CPB: Industrie groeit dit jaar vrijwel niet
De industriële productie zal in 2002 naar verwachting slechts met 0,25% kunnen toenemen. Volgend jaar kan deze groei aantrekken tot 1,75%. Dit betekent evenwel dat de industrie ook in 2003 zal achterblijven ten opzichte van de rest van de Nederlandse economie.
Dit schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen Centraal Economisch Plan 2002 (CEP). Op 2 april heeft het CPB al het eerste, samenvattende hoofdstuk van het CEP gepubliceerd, nog zonder bedrijfstakkenbeeld. Zie hiervoor het CPB persbericht van 2 mei 2002.
In het CEP gaat het CPB jaarlijks in op de ontwikkelingen in afzonderlijke bedrijfstakken. Het speciaal onderwerp van het CEP 2002 richt zich op de zakelijke dienstverlening en de productiviteitsagenda. De bijbehorende achtergrondstudie is al op 2 april gepubliceerd. Zie hiervoor het CPB persbericht van 2 mei 2002. Tegelijk met het CEP publiceert het CPB vandaag op zijn website (www.cpb.nl) een aantal 'CEP's op maat' voor de volgende bedrijfstakken:
De ontwikkelingen in de diverse bedrijfstakken lopen nogal uiteen, zoals blijkt uit de onderstaande cijfers voor de volumegroei van enkele bedrijfstakken in de marktsector (in procenten per jaar).
Industrie
2001: -1,0
2002: 0,25
2003: 1,75
Land-en tuinbouw
2001: -2,1
2002: 1,50
2003: 0
ICT-sector
2001: 4,6
2002: 3,50
2003: 5,75
Commerciële diensten
2001: 1,2
2002: 1,50
2003: 3
Marktsector als geheel
2001: 0,3
2002: 1
2003: 2,50
Industrie
Voor de industrie wordt voor dit jaar slechts een zeer beperkte productiegroei voorzien van 0,25%. Weliswaar verbetert de situatie in vergelijking met het afgelopen jaar, waarin de productie met 1% afnam. Pas volgend jaar zal naar verwachting een substantiële groei van het productievolume volgen, met 1,75%.
In de metalektro-industrie was de conjuncturele tegenwind vorig jaar het hardst, vooral door de wereldwijde vraaguitval naar ICT-producten. Het voor dit en komend jaar verwachte groeiherstel zal in deze bedrijfstak pas in 2003 leiden tot een toename van de productie. Verwacht wordt dat de vraag naar computerapparatuur weer zal aantrekken, evenals in een later stadium de vraag naar mobiele telefoons. De vraagontwikkeling zal echter minder onstuimig zijn dan in het recente verleden. Veel Nederlandse metaalbedrijven zullen prioriteit geven aan winstherstel en proberen hun marge te verbeteren. Naar verwachting zal dit leiden tot een verder verlies aan marktaandeel vanwege de scherpe concurrentie van buitenlandse producenten. Voor dit en volgend jaar wordt voor de metalektro een vermindering van de werkgelegenheid verwacht met in totaal circa 13 duizend voltijdsbanen. Door deze arbeidsuitstoot zal de arbeidsproductiviteit toenemen, maar vermoedelijk niet in die mate dat de stijging van de arbeidskosten geheel wordt gecompenseerd.
Omdat driekwart van de totale omzet van de chemische industrie wordt geëxporteerd, is deze bedrijfstak erg gevoelig voor veranderingen in de buitenlandse vraag. Dit jaar zal de productie in de chemie weer een lichte groei van 1,5% vertonen, na een lichte daling vorig jaar van 0,1%. Ondanks de matige groei van de wereldhandel zal de export van de basischemie weer kunnen toenemen door de start en uitbreiding van grootschalige productie-units in Rotterdam en Terneuzen. De capaciteitsuitbreidingen zetten de marges op petrochemicaliën en kunststoffen op de Europese markt onder druk. De afzet van eindproducten zoals geneesmiddelen en cosmetica zal dit jaar naar verwachting minder sterk stijgen doordat herstel van het consumentenvertrouwen nog uitblijft. In de raming voor volgend jaar verbetert het groeitempo verder naar 2,5% onder invloed van de aantrekkende wereldhandel. Ook de binnenlandse afzet, die voornamelijk bestaat uit halffabrikaten voor andere bedrijven, zal in 2003 verder toenemen. Daarbij zal de werkgelegenheid in de chemie naar verwachting enigszins verminderen.
De productie van de voedingsmiddelenindustrie kromp met 1,5% in 2001, vooral als gevolg van de MKZ-crisis. Voor dit jaar en volgend jaar voorziet het CPB bescheiden groeicijfers. De milieu- en quotumperikelen in de landbouw zullen voorlopig nog hun stempel drukken op die delen van de voedings- en genotmiddelenindustrie die Nederlandse grondstoffen verwerken, dan wel producten leveren aan de Nederlandse landbouw. De overige onderdelen van de voedings- en genotmiddelenindustrie kunnen weliswaar gemakkelijker groeien, maar de combinatie van marktverzadiging en bescheiden inkomensgroei in de meeste relevante afzetmarkten zorgen ervoor dat de groei in historisch perspectief beperkt zal blijven.
Land- en tuinbouw
De externe omstandigheden zijn niet erg gunstig voor een expansie van de landbouw. Milieumaatregelen, quotumregelingen en verzadigingsverschijnselen op belangrijke afzetmarkten bemoeilijken de groeimogelijkheden. De groeiverwachtingen voor dit jaar en volgend jaar weerspiegelen dit. Weliswaar wordt voor 2002 nog een groei van 1,5% geraamd, maar dit heeft vooral te maken met een opklimmen uit het MKZ-dal en de verwachte betere weersomstandigheden, met navenant hogere opbrengsten in de akkerbouw en de fruitteelt. Voor 2003 voorziet het CPB een stagnatie van de groei in de land- en tuinbouw. De verdere aanscherping van de mestmaatregelen leidt zowel dit jaar als volgend jaar tot een afname van het aantal dieren in de intensieve veehouderij, wat ook een negatief effect heeft op de groei van de landbouwsector.
ICT
Na een scherpe groeivertraging in 2001 loopt de groei van de Nederlandse ICT-sector in 2002 verder terug, tot naar verwachting 3,5%. Was vorig jaar ook de tegenvallende internationale conjunctuur nog een belangrijke oorzaak, dit jaar spelen vooral de verzadigingsverschijnselen bij sommige ICT-producten een rol. Pas in 2003 komt de groei weer boven de 5%. De ontwikkelingen in de ICT-branche zijn dan ook minder rooskleurig geworden dan voorheen, al groeit de bedrijfstak nog wel boven gemiddeld. De geraamde groei van de ICT-branche wordt gedragen door de telecomsector en de computerservicebedrijven. De productie van de ICT-industrie zal dit jaar naar verwachting nog blijven afnemen.
Na een scherpe terugval in 2001 van de productiestijging van computerservicebedrijven door een combinatie van factoren als economische vertraging, wegvallen van impulsen als de 'millenniumvraag' en marktverzadiging, zal de productiegroei dit jaar weer kunnen oplopen tot ongeveer 5,25% en volgend jaar tot bijna 8%. Het bedrijfsleven is nu wel veel terughoudender bij het opzetten van e-commerce activiteiten en bij het invoeren van nieuwe ICT-technieken. De hoge ICT-budgetten van de tweede helft van de jaren negentig zijn intussen drastisch teruggeschroefd. Doordat een snelle introductie van UMTS en een doorbraak van B2C e-commerce vooralsnog niet worden verwacht, krijgen de computerservicebedrijven op korte termijn geen extra impuls. Wel profiteren software- en beveiligingsbedrijven van de toegenomen aandacht voor beveiliging na de gebeurtenissen van 11 september vorig jaar. Daarnaast zet de trend van uitbesteding van ICT-activiteiten verder door.
Commerciële diensten
Ook de andere dienstverlenende sectoren profiteren dit jaar van het vraagherstel in binnen- en buitenland, met uitzondering van de uitzendbranche. Het aantal uitzenduren daalde fors in 2001, met name in de tweede helft van het jaar. Dit beïnvloedt het gemiddeld aantal uitzenduren in 2002 ook nog negatief. Omdat het conjunctuurherstel dit jaar nog bescheiden is, zal het uitzendwerk naar verwachting per saldo in 2002 verder krimpen (met -2,25% in het productievolume). Pas in 2003 zal de uitzendbranche kunnen profiteren van het conjunctuurherstel.
Voor dit jaar en volgend jaar wordt voor de horeca een gematigd herstel voorzien, zowel bij de consumptieve bestedingen als bij de zakelijke markt. Door het verder op de achtergrond raken van de aanslagen in de VS zal het grensoverschrijdende reisverkeer weer aantrekken en mogen weer meer toeristische bestedingen in Nederland worden verwacht.
Door de aanslagen in de VS zijn herverzekeraars terughoudender geworden in hun acceptatiebeleid. Daarom worden voor dit jaar weer forse premiestijgingen verwacht in de verzekeringsbranche. Voor het bankwezen voorziet het CPB na een aanzienlijke daling in 2001 van de provisie-inkomsten uit aandelen-emissies, effectenorders en zakelijk betalingsverkeer, een licht herstel in 2002, min of meer in lijn met de conjuncturele opleving.
Speciaal onderwerp: Zakelijke dienstverlening en de productiviteitsagenda
De bedrijfstak zakelijke dienstverlening is uitgegroeid tot een zwaargewicht in de Nederlandse economie. In werkgelegenheidstermen is de sector inmiddels groter dan de industrie. De zakelijke dienstverlening valt echter al jaren op door zijn zwakke productiviteitsgroei. Wanneer deze trends doorzetten, zou dit een rem kunnen gaan vormen op de macro-economische productiviteitsstijging en de toekomstige groei van de Nederlandse economie. Toch hoeft deze zogenoemde 'ziekte van Baumol' Nederland niet te treffen. De zakelijke dienstverlening mag dan zelf een zwakke productiviteitsontwikkeling kennen, de sector draagt wel voortdurend bij aan productiviteitsverbetering via haar klanten. Tenslotte zijn er diverse beleidsopties om de eigen productiviteitsgroei in de zakelijke dienstverlening te verhogen. Dat kan onder meer door het transparanter maken van de markten voor zakelijke diensten, door het 'uitlokken' van buitenlandse concurrentie, en door het via prikkels aanmoedigen van meer innovatieve inspanningen. Productiviteitsverbetering mag ook verwacht worden van maatregelen die zakelijke dienstverleners in staat stellen om meer schaalvoordelen en daarmee productiviteitswinst te behalen.
Hogere pensioenpremies vanwege gedaalde rendementen pensioenfondsen
Door tegenvallende beleggingsresultaten en forse loonstijgingen is de dekkingsgraad van pensioenfondsen in 2001 verder gedaald. Enerzijds heeft dit ertoe geleid dat enkele pensioenfondsen de ingegane pensioenen niet (of onvolledig) hebben aangepast aan de ontwikkeling van de lonen of prijzen. Anderzijds leidt dit tot een stijging van de pensioenpremies. De pensioenpremies bij de sector bedrijven stijgen in 2002 naar verwachting met 1%-punt. Bij de overheid stijgt de gemiddelde pensioenpremie zelfs met 1,75%-punt. Bij deze raming is onder meer gebruik gemaakt van een enquête onder de 100 grootste pensioenfondsen. Uit deze enquête komt een divers beeld naar voren. Bij de bedrijfstakpensioenfondsen (exclusief het ABP) stijgt de premie in doorsnee met 0,5%-punt. Bij de ondernemingspensioenfondsen neemt de gemiddelde premie toe van 3,25% van het bruto loon in 2001 naar 11,5% van het bruto loon in 2002. Dit komt onder meer door een bijzondere ontwikkeling bij drie ondernemingspensioenfondsen, waar in 2001 erg lage premies en/of grote premie-restituties werden betaald.