Measuring the effectiveness of Public Employment Service (PES) workers; an empirical analysis based on the performance outcomes of regional employment offices
Bemiddeling voor werkzoekenden lonend
Dat betekent nog niet dat bemiddeling via het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) de meest efficiënte methode is; experimenten met bemiddeling via bijvoorbeeld gemeenten of uitzendbureaus zouden inzicht hierin kunnen bieden.
Dit concludeert onderzoeker Pierre Koning van het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen CPB Discussion Paper Measuring the Effectiveness of Public Employment Service (PES) Workers. In deze publicatie staat de vraag centraal of een ruimere personeelsbezetting bij CWI-kantoren leidt tot meer instroompreventie, hogere uitstroomcijfers, een meer tijdige verstrekking van uitkeringen en meer bij werkgevers geworven vacatures. Deze bevindingen worden vervolgens benut om de baten van extra personeel te vergelijken met de bijbehorende kosten. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van (maandelijkse) prestatiegegevens van CWI-regiokantoren voor 2004.
Effecten bij kortdurend werklozen
Extra medewerkers dragen vooral bij aan de uitstroom van cliënten uit de officiële doelgroep van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI, het voormalige arbeidsbureau), namelijk werklozen die minder dan zes maanden zoeken naar werk en relatief kansrijk zijn. Deze groep bestaat voornamelijk uit WW-ers, en in mindere mate uit bijstandsontvangers. Daarnaast dragen medewerkers bij aan de tijdigheid van verstrekte WW-uitkeringen, meer preventie van instroom (de 'poortwachtersrol' van CWI) en meer werving van vacatures bij werkgevers.
Overigens is het van belang op te merken dat de gevonden effecten in het algemeen bescheiden zijn. Zo leidt bijvoorbeeld een toename van 10% van het aantal CWI-werknemers tot een verkorting van de verwachte zoekduur van CWI-cliënten van ongeveer één dag. Dit komt overeen met een (structurele) verlaging van het aantal werkzoekenden bij CWI van 2,5 duizend personen.
Effecten bescheiden, maar kosten-effectief
De gevonden effecten van CWI-medewerkers op preventie en instroom zijn dus bescheiden, zeker vergeleken met het belang van de lokale arbeidsmarktvooruitzichten. Om de effecten beter in perspectief te zien is het inzichtelijk om de kosten en baten van een personeelsuitbreiding van 10% te vergelijken. De kosten hiervan bedragen ongeveer 40 mln euro. Daar tegenover staan uitkeringsbesparingen ten gevolge van een hogere uitstroom uit de WW en bijstand (40 mln euro) en die van minder instroom door meer preventie (15 mln euro). CWI is dus kosten-effectief: de uitkeringsbesparingen van extra inzet van medewerkers compenseren de kosten ruim.
Vooral activering werkt
CWI kan de uitstroom naar werk bevorderen door werving van vacatures bij de werkgevers (de vraagkant) en door activering van werkzoekenden (de aanbodkant). De schattingen suggereren dat vooral activering van werkzoekenden leidt tot betere preventie en uitstroom. Registratie van meer vacatures lijkt minder effectief. Een groot deel van de vacatures die CWI registreert is namelijk al bekend bij uitzendbureau's of langs andere kanalen.
Verdere onderzoeksmogelijkheden
Wat resteert is de vraag of preventie en bemiddeling effectiever zijn bij uitvoering door het CWI dan wel door gemeenten of uitzendbureaus. Om dit te achterhalen zou in specifieke regio's geëxperimenteerd kunnen worden met overheveling van CWI-taken, of tot intensieve samenwerking van CWI met UWV en gemeenten. De vraag is of dit leidt tot meer uitstroom en preventie in de betreffende regio's. Aldus kan vastgesteld worden wat zwaarder weegt: de efficiencyvoordelen en expertise van een landelijk opererend CWI, of de kracht van gemeenten om op decentraal niveau arbeidsmarktbeleid te voeren.
De schattingsresultaten zijn in lijn met de doelgroep waarvoor het CWI primair verantwoordelijk is: extra CWI medewerkers leiden tot meer uitstroom van kortdurend werklozen (en zo tot preventie van langdurige werkloosheid), een meer tijdige afwikkeling van cliënt-intakes, een strengere poortwachtersfunctie en een hoger vacaturebereik. De effecten van extra CWI-medewerkers zijn in het algemeen bescheiden, maar zijn voldoende om tot kosten-effectiviteit te komen. Dat wil zeggen: de kosten van extra personeel worden gecompenseerd door uitkeringsbesparingen door meer preventie en uitstroom.