25 april 2024
CPB Column - Petra Messelink

Ongelijke treden

Photo of Petra Messelink
Het pand waarin het CPB gevestigd is, heeft een monumentale trap. Vroeger liep je zo over het bordes de dubbele deur door, rechtstreeks die mooie, met een dikke loper beklede trap op. Tenminste, als je minister was. Of iemand uit de hogere managementkringen. De andere medewerkers waren aangewezen op de zijtrappen. Op die zijtrappen lag geen dik tapijt, en de treden zien er daarom flink uitgesleten uit. Verschil moest er zijn.
Petra Messelink
eindredacteur bij het Centraal Planbureau
Photo of Petra Messelink

Het toont de ongelijkheid uit vroeger jaren. Ook of misschien wel juist binnen werkkringen. Bezuidenhoutseweg 30 in Den Haag huisvestte tussen 1917 en 2013 het ministerie van Economische Zaken. Collega’s die ergens in die jaren er werkten, vertellen nog steeds over die scheidslijn die de trap weergaf. Maar ook over het moment dat die verdween. 

Maatschappelijke ladder

Een in marmer uitgevoerde hoofdtrap en eenvoudige stenen zijtrappen illustreren hoe individuen  afhankelijk van hun afkomst, privileges of kansen, op verschillende treden van de maatschappelijke ladder starten, wat hun toegang tot middelen, kansen en welvaart beïnvloedt. Terwijl sommigen schijnbaar moeiteloos naar boven klimmen of - sterker nog - door hun privileges/positie daartoe worden uitgenodigd, worden anderen belemmerd door structurele obstakels, die de ongelijkheid alleen maar groter maken.

Gelukkig hanteren we op het CPB niet meer de scheiding op grond van salarisschaal; iedereen mag de imposante trap met uitzicht op prachtige glas-in-loodramen betreden. Om dan boven op de eerste verdieping oog in oog te staan met Nobelprijswinnaar en eerste directeur van het CPB, Jan Tinbergen. De man, van wie er een borstbeeld staat, had veel tegen ongelijkheid en wordt daarom ook geassocieerd met het bedenken van een meer egalitaire inkomensnorm

Tinbergen gebruikte het motto ‘van de verdeling komt de winst’ ooit om al zijn boeken van een ex libris te voorzien, zodat hij bij het openslaan van zijn boeken direct werd herinnerd aan zijn ideaal om te komen tot een betere wereld.  Hij zag ongelijkheid als een fundamenteel maatschappelijk probleem dat niet alleen economische, maar ook sociale en ethische implicaties heeft. Hij vond dan ook dat een rechtvaardiger inkomensverdeling niet alleen een economische noodzaak was, maar ook essentieel voor het behoud van sociale cohesie en stabiliteit in de samenleving. 

Hoewel de marmeren trap voor iedereen te gebruiken is, blijkt uit een recente SCP-studie dat arm en rijk elkaar steeds minder ontmoeten. Dit is een reden tot zorg, omdat dit gepaard gaat met ongelijke kansen. Ook staat het sociale samenhang en begrip in de weg. Recent brachten we ook als CPB studies uit die ongelijkheid binnen Nederland tonen, en laten zien hoe geprobeerd wordt om die kleiner te maken, denk bijvoorbeeld aan het extra geld voor leerkrachten op achterstandsscholen.  En volgende maand komen we met een studie naar inkomensongelijkheid. 

Interactieve dialoog

Om iedereen uit te dagen na te denken over wat ongelijkheid is, hebben we vorig jaar een ‘interactieve dialoog’ uitgebracht. Daarin belicht filosoof Bas Haring drie aspecten van ongelijkheid aan de hand van dilemma’s en economische inzichten. Als niet-econoom verkende hij waarom ongelijkheid een belangrijk thema is voor de economen. Omdat ongelijkheid consequenties heeft, en omdat beleid daarop antwoorden wil hebben. 

Het idee achter deze creatieve publicatie is om mensen te laten nadenken over wat ze op basis van  feiten van ongelijkheid vinden. Het woord ongelijkheid wordt meestal gelijkgesteld met de kwalificatie dat het oneerlijk is. Maar mensen moeten verder durven kijken dan hun (onderbuik)gevoelens. Wij willen hen laten ervaren voor welke dilemma's je staat als je iets aan ongelijkheid wilt doen. Want de vraag naar wat het beste niveau van ongelijkheid is, is er ook een van individuele keuzes. En die staan naast nut en noodzaak van economische perspectieven, iets wat Tinbergen in zijn maatschappelijke betrokkenheid ook al liet zien. 

Ondertussen hoef ik niet meer te twijfelen welke trap ik neem als ik naar mijn werkplek ga. Zou ik vroeger ongetwijfeld naar de zijtrappen zijn verwezen, nu ga ik met opgeheven hoofd iedere keer bewust de monumentale trap op. Met daarbij regelmatig de gedachte aan hen die vroeger hiervan uitgesloten waren of aan anderen die tegenwoordig nog steeds met vormen van ongelijkheid te maken hebben.  Waarbij ik natuurlijk wel besef dat welke fysieke trap je mag beklimmen, wellicht het minste probleem is als je te maken hebt met onrechtvaardige ongelijkheid.  
 

alle columns en artikelen

Petra Messelink

eindredacteur bij het Centraal Planbureau

Neem contact op