23 december 2015

Behandelen extrinsiek gemotiveerde GGZ-aanbieders anders dan niet-extrinsiek gemotiveerde aanbieders?

Dit onderzoek bestudeert of er verschillen bestaan in de mate waarin zorgaanbieders reageren op financiële prikkels, oftewel extrinsiek gemotiveerd zijn. Allereerst blijkt dat circa 75% van de zorgaanbieders in meer of mindere mate extrinsiek gemotiveerd is.
No title

Vervolgens kijken we of verschillen in motivatie samengaan met verschillen in behandelduur en de uitkomst van een behandeling. Het blijkt dat aanbieders die niet of in mindere mate  extrinsiek gemotiveerd zijn korter behandelen en betere zorguitkomsten hebben. Het onderzoek richt zich op 1440 vrijgevestigde aanbieders in de curatieve geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Voor de identificatie van de effecten maken we gebruik van de beloningsstructuur die in 2008 is ingevoerd voor vrijgevestigde aanbieders.

Vanaf 2008 kregen vrijgevestigde psychologen en psychiaters betaald op basis van de totale behandelduur van een DBC. De totale behandelduur wordt gemeten in minuten en bestaat uit therapie (zowel in een groep als individueel), indirecte behandeltijd en gewogen dagbesteding. De totale beloning stijgt trapsgewijs met de duur van een behandeling. Bijvoorbeeld voor depressiebehandelingen is de totale beloning voor een behandelduur tot 800 minuten 877 euro (in 2008 prijzen). Van 800 tot 1800 minuten is de beloning 1786 euro, na 1800 minuten stijgt de beloning naar 3297 euro en vanaf 3000 minuten is de beloning gelijk aan 5611 euro. Dit geeft aanbieders net voor de tariefgrens van 800, 1800 of 3000 minuten een sterke financiële prikkel om de behandeling te verlengen tot net na de grens, waar het hogere vergoedingstarief geldt. We gebruiken deze eigenschap van het vergoedingssysteem om te bekijken of aanbieders verschillen in de wijze waarop ze de behandelduur afstemmen op de trapsgewijze beloning.

Het onderzoek richt zich op de jaren 2008-2010 en laat zien dat er grote variatie is tussen  vrijgevestigde aanbieders in de mate waarin ze gebruik maken van de trapsgewijze beloning. Sommige aanbieders kiezen ervoor om behandelingen precies na de grens van 800, 1800 of 3000 minuten te beëindigen, veel aanbieders maken zo nu en dan gebruik van de tariefgrenzen, en er zijn aanbieders die helemaal geen rekening houden met de tariefgrenzen.

Vervolgens vergelijken we alle aanbieders op de behandelduur en de gemiddelde winst in GAF score van patiënten (de Global Assessment of Functioning is een uitkomstmaat die aangeeft hoe een patiënt functioneert op psychisch, sociaal en beroepsmatig vlak). We vinden dat aanbieders die geen rekening houden met de tariefgrenzen korter behandelen en betere uitkomsten in GAF van patiënten rapporteren dan aanbieders die wel rekening houden met de tariefgrenzen . Het beeld dat uit dit onderzoek naar voren komt is dat niet-extrinsiek gemotiveerde psychologen en psychiaters hun patiënten gemiddeld genomen ongeveer 200 minuten korter behandelen en 1 punt betere GAF uitkomsten (op een 100 puntschaal) weten te realiseren.

Auteurs

Minke Remmerswaal
Robin Zoutenbier

Lees meer over