De maatschappelijke kosten en baten van technologiesubsidies zoals de WBSO
Technologiesubsidies: wat levert het op?
De WBSO-regeling, officieel geheten de 'Wet Vermindering Afdracht Loonbelasting en Premie Volksverzekeringen onderdeel Speur- en Ontwikkelingswerk', subsidieert de loonkosten van onderzoekers die werkzaam zijn in het bedrijfsleven. De regeling is met een budget van ca. 742 miljoen gulden per jaar het omvangrijkste instrument voor technologiebeleid van de Nederlandse overheid.
Het Centraal Planbureau (CPB) presenteert in CPB Document 8 'De maatschappelijke kosten en baten van technologiesubsidies zoals de WBSO' een maatschappelijke kosten-baten analyse die het denken over subsidieregelingen voor technologie-ontwikkeling bij bedrijven verder kan structureren.
De maatschappelijke opbrengsten van een technologiesubsidieregeling zijn in potentie groot, omdat de maatschappelijke opbrengsten van R&D groot zijn. De effectiviteit is in de praktijk echter minder groot dan men in eerste instantie zou denken, omdat:
- tevens R&D gesubsidieerd wordt die bedrijven zonder WBSO-subsidie ook zouden hebben verricht;
- subsidies tot hogere lonen voor onderzoekers leiden, zodat de toename in R&D-activiteiten kleiner is dan de toename in R&D-uitgaven;
- de extra onderzoekers bij afwezigheid van de WBSO banen zouden kunnen hebben met eveneens hoge maatschappelijke opbrengsten.
Voor een oordeel over een technologiesubsidieregeling zoals de WBSO moeten de maatschappelijke kosten van de regeling afgewogen worden tegen de maatschappelijke opbrengsten van de extra R&D-activiteiten die de regeling feitelijk weet uit te lokken. Deze afweging geeft voor de WBSO-regeling een beeld dat varieert van negatief tot zeer positief, afhankelijk van de gehanteerde veronderstellingen ten aanzien van bovenstaande beperkingen en ten aanzien van de maatschappelijke opbrengst van R&D.
Een analyse van verscheidene beleidsopties ten aanzien van de WBSO leert het volgende:
- een verdere verhoging van het WBSO-budget heeft zeker op korte termijn belangrijke nadelen gezien de krappe arbeidsmarkt voor onderzoekers;
- een deel van het WBSO-budget kan worden gebruikt om de opleiding tot onderzoeker aantrekkelijker en beter te maken. Zo kan de R&D bij bedrijven via de aanbodzijde van de arbeidsmarkt voor onderzoekers worden gestimuleerd in plaats van via de vraagzijde.
- zonder het generieke karakter van de WBSO-regeling te verliezen kan een strengere beoordeling van WBSO-aanvragen de maatschappelijke baten van de WBSO vergroten
- er zijn indicaties dat een sterkere focus van de WBSO op bedrijven die nu nog weinig R&D doen, een positief effect heeft op de hoeveelheid R&D; het effect op de maatschappelijke opbrengsten is echter onduidelijk, omdat onbekend is hoe de grootte van de uitstralingseffecten van R&D samenhangt met de omvang van de R&D-activiteiten van een bedrijf.
Lees ook het bijbehorende persbericht.
Een tentatieve maatschappelijke kosten-baten analyse van de WBSO laat echter zien dat er te weinig betrouwbare informatie voorhanden is om een finaal positief of negatief oordeel over het feitelijke welvaartseffect van de WBSO afdoende te onderbouwen. Aan de ene kant is het maatschappelijke rendement op R&D hoog, aan de andere kant hoeft een technologieregeling niet tot meer R&D activiteit te leiden, bijvoorbeeld omdat vooral bestaande R&D wordt gesteund, omdat vooral de lonen van R&D werkers stijgen, of omdat de additionele R&D werkers zonder de WBSO in andersoortige banen ook belangrijke maatschappelijke meeropbrengsten zouden genereren.
Een analyse van een aantal beleidsopties ten aanzien van de WBSO laat zien dat gezien de krappe arbeidsmarkt voor kenniswerkers belangrijke nadelen verbonden zijn aan een verdere verhoging van het WBSO budget. Andere beleidsopties verdienen meer aandacht: een verdere concentratie van de WBSO op kleinere bedrijven, een verschuiving van het WBSO budget naar beleidsinstrumenten die direct aangrijpen op het arbeidsaanbod van R&D werkers, en een strenger vernieuwingscriterium voor WBSO projecten.