Ruler of the universe?
Pieter Hasekamp
directeur bij het Centraal PlanbureauRuler of the universe?
Verder van het gedachtegoed van Jan Tinbergen kan een CPB-directeur niet afdwalen, zo lijkt het. Toch was dit de associatie die de afgelopen maanden – ik ben op 1 maart in deze functie begonnen – soms bij mij opkwam. Ik leg het uit.
In The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy1 gaan de hoofdpersonen op zoek naar de man die het heelal regeert. Ze vinden hem uiteindelijk op een afgelegen planeet, helemaal alleen, in een hutje met lekkend dak. Hij beantwoordt de vragen die het leven van alle heelalbewoners bepalen volstrekt open en belangeloos, zonder te weten of die heelalbewoners – of zelfs de vragenstellers – wel echt bestaan. Zijn enige zekerheid is het plezier dat hij ontleent aan de – mogelijk ingebeelde – aanwezigheid van zijn kat.
Voor mij is dit heel herkenbaar. Ook het CPB moet, als een soort economisch orakel, voortdurend antwoord geven op vragen vanuit de politiek. Hoe ontwikkelt de economie zich tijdens de coronapandemie? Wat is een houdbaar overheidssaldo? Werkt de nieuwe BIK? Wat betekenen de plannen van politieke partijen voor ongelijkheid, overheidsfinanciën en werkgelegenheid op de lange termijn? En nee, sinds we de Van Stolkweg hebben verruild voor het Bezuidenhout zijn we niet langer gehuisvest in een voormalig verzorgingshuis met lekkend dak. Maar eigenlijk maakt dat niet uit: sinds half maart werk ik vrijwel volledig thuis en vraag ik me ook soms af of die wereld achter het beeldscherm wel echt bestaat. Gelukkig lopen er thuis drie katten rond…
Onafhankelijk rekenmeester
Het Centraal Planbureau bestaat dit jaar 75 jaar. Tinbergen ging kort na de Tweede Wereldoorlog als eerste directeur aan de slag om met kwantitatief en beleidsgericht economisch onderzoek de wederopbouw van Nederland te ondersteunen. De hierboven beschreven levenshouding zou hem vreemd voorkomen: Tinbergen was een idealist die streefde naar een wereld zonder oorlog en armoede. Toch was hij ook pragmatisch: het CPB ontwikkelde zich onder zijn leiding niet tot planner in een centraal geleide economie, zelfs niet tot adviesorgaan dat het beleid met de grootste opbrengst voor de “volkswelvaart” aanreikte. Nee, het CPB is na die turbulente beginjaren de onafhankelijke rekenmeester van de politiek geworden, met “spoorboekjes” die de effecten van “beleidsimpulsen” in kaart brengen. Niet voor niets heet de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s – een unieke traditie die al 35 jaar stand houdt – Keuzes in Kaart.
Heeft het CPB dan geen macht? Bij die term gaan we altijd wat ongemakkelijk op onze stoel schuiven. “Invloed” klinkt vriendelijker, want het CPB besluit zelf niets, maar brengt vooraf en achteraf de gevolgen van besluiten in beeld. En doet dat op basis van wetenschappelijke inzichten en empirische gegevens, vertaald in modellen die kenbaar zijn voor de buitenwereld, met een werkwijze die zowel volstrekt voorspelbaar als transparant is. “Bloedeloos saai” noemde mijn voorganger die werkwijze in een interview. Anderen zien vooral een geoliede machine, waarbij je zou kunnen veronderstellen dat de rol van de directie zich beperkt tot het af en toe toevoegen van een scheutje olie2 … hoezo machtig?
Invloed zonder eigen agenda
Toch is dat een te simpele voorstelling van zaken. De machine moet af en toe opnieuw afgesteld worden – sterker nog, er is geen sprake van één machine, maar van een hele batterij aan machines/modellen, die allerlei producten produceren. Waaraan vervolgens ook nog geschaafd moet worden door hoogopgeleide vaklieden, op basis van kennis, ervaring en gezond economisch verstand. Bovendien verandert de omgeving van het CPB voortdurend, en daarmee de vraag naar, en het nut van, de verschillende producten.
Tinbergen adviseerde economen al om af en toe uit het raam te kijken – maar kijk dan wel naar meerdere kanten, zou ik eraan toe willen voegen. De geschiedenis van het CPB laat zien dat het bureau altijd met zijn tijd is meegegaan, maar ook zijn eigen karakter heeft behouden: kwantitatief, beleidsgericht, onafhankelijk. De invloed die het CPB heeft volgt eerder uit de keuze wat we doen, dan hoe we het doen. Want dat laatste moet volgen uit de economische wetenschap en de beschikbare data. Het CPB agendeert wel, maar heeft geen eigen agenda.
Hoe verder?
Hoe gaat het verder? De verleiding is groot om in deze bijzondere tijd – ik had me eigenlijk voorgenomen om de coronacrisis even niet te noemen – parallellen te trekken met de begintijd van het CPB. Dat was eveneens een periode van grote onzekerheid, een tijd waarin de overheid, noodgedwongen of uit overtuiging, het voortouw nam bij de wederopbouw van de economie. En ook nu zijn er grote maatschappelijke vraagstukken die om politieke keuzes vragen. Tegelijkertijd is het geloof in de maakbaarheid van de samenleving veranderd.
Overigens werd ook direct na de oorlog al aan die maakbaarheid getwijfeld: niet voor niets werd het CPB geen planbureau, maar een rekenmeester. “Wat willen die lui?” vraagt Bas Haring zich af in ons jubileumboekje. Om als antwoord te geven: “De overheid helpen om gedegen beleidsbeslissingen te nemen, op basis van inschattingen die gefundeerd zijn in wetenschap.” En daar kan ik goed mee leven. Niet als heerser op een verre planeet, maar als rekenmeester en economisch adviseur in het Nederland van nu, waar de beleidsopgaven in de samenleving zichtbaar en voelbaar zijn.
Pieter Hasekamp
(1) Douglas Adams, The Restaurant at the End of the Universe, Part 2 of The Hitch-Hiker’s Guide to the Galaxy, Pan Books, 1980.
(2) Zie bijvoorbeeld deze recente column van Martin Visser in De Telegraaf.
- meer over Pieter
alle columns en artikelen
Recente CPB columns
- De sleutel tot meer woongenot - Jurre Thiel
- Een prikkelend toekomstperspectief - Jan-Maarten van Sonsbeek
- We kunnen de aarde redden. Maar willen we dat? - Marcel Timmer
alle columns en artikelen