Economische argumenten bij het voorontwerp auteurscontractenrecht
In de zomer van 2010 is een voorontwerp van wet gepubliceerd met betrekking tot het auteurs-contractenrecht. Het gaat hierbij om de rechten van natuurlijke makers ten opzichte van de exploitanten van het werk. Het uitgangspunt is de veronderstelde zwakke onderhandelingspositie van de auteurs en uitvoerende kunstenaars. Het doel van het voorontwerp is deze positie te versterken.
Het voorontwerp is in consultatie gegeven op het internet. Dat heeft tegenstrijdige reacties opgeleverd omtrent de te verwachten welvaartseffecten. Het Ministerie van Justitie heeft het Centraal Planbureau gevraagd om een opinie over de welvaartseffecten van het voorontwerp.
Deze notitie bespreekt een aantal welvaartseffecten die zouden kunnen optreden bij het in werking treden van de wetswijzigingen. Gezien de grote verscheidenheid aan makersgroepen en contractpraktijk, en het korte bestek van deze studie is er geen sprake van een integrale analyse; wel worden mogelijke bronnen van welvaartsverlies- of winst in kaart gebracht. Het relatieve belang van die welvaartseffecten, en dus ook het netto effect, zal voor verschillende typen auteurs en producten verschillend zijn maar kan in deze studie niet geduid worden. Er zal niet ingegaan worden op sectorale verschillen noch op de rol van de collectieve beheersorganisaties van de auteursrechten.
Verder beperkt deze analyse zich tot uitspraken over economische efficiëntie. Het wetsontwerp beoogt een andere verdeling van surplus tussen auteurs en exploitanten tot stand te brengen. De baten van die verdeling worden door de politiek bepaald. Hiertegenover staan wellicht kosten in de vorm van verminderde efficiëntie. We brengen hier verschillende mogelijke bronnen van zulke welvaartskosten in kaart.