arbeidsaanbod nog maar beperkt groeit. En de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit houdt naar verwachting ook niet over. Op de middellange termijn, de komende acht jaar, groeit de Nederlandse economie maar met zo’n 1% per jaar. Dat maakt het lastiger om de beleidsambities op tal van terreinen te combineren. 

De groeiende zorgvraag, het borgen van bestaanszekerheid, beter onderwijs, meer woningen, meer defensie, de energietransitie: het kost allemaal geld, en menskracht. Dat vraagt om keuzes, en ook om enige speelruimte om tegenvallers op te vangen. In dit licht blijft het advies van de Studiegroep Begrotingsruimte verstandig: houd het begrotingstekort op veilige afstand van 3% van het bbp, de Europese norm. Het economische verhaal voltrekt zich immers nooit volgens plan.

Dit essay van Pieter Hasekamp is op vrijdag 23 februari 2024 ook gepubliceerd op de opiniepagina van Het Financieele Dagblad.

alle columns en artikelen

Pieter Hasekamp

directeur bij het Centraal Planbureau

Neem contact op

Lees meer over