Kwantitatieve verkenning welvaartseffecten splitsing energiebedrijven
CPB maakt kwantitatieve verkenning van kosten en baten van splitsing energiebedrijven
Voorwaarde hiervoor is onder meer dat kleinschalige energieopwekking (bijvoorbeeld WKK-installaties bij tuinders) fors aan belang gaat winnen. Als dat niet het geval is, zullen de kosten en baten ongeveer gelijk zijn; CBL-contracten kunnen dan eventueel voor een negatief resultaat zorgen.
Dit concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in de notitie 'Kwantitatieve verkenning welvaartseffecten splitsing energiebedrijven'. Deze is maandag 20 maart 2006 aan de Commissie Validatie Splitsing Energiebedrijven (de zogeheten Commissie van Wijzen) gezonden en vervolgens als bijlage bij het rapport van de Commissie aan de Minister van Economische Zaken aangeboden en naar de Tweede Kamer gezonden.
Op verzoek van de Tweede Kamer en van de Commissie van Wijzen heeft het CPB een kwantitatieve verkenning gemaakt van de kosten en baten van splitsing van de energiebedrijven. Het planbureau maakt daarbij de kanttekening dat de welvaartseffecten van de splitsing onmogelijk nauwkeurig in kwantitatieve termen te omschrijven zijn vanwege diverse onzekere factoren.
Kleinschalige energieopwekking
Een onzekere externe factor is de verdere ontwikkeling van decentrale ofwel kleinschalige elektriciteitsopwekking als speler op de groothandelsmarkt. Denk daarbij aan bedrijven en particulieren die nu hun eigen stroom opwekken, maar in de toekomst ook energie gaan aanbieden op de markt. Voorbeelden zijn tuinders met een WKK-installatie (Warmte-Kracht Koppeling), boeren of kleine industriële bedrijven met een klein windmolenpark of particulieren met zonnecellen op het dak. Zij kunnen het deel van de energie die zij niet voor eigen gebruik nodig hebben, gaan verkopen. Wil dit kleinschalige aanbod goed van de grond komen, is een onafhankelijk beheer van de distributie van groot belang.
Andere onzekerheden
Verder worden de effecten met name bepaald door hoe marktpartijen zullen reageren op effectievere regulering en vergrote mogelijkheden voor concurrentie. De effecten hangen tot slot ook af van andere beleidskeuzes die worden gemaakt, zoals over het eigendom van de energiebedrijven.
Het CPB heeft geen onderzoek gedaan naar de mogelijke kosten die voortvloeien uit de 'Cross-Border Lease' contracten. De omvang van dit risico is onbekend omdat het samenhangt met (geheime) private contracten en de onderhandelingen daarover tussen energiebedrijven en Amerikaanse investeerders. Deze kosten zijn als PM-post meegenomen, wat betekent dat het saldo van de overige kosten en baten steeds moeten worden afgewogen tegen de mogelijke omvang van deze PM-post.
Privatisering kan welvaart nog eens extra verhogen
Uit de kwantitatieve verkenning volgt dat, afgezien van de PM-post voor CBL-claims, het netto welvaartseffect van eigendomssplitsing kan oplopen tot een miljard euro wanneer de rol van decentrale ofwel kleinschalige opwekking voor de groothandelsmarkt belangrijker wordt. Bij een gelijkblijvend belang van kleinschalige opwekking is het netto-welvaartseffect van eigendomssplitsing (wederom exclusief de mogelijke kosten van CBL's) ongeveer neutraal. De kosten van de reorganisatie van de bedrijven worden dan ongeveer gecompenseerd door de efficiëntiewinsten bij de netwerken, de groothandelsmarkt en de eindgebruikersmarkt.
De welvaartseffecten van eigendomssplitsing worden groter indien splitsing gepaard gaat met privatisering van commerciële activiteiten, al dan niet in combinatie met gedeeltelijke privatisering van de netwerkactiviteiten. Het netto-welvaartseffect (exclusief de mogelijke kosten van de CBL-claims) kan hierdoor nog eens met grofweg een half miljard euro toenemen. De positieve effecten op efficiëntie zullen in beginsel bij de consument terecht komen, terwijl de kosten vooral door de aandeelhouders worden gedragen. Dit betekent dat de prijs van energie eerder in neerwaartse richting zal worden beïnvloed door de eigendomsplitsing dan in opwaartse richting. Indirect zullen de kosten wel bij consumenten terecht komen, aangezien lokale overheden als aandeelhouders van de energiebedrijven die kosten in eerste instantie dragen.
Lees ook het bijbehorende persbericht.
In deze notitie onderzoeken we of er sinds het verschijnen van die studie nieuwe informatie beschikbaar is gekomen die tot herformulering van conclusies leidt. Hierbij besteden we in het bijzonder aandacht aan de mogelijkheden tot kwantificering van de effecten. Verder komen mogelijke gevolgen voor de elektriciteitsprijzen aan de orde.