DUO-lenen kost geld
Derk Visser
wetenschappelijk medewerker bij het Centraal Planbureau
Nu het aflossen volop in de aandacht staat, vinden we het tijd om onze studie af te stoffen. Wat zijn de gevolgen van deze stijgende rente voor oud-studenten en voor de overheid? En zijn studenten hiervan wel voldoende op de hoogte?
Hoe werkt het aflossen van een studieschuld?
Tijdens je studie bouw je een studieschuld op, en ongeveer twee jaar na afstuderen begint het aflossen. Dat werkt zo: in 35 jaar betaal je een vast bedrag terug zodat de studieschuld precies is afgelost aan het eind van de looptijd. Dit bedrag bestaat uit twee delen: aflossing en rente. Als het rentepercentage stijgt, moet je dus ook een hoger bedrag per maand terugbetalen.
DUO houdt er wel rekening mee dat het maandbedrag niet te hoog wordt via de draagkrachtregeling. Deze regeling stelt een maximum maandbedrag vast dat je moet terugbetalen: 4% van het inkomen boven de draagkrachtvrije voet. Dat klinkt ingewikkeld, maar stel je hebt geen partner, geen kinderen en je verdient €30.000 per jaar. De draagkrachtvrije voet is in dit geval ongeveer €21.800. Je betaalt dan maximaal ongeveer €27 per maand (4% van €8.200 gedeeld door 12 maanden), je kan uiteraard wel vrijwillig meer aflossen. In de onderstaande figuur kan je zelf het rentepercentage en inkomen aanpassen, dan zie hoe hoog het door DUO berekende maandbedrag is afhankelijk van de hoogte van de initiële studieschuld. Met de rekenhulp van DUO kun je ook het maandbedrag voor je eigen situatie berekenen.
Minder aflossen betekent een hogere rentelast
De studieschuld kent dus gunstige terugbetaalvoorwaarden, maar daar zit wel een keerzijde aan. Als je minder aflost door de draagkrachtregeling, blijft er wel elke maand een stuk van de schuld liggen. Die moet in de resterende looptijd worden terugbetaald, inclusief rente. Door de lange looptijd van 35 jaar kunnen die rentekosten flink oplopen.
Bij een lager inkomen en een hoge schuld kan het zelfs zijn dat het maandbedrag dat DUO berekent, lager is dan de rentelast. Dan neemt de schuld niet af, maar toe. Neem bijvoorbeeld het bovenstaande voorbeeld van een inkomen van €30.000 en een berekend maandbedrag van €27 per maand. Bij een schuld van €25.000 en een rentepercentage van 2% neemt de schuld met €500 toe terwijl de standaard jaarlijkse aflossing slechts €330 is (12 keer €27).
Dit kan ook leiden tot meer kwijtscheldingen van schulden aan het einde van de looptijd (na 35 jaar), als het inkomen niet genoeg stijgt. Zo kan de stijgende rente de overheid ook geld kosten, hier werd recent ook op gewezen in Het Financieele Dagblad. Bereken hieronder zelf hoe jouw studieschuld zich ontwikkelt, afhankelijk van de rente en je startinkomen.
Een studieschuld betekent ook dat je een lagere maximale hypotheek kan krijgen. En als de rente stijgt, telt die studieschuld zwaarder mee.
Verschil tussen oude en nieuwe terugbetaalregels
We hebben het tot nu gehad over de terugbetaalregels voor studenten in het hoger onderwijs die gelden vanaf 2018. De terugbetaalregels van vóór 2018 en voor mbo-studenten verschillen op drie belangrijke punten: de terugbetaalperiode is korter (15 jaar), je betaalt een hoger maximaal maandbedrag, en de schuld heeft een grotere impact op de maximale hypotheek. We richten ons op het ‘nieuwe stelsel’, omdat hierbij de gevolgen van de rentestijging groter zijn vanwege de gemiddeld lagere maandbedragen en een langere terugbetaalperiode.
Financiële zorgplicht van de overheid
Zoals minister Dijkgraaf recent ook aan de Kamer schreef, blijkt nu dat sommigen (onterecht) dachten dat de rente 0% zou blijven en dat de studieschuld niet zou meetellen voor een hypotheek. Dat mensen daardoor nu verrast worden, komt mogelijk doordat (oud-)studenten onvoldoende op de hoogte zijn van de leenvoorwaarden. De overheid heeft een zorgplicht en moet studenten goed informeren. De studielening is voor velen het eerste financiële product waarmee ze in aanraking komen, dus dat is hét moment om er kennis over op te bouwen.
Dat studenten niet altijd goed op de hoogte zijn van hun rechten en plichten, blijkt bijvoorbeeld ook uit het hoge niet-gebruik van de aanvullende beurs in het hoger onderwijs en het mbo. Een deel van de studenten die de beurs niet aanvraagt, leent wel en bouwt zo dus onnodig een hogere studieschuld op die met rente terugbetaald moet worden.
Qua vormgeving is een studieschuld vergelijkbaar met een annuïteitenhypotheek, maar bij een hypotheek zit een uitgebreide bijsluiter en meestal een gesprek met een hypotheekadviseur. Studenten kunnen betrekkelijk eenvoudig lenen en de voor de private sector verplichte ‘geld lenen kost geld’-waarschuwing ontbreekt. Extra actieve voorlichting op bijvoorbeeld de middelbare school en tijdens de studie kan mogelijk helpen.
Invloed van standaardkeuzes
Daarnaast weten we ook dat het belangrijk is welke standaardkeuzes de overheid aanbiedt. Zo gingen studenten minder lenen nadat het standaardvinkje om maximaal te lenen van de DUO-website werd verwijderd in 2014. En in onze studie van twee jaar geleden zagen we direct een toename in het gebruik van de draagkrachtregeling toen de regeling geautomatiseerd werd en studenten het niet meer zelf hoefden aan te vragen. Het is dan wel belangrijk dat deze studenten beseffen dat hierdoor de totale rentelast kan toenemen.
De overheid zou bij het kiezen van de standaardopties ook rekening kunnen houden met welke opties de meeste rust en zekerheid bieden. Naast het verlagen van de rente zou een langere rentevaste periode meer zekerheid kunnen geven, zeker nu de afbetaalperiode zo lang is geworden. Populaire rentevaste perioden voor hypotheken zijn bijvoorbeeld doorgaans langer dan 5 jaar, blijkt uit cijfers van DNB.
Dus voor de overheid geldt: tijdige en actieve voorlichting is belangrijk, denk goed na over de aangeboden standaardkeuzes en wees duidelijk over de gevolgen van de studieschuld en de te maken keuzes. Zo komen studenten niet voor verrassingen te staan. Zelf checken we op ‘Mijn DUO’ nog eens goed hoeveel geld we nog verschuldigd zijn, wat onze rente wordt en of het verstandig is toch wat extra af te lossen.
Derk Visser en Bas Scheer
Met dank aan René Nieuwenhuizen.
- meer over Derk
alle columns en artikelen
Recente CPB columns
- Een prikkelend toekomstperspectief - Jan-Maarten van Sonsbeek
- We kunnen de aarde redden. Maar willen we dat? - Marcel Timmer
- Nauwe band met VS maakt ons welvarend én kwetsbaar - Pieter Hasekamp
alle columns en artikelen