Juniraming 2021
CPB: gunstige vooruitzichten Nederlandse economie
Pieter Hasekamp, directeur CPB: “Wij maken een bijzondere crisis mee. Een crisis die gekenmerkt wordt door forse productiedalingen in specifieke sectoren, die echter krachtig herstel laten zien zodra de coronasituatie versoepelingen toelaat. Het steunbeleid heeft goed gewerkt om de effecten op arbeidsmarkt en productie te dempen en grote permanente schade te voorkomen. De Nederlandse economie staat er ondanks de coronapandemie relatief goed voor. Het herstelbeleid moet zich nu richten op het faciliteren van aanpassingen in de economie, ook in het perspectief van de langetermijnuitdagingen op het terrein van klimaat , onderwijs, wonen en de arbeidsmarkt.”
Basisraming | 2020 | 2021 | 2022 |
Krachtig herstel bbp-groei (% groei) | -3,7 | 3,2 | 3,3 |
Beperkte stijging werkloosheid (%) | 3,8 | 3,6 | 4,1 |
Inflatie loopt op (hicp, %) | 1,1 | 2,0 | 1,8 |
Volgend jaar daling statische koopkracht (% groei) | 2,5 | 0,6 | -0,3 |
Aflopen steun doet begrotingstekort in 2022 slinken (%bbp) | -4,3 | -5,9 | -1,5 |
Schuldquote daalt volgend jaar al (%bbp) | 54,5 | 58,0 | 56,3 |
Loonstijgingen
Loonstijgingen in nieuwe cao’s worden gedrukt doordat sommige bedrijven, met name in de dienstensector, nog een zwakke financiële positie kennen. Deze effecten houden tot in 2022 aan. Voor de marktsector valt de cao-loonstijging terug van 2,8% in 2020 naar 1,7% in 2021 en 1,8% in 2022. Daarmee blijft de cao-loonstijging in 2021 achter bij de prijsstijging. Bij ongewijzigd beleid daalt de koopkracht volgend jaar met 0,3%.
Overheidstekort
Het overheidstekort piekt dit jaar op bijna 6% bbp en neemt vervolgens - door het aflopen van steunmaatregelen en de groei van belastinginkomsten - af tot 1,5% bbp in 2022. De schuldquote neemt hierdoor volgend jaar af, met 1,7%-punt tot 56,3% bbp.
Onzekerheden
Het economisch herstel kan nog sterker uitkomen dan in de basisraming. Dit gebeurt als de spaarquote, het deel van het netto-inkomen dat wordt gespaard door huishoudens, afneemt in de richting van het oude niveau en de toename van de particuliere consumptie daardoor groter is. Aan de andere kant kan een nieuwe opleving van de pandemie niet worden uitgesloten: in dat geval zouden nieuwe contactbeperkingen het economisch herstel kunnen afremmen. In alle scenario’s is de ontwikkeling van de inflatie een onzekere factor.
Downloads
Fan Charts Juni 2021
De figuren tonen zogenaamde fan charts rondom de Juniraming-2021-puntvoorspelling voor bbp-groei, hicp-inflatie, werkloosheid en het feitelijk EMU-saldo.
De dikgedrukte lijn betreft de realisaties (2015-2020) en de Juniraming-2021-puntvoorspellingen voor 2021 en 2022. Rondom het centrale pad wordt een waaier van betrouwbaarheidsintervallen getoond:
- 30% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 35e t/m 65e percentiel, donkerblauw gebied
- 60% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 20e t/m 80e percentiel, donkerblauw + blauw gebied
- 90% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 5e t/m 95e percentiel, donkerblauw + blauw + lichtblauw gebied
De kans is dus 30% dat de uitkomst in het donkerblauwe gebied uitkomt en de kans is 10% dat de uitkomst buiten de waaier valt. Met andere woorden, de waaier is een grafische weergave van de waarschijnlijkheid van de verschillende uitkomsten. De dikgedrukte lijn geeft de meest waarschijnlijke uitkomst weer en uitkomsten zijn waarschijnlijker naarmate ze dichter bij de dikgedrukte lijn liggen.
Lees ook het bijbehorende CPB Achtergronddocument.
Downloads
Contactpersonen
Downloads
Kerngegevenstabel 2019-2022, juni 2021
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Relevant wereldhandelsvolume goederen en diensten (%) | 3,1 | -9,4 | 5,9 | 6,8 |
Concurrentenprijs (goederen en diensten, exclusief grond- en brandstoffen (%) | 3,9 | 0,4 | 1,9 | 1,2 |
Olieprijs (dollars per vat) | 64,3 | 41,8 | 64,4 | 62,4 |
Eurokoers (dollar per euro) | 1,12 | 1,14 | 1,21 | 1,21 |
Lange rente Nederland (niveau in %) | -0,1 | -0,4 | -0,3 | -0,1 |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Bruto binnenlands product (bbp, economische groei, %) | 1,7 | -3,7 | 3,2 | 3,3 |
Consumptie huishoudens (%) | 1,5 | -6,4 | 1,3 | 6,5 |
Consumptie overheid (%) | 1,6 | 1,1 | 6,0 | 0,5 |
Investeringen (inclusief voorraden, %) | 3,6 | -3,6 | 5,3 | 2,4 |
Uitvoer van goederen en diensten (%) | 2,7 | -4,3 | 4,9 | 4,5 |
Invoer van goederen en diensten (%) | 3,2 | -4,3 | 5,7 | 5,2 |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Prijs bruto binnenlands product (%) | 3,0 | 2,5 | 2,0 | 2,1 |
Uitvoerprijs goederen en diensten (exlusief energie, %) | 1,0 | -0,3 | 2,6 | 1,2 |
Prijs goedereninvoer (%) | -1,1 | -4,6 | 5,9 | 0,7 |
Inflatie (geharmoniseerde consumentenprijsindex, hicp, %) | 2,7 | 1,1 | 2,0 | 1,8 |
Loonvoet bedrijven (per uur, %) (a) | 2,4 | 7,6 | 0,7 | 0,2 |
Cao-loon bedrijven (%) | 2,4 | 2,8 | 1,8 | 1,8 |
Koopkracht, statisch, mediaan alle huishoudens (%) | 1,0 | 2,5 | 0,6 | -0,3 |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Beroepsbevolking (%) | 1,6 | 0,4 | 0,6 | 1,3 |
Werkzame beroepsbevolking (%) | 2,0 | 0,0 | 0,8 | 0,9 |
Werkloze beroepsbevolking (niveau in duizenden personen) | 314 | 357 | 340 | 390 |
Werkloze beroepsbevolking (niveau in % beroepsbevolking) | 3,4 | 3,8 | 3,6 | 4,1 |
Werkgelegenheid (in uren, %) | 2,2 | -3,4 | 2,0 | 2,4 |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Arbeidsinkomensquote bedrijven (niveau in %) | 74,0 | 74,7 | 73,6 | 75,0 |
Arbeidsproductiviteit bedrijven (per uur, %) | -0,5 | -0,1 | 1,4 | 0,8 |
Individuele spaarquote (niveau in % beschikbaar inkomen) | 3,1 | 9,0 | 11,3 | 6,4 |
Saldo lopende rekening (niveau in % bbp) | 9,9 | 7,8 | 8,8 | 8,7 |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
EMU-saldo (% bbp) | 1,7 | -4,3 | -5,9 | -1,5 |
EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp) | 48,7 | 54,5 | 58,0 | 56,3 |
Collectieve lasten (% bbp) | 39,3 | 39,7 | 39,0 | 38,5 |
Bruto collectieve uitgaven (% bbp) | 42,4 | 48,5 | 49,3 | 44,4 |
Aanvullende kerngegevens 2019-2022
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Bruto investeringen bedrijvensector (exclusief woningen, %) | 6,9 | -6,5 | 6,4 | 4,0 |
Investeringen bedrijven in woningen (%) | 1,6 | -1,6 | 0,7 | 1,2 |
Uitvoer van binnenslands geproduceerde goederen (exclusief energie, %) | -3,2 | -2,5 | 6,3 | 2,6 |
Wederuitvoer goederen (exclusief energie, %) | 6,9 | 0,2 | 8,1 | 3,2 |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Nationale consumenten prijsindex (cpi, %) | 2,6 | 1,3 | 2,0 | 1,8 |
Afgeleide nationale consumentenprijsindex (cpi, %) | 1,6 | 1,2 | 1,9 | 1,7 |
Loonvoet sector overheid (%) (b) | 2,2 | 4,3 | 2,4 | 1,7 |
Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (%) (b) | 2,5 | 4,0 | 1,9 | 1,4 |
Prijs materiële overheidsconsumptie (imoc, %) | 2,5 | 3,0 | 2,4 | 2,0 |
Prijs intermediair verbruik (%) | 2,8 | 2,6 | 2,2 | 2,5 |
Prijs bruto overheidsinvesteringen (iboi, %) | 2,4 | 3,4 | 2,6 | 2,4 |
Prijs nationale bestedingen (%) | 2,8 | 2,4 | 2,2 | 2,2 |
Prijs toegevoegde waarde bedrijven (%) | 2,6 | 2,9 | 1,6 | 1,9 |
Cao-loon marktsector (%) | 2,3 | 2,8 | 1,7 | 1,8 |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Bruto binnenlands product (bbp, in miljarden euro's) | 810,2 | 799,5 | 842,1 | 887,8 |
Bevolking (in duizenden personen) | 17282 | 17408 | 17470 | 17545 |
Beroepsbevolking (in duizenden personen) | 9267 | 9308 | 9365 | 9490 |
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie (in duizenden personen) | 349 | 400 | 375 | 425 |
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie (in % beroepsbevolking) | 4,3 | 4,8 | 4,5 | 5,0 |
Bruto modaal inkomen (euro) | 35000 | 36500 | 37000 | 38000 |
EMU-saldo structureel (EC-methode, % bbp) | 0,8 | -1,9 | -4,6 | -1,5 |
(a) De loonkostensubsidie NOW, en de continuïteitsbijdrage in de zorg, hebben een opwaarts effect op de loonvoetmutatie bedrijven in 2020 van 3,4%-punt en een neerwaarts effect van 1,1%-punt in 2021 en 1,9%-punt in 2022.
(b) De sluiting van delen van de overheid, in combinatie met doorbetaling van salarissen, en de loonkostensubsidie NOW hebben een opwaarts effect op de mutatie in 2020 van 0,2%-punt. In 2021 en 2022 is er een neerwaarts effect van 0,1%-punt.