Een ruk aan het stuur
Pieter Hasekamp
directeur bij het Centraal PlanbureauAfgelopen maandag presenteerde ik Keuzes in Kaart (KiK), de resultaten van de budgettaire en economische doorrekening van de verkiezingsprogramma’s van tien politieke partijen. De weg daarnaartoe had iets van een lange touretappe die eindigt met een massasprint. Eigenlijk lag de start direct na afloop van de vorige editie in 2017, met de evaluatie die hier te vinden is. Vervolgens vonden de voorbereidingen vooral binnen het CPB plaats: modelonderhoud, het bouwen van een database voor alle maatregelen, het opstellen van draaiboeken. Voor de buitenwereld werd er pas weer wat zichtbaar met de presentatie van de nieuwe middellangetermijnverkenning in december 2019 (er zouden nog drie updates volgen) en de publicatie van de Kansrijk Beleid-delen in de loop van 2020. Maar toen moest het echte werk nog beginnen.
Coronacrisis
Precies één jaar geleden begon ik zelf als directeur van het CPB. Toen was al duidelijk dat mijn eerste jaar voor een belangrijk deel in het teken van KiK zou staan. Maar de eerste maanden ging de aandacht vooral uit naar de effecten van de coronacrisis. Die riep ook de vraag op of doorrekenen überhaupt mogelijk zou zijn. Kon het CPB wel iets zinnigs zeggen over de economische ontwikkeling? En zou het partijen lukken om tijdig hun verkiezingsprogramma’s op te stellen in het licht van deze fundamentele onzekerheid? Afgelopen voorjaar maakte ik een rondje langs de fracties in de Tweede Kamer om deze en andere vragen te bespreken. Dat leidde tot een paar bijstellingen in de uitgangspunten en het proces, maar niet tot fundamentele wijzigingen. Partijen bleven, ook in tijden van corona, de meerwaarde zien van het helpen concretiseren en vergelijkbaar maken van hun plannen.
Maar er speelden ook praktische vraagstukken: zou het wel lukken om het proces volledig vanaf huis te draaien? Normaliter is het tijdens KiK een drukte van belang op kantoor, met speciale projectruimtes, veel intern overleg en een zogenoemde warroom om dagelijks de voortgang te monitoren. Maar dat bleek ook allemaal te kunnen: de warroom ging online, er kwam een dagelijks digitaal topoverleg om knopen door te hakken en ook de overleggen met politieke partijen konden via platforms zoals Webex plaatsvinden – het laten aanschuiven van een inhoudelijk expert bleek zelfs een stuk gemakkelijker te organiseren dan in de fysieke wereld.
Stelselherzieningen
Terug naar de inhoud. Naast de hierboven geconstateerde overeenkomsten waren er natuurlijk ook forse verschillen tussen partijen, bijvoorbeeld in de maatvoering: de ene partij verzwaart de lasten voor het bedrijfsleven met 3 miljard, de ander met 40 miljard euro. In de sociale zekerheid zit er ruim 25 miljard tussen de partij met hoogste uitgaven en die met de laagste uitgaven, in de zorg 14 miljard, bij defensie 10 miljard op een budget van nu 11 miljard euro. Er valt dus wat te kiezen, en er wordt gekozen, want saldobedragen verbergen vaak nog grote onderliggende verschuivingen. Toeslagen worden vervangen door fiscale heffingskortingen of directe financiering van collectieve voorzieningen (zoals kinderopvang) en zeker aan de lastenkant worden soms voor vele miljarden geschoven tussen fiscale regelingen. Veel partijen kiezen voor stelselherzieningen in de fiscaliteit, de sociale zekerheid en/of de zorg. Het CPB heeft eerder gewaarschuwd dat de effecten van dergelijke stelselherzieningen met meer dan normale onzekerheid omgeven zijn.
Kritiekpunt op de CPB-doorrekeningen is vaak dat die “alles platslaan”: politiek zou verworden tot een vorm van boekhouden. Als je kijkt naar deze editie van Keuzes in Kaart is dat moeilijk vol te houden. Vrijwel alle partijen kiezen voor extra publieke uitgaven die zich niet “terugverdienen” in economische groei of werkgelegenheid op de langere termijn, door te investeren in onderwijs, gezondheidszorg, infrastructuur en klimaat. En anders dan in het verleden wordt er nauwelijks gestuurd op verhoging van de structurele werkgelegenheid. De CPB-modellen zijn daarin dus niet leidend, en zo hoort het ook. Wel is het zo dat de doorrekening partijen helpt om de gevolgen van hun eigen beleidskeuzes te doorzien. Zeker bij een stapeling van maatregelen – we hebben er in totaal bijna 2000 doorgerekend – is niet altijd op voorhand duidelijk hoe ze doorwerken in bijvoorbeeld lasten, koopkracht en werkgelegenheid voor verschillende groepen. Dat geeft partijen de gelegenheid om bij te sturen als plannen naar verwachting toch anders uitpakken dan bedoeld.
Ingrijpende keuzes
Maar dat betekent dus niet dat partijen principiële en ingrijpende keuzes schuwen. Veel partijen sturen niet alleen bij, maar geven in zekere zin een “ruk aan het stuur”. Betekent dat een terugkeer naar de jaren zestig: de verbeelding aan de macht? Dat valt ook wel weer mee. Een veilige voorspelling is dat geen enkele partij straks 76 zetels of meer zal halen. Er zullen dus compromissen gesloten moeten worden. En beleid moet ook uitgevoerd kunnen worden; daar is het in het verleden nog wel eens misgegaan. Waarschijnlijk kan straks niet alles tegelijk. En een ruk aan het stuur is prima, zolang je maar niet verdwaalt – of ongelukken veroorzaakt. De navigatieapparatuur van het CPB kan daarbij helpen, maar partijen kiezen zelf de gewenste weg.
Pieter Hasekamp
- meer over Pieter
alle columns en artikelen
Recente CPB columns
- De les van de oliebollentest - Marielle Non
- Van wie is de ruimte? - Jeroen Hinloopen
- Kinderwetje uit 1874 nog steeds actueel - Frits Bos
alle columns en artikelen