Zorggebruik en beloning van medisch specialisten in de ziekenhuiszorg
Beloningswijze en aantal specialisten bepalen hoeveelheid ziekenhuisbehandelingen
Dit blijkt uit een gezamenlijke studie van het Centraal Planbureau (CPB), de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de Erasmus Universiteit (Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg), verricht door de onderzoekers Rudy Douven, Remco Mocking en Ilaria Mosca.
In het onderzoek werden 1,7 miljoen Diagnose-Behandelcombinatie’s (DBC´s) onderzocht, voor verschillende soorten behandelingen: staar, amandelen, hernia, spataderen, liesbreuk, artrose (knie en heup) en heupbreuk, gedurende de periode 2006 tot en met 2009. Centraal daarbij stonden de regionale verschillen in behandeling (praktijkvariatie), die zich gedurende langere tijd voordoen.
Het blijkt dat in regio’s waar één procent meer specialisten in loondienst zijn, er 0,15 procent meer behandelingen worden uitgevoerd. Als er één procent meer vrijgevestigde specialisten zijn, dan ligt het gemiddelde aantal behandelingen echter 0,4 procent hoger. Dit wordt verklaard door de verschillen in financiering. Een belangrijk kenmerk van vrijgevestigde specialisten is dat zij per behandeling betaald krijgen en dus hun eigen inkomen kunnen verhogen door meer te behandelen. Voor specialisten in loondienst geldt dit niet of in mindere mate.
Aangetekend dient te worden dat het aantal behandelingen afhangt van de (medische) beslissingsruimte van de specialist om wel of niet te behandelen. In hoeverre de gevonden regionale variatie in het aantal behandelingen duidt op medische over- of onderbehandeling vergt nader onderzoek.
Een uitgebreide Nederlandse samenvatting van het onderzoek is te vinden in het blad Economische Statistische Berichten (ESB).
Contactpersonen
In dit onderzoek worden acht verschillende soorten behandelingen in het B-segment van de ziekenhuiszorg bestudeerd: staar, amandelen, hernia, spataderen (heelkunde en dermatologie), liesbreuk en arthrose (knie en heup), en één behandeling in het A-segment (heupbreuk). Dit is een Engelstalige publicatie.
Het betreft in totaal 1,7 miljoen DBC´s in ziekenhuizen en klinieken gedurende de periode 2006 tot en met 2009.
Het onderzoek laat zien dat verzekerden die in gebieden wonen met relatief veel specialisten, vaker worden behandeld. Dit effect is het grootste voor vrijgevestigde specialisten. 1% meer specialisten impliceert een gemiddelde toename van het aantal behandelingen met 0,4% wanneer het vrijgevestigde specialisten betreft en 0,15% bij specialisten in loondienst. Deze resultaten kunnen worden verklaard door verschillen in financiering tussen artsen. Een belangrijk kenmerk van vrijgevestigde specialisten is dat zij per behandeling betaald krijgen en hun eigen inkomen kunnen verhogen door meer te behandelen. Voor specialisten in loondienst geldt dit niet of in mindere mate.
Een uitgebreide Nederlandse samenvatting van het onderzoek is te vinden in het blad Economische Statistische Berichten (ESB).