Onderzoek Nationale Luchthaven: conclusies over verricht onderzoek
Doorgroei op Schiphol biedt perspectief; luchthaven in zee is problematisch
Bovendien verslechtert de bereikbaarheid van de luchthaven en zijn er nog onverkende complicaties op het terrein van de ruimtelijke ordening en de veiligheid.
Op basis van de thans beschikbare informatie moet worden geconcludeerd dat de verplaatsing van de nationale luchthaven naar zee problematisch is. De mogelijkheden van Schiphol zijn nog niet uitgeput. Tal van instrumenten, variërend van herconfiguratie van het banenstelsel tot geluidsheffingen, staan nog ter beschikking om de dubbele doelstelling van meer groei en minder overlast te bereiken. Zo concludeert het Centraal Planbureau in het zojuist verschenen Werkdocument 116, 'Onderzoek Nationale Luchthaven: conclusies over verricht onderzoek'.
Achtergrond
De projectorganisatie ONL (Onderzoek Nationale Luchthaven) en de luchtvaartsector hebben in het afgelopen jaar diverse onderzoeken laten verrichten. ONL heeft het Centraal Planbureau gevraagd deze onderzoeken in kort bestek nog eens te beoordelen. De resultaten van deze evaluatie zijn in december 1999 aangeboden aan het kabinet.
Noordzee-locatie
Op basis van de informatie die thans voor ligt, concludeert het CPB dat de Noordzee-optie problematisch is. Nadelen zijn:
- Een groot exploitatie-tekort
- De verslechtering van de landzijdige bereikbaarheid
- Leefbaarheid, milieu en veiligheid
Nadeel 1: een groot exploitatie-tekort Uit alle onderzoeken rond de eiland-opties komen grote exploitatie-tekorten naar voren. Het CPB concludeert dat deze tekorten niettemin nog belangrijk worden onderschat.
Er zijn belangrijke opwaartse risico's bij de investeringskosten en bij de baten dienen correcties plaats te vinden voor ten onrechte opgenomen gebruikersheffingen, overschatte inkomsten van de railverbinding en overschatte inkomsten uit de luchthavenexploitatie.
Nadeel 2: Verslechtering landzijdige bereikbaarheid In vergelijking met Schiphol is bij een luchthaven in de Noordzee sprake van een duidelijke achteruitgang van de landzijdige bereikbaarheid. Dit betekent concreet reistijdverliezen, extra reiskosten en het verdwijnen van keuzevrijheid ten aanzien van de gewenste wijze van vervoer. Zo blijkt uit eerste ruwe berekeningen dat reistijdverliezen voor passagiers en werknemers maatschappelijke kosten met zich meebrengen, die ƒ10 mld aan contante waarde zouden kunnen overstijgen. Voor het zeer prijsgevoelige vrachtverkeer is de situatie waarschijnlijk nog problematischer.
Nadeel 3: Leefbaarheid, milieu en veiligheid Tegenover de belangrijke voordelen van de eiland-optie voor de leefbaarheid rondom Schiphol, staat een aantal nadelen voor leefbaarheid, milieu en veiligheid elders. Allereerst moet de spoorverbinding worden aangelegd door achtereenvolgens een dichtbevolkt gebied en een kwetsbaar duingebied. Op het gebied van (interne) veiligheid is de vogelproblematiek belangrijk. De grotere mobiliteit door langere reisafstanden is nadelig voor het milieu.
De Schiphol-locatie: de mogelijkheden zijn nog niet uitgeput
Het onderzoek naar mogelijkheden op de Schiphol-locatie steekt nogal bescheiden af tegen het onderzoek naar het eiland. De sector heeft wel een aantal redesign-varianten bekeken. De sector prefereert zogenaamde P-stelsels (beperkte herconfiguratie door toevoeging van parallelle banen). Alleen als de andere, grotere stelsels evident betere milieuresultaten geven, zijn deze maatschappelijk te prefereren. Daar lijkt het niet op, maar de beschikbare informatie laat nog geen definitief oordeel toe.
Opmerkelijk in de analyses is dat alle aandacht uitgaat naar banenstelsels. Minstens zo belangrijk voor de milieu-capaciteit zijn de vlootsamenstelling en het gebruik van de banenstelsels. Gedifferentieerde geluidsheffingen kunnen bijvoorbeeld leiden tot een additionele reductie van de geluidshinder per vliegbeweging. De mogelijkheden op deze terreinen zijn nog lang niet uitgeput en op sommige fronten (tariefpolitiek) zelfs nog nauwelijks beproefd.
Lees ook het bijbehorende persbericht.
De optie van een luchthaven op een eiland in de Noordzee roept een aantal problemen op. Ten eerste dekken de opbrengsten van de particuliere sector niet de investeringskosten. Het verwachte tekort varieert van 30 tot 50% van de totale investeringskosten (van ongeveer 40 miljard gulden). Om verschillende redenen is dit tekort waarschijnlijk onderschat.
Ten tweede is een eiland relatief ontoegankelijk, wat leidt tot extra reistijd en reiskosten voor passagiers, vracht en medewerkers. De extra tijd en extra kosten kunnen oplopen tot een opmerkelijke daling van de welvaart.
Ten derde en ten slotte zal een eiland stuiten op verschillende problemen op het gebied van ruimtelijke ordening en veiligheid, welke samen van essentieel belang kunnen worden.
De andere optie, dat wil zeggen een verdere groei van het luchtverkeer op de huidige locatie, is nog niet uitputtend onderzocht. Diverse instrumenten om aan zowel de groei als milieunormen te voldoen kunnen worden geïmplementeerd, variërend van aanpassing van de start-en landingsbanen tot heffingen op geluidsoverlast.