21 april 2023
CPB Column - Pieter Hasekamp

Geloofwaardig beleid kan niet zonder commitment

Photo of Pieter Hasekamp
Tijdsinconsistentie. De kans is groot dat veel lezers het begrip, afkomstig uit de economische literatuur, niet kennen. Maar u heeft er wel dagelijks mee te maken. Kort samengevat: het goede voornemen van gisteren – morgen stop ik met roken/drinken/roze koeken eten – blijkt vandaag minder aantrekkelijk en komt daarom niet tot uitvoering. Dat probleem speelt in de thuissituatie, maar ook bij het overheidsbeleid. Een paar voorbeelden uit het financieel-economische domein: bij de volgende crisis moeten rijke rekeninghouders en crediteuren van noodlijdende banken meebetalen aan de noodzakelijke redding; eurolanden die zich niet aan de begrotingsregels houden, worden beboet; noodsteun voor bedrijven moet zo snel mogelijk worden afgebouwd.
Pieter Hasekamp
directeur bij het Centraal Planbureau
Photo of Pieter Hasekamp

Tja. Niets zo permanent als een tijdelijke regeling, luidt het gezegde in Den Haag. En: regeren is vooruitschuiven. Dat is een probleem, omdat noodzakelijke hervormingen en beleidsaanpassingen telkens worden uitgesteld. En het probleem wordt vergroot doordat economische actoren – banken, beleggers, bedrijven – verwachten dat de overheid zich toch niet aan de eigen voornemens houdt. Het beleid werkt alleen als het geloofwaardig is, maar gebrek aan geloofwaardigheid leidt tot gebroken beloftes en is daarmee zelfbevestigend.

Binden

Kan de overheid ontsnappen aan dit geloofwaardigheidsprobleem? De klassieke oplossing is jezelf binden, zoals Odysseus zichzelf aan de mast vastbond om niet te bezwijken voor de verlokkingen van de Sirenen. De overheid heeft verschillende methoden om zich te committeren: kabinetsafspraken in de vorm van een coalitieakkoord of begrotingsregels, wetgeving en verdragen. Probleem daarbij is dat als puntje bij paaltje komt begrotingsregels genegeerd kunnen worden en wetten gewijzigd, iets wat we met de coronasteunpakketten voortdurend hebben gezien. Ook verplichte evaluatiebepalingen, zoals die tegenwoordig van kracht zijn bij fiscale regelingen, werken onvoldoende. De bedrijfsopvolgingsregeling, de innovatiebox, het verlaagde btw-tarief: ondanks negatieve evaluaties zijn ze nog niet aangepast, laat staan afgeschaft.

Een andere manier voor de overheid om zich te binden is het creëren van onafhankelijke instituties met een specifieke taak. Centrale banken bijvoorbeeld zijn onafhankelijk van de politiek, juist omdat de kerntaak – het bestrijden van inflatie – zo kwetsbaar is voor tijdsinconsistentie. Het verhogen van de rente brengt in potentie immers forse maatschappelijke kosten met zich mee. De enige waarborg voor het toch doorvoeren van een noodzakelijke renteverhoging is dan de aanwezigheid van een onafhankelijke centrale bank die inflatiebestrijding als hoofdtaak heeft. Op begrotingsterrein ontbreekt zo’n onafhankelijke autoriteit – precies de reden dat de handhaving van de Europese begrotingsregels moeizaam verloopt.

Verantwoordelijkheden

Toch is onafhankelijkheid niet zaligmakend. We zien het op dit moment: markten, maar ook nationale overheden, grijpen elke strohalm aan om te beargumenteren dat verdere renteverhoging niet nodig is. En een centrale bank, zoals elke institutie, opereert niet in het luchtledige. Heel concreet kan de kerntaak van inflatiebestrijding botsen met andere verantwoordelijkheden: het borgen van de stabiliteit van het financiële stelsel, bijvoorbeeld. De Amerikaanse centrale bank heeft daarom recent toch maar de portemonnee getrokken toen een aantal middelgrote banken in de problemen kwam. En wat doet de Europese Centrale Bank als de renteverschillen binnen de eurozone oplopen, waardoor zowel overheden als banken die veel overheidsschuld op de balans hebben in de problemen kunnen komen?

Verstandig

Het is daarom van belang om onafhankelijke instituties te ondersteunen door niet alleen de overheid, maar ook andere economische actoren te committeren aan verstandig beleid. Dat kan bijvoorbeeld door het opbouwen van buffers verplicht te stellen. In het geval van banken gaat het dan om hogere kapitaaleisen, zodat verliezen op illiquide activa door het eigen vermogen kunnen worden opgevangen. Ook andere regels kunnen helpen: zo zou er een maximum gesteld kunnen worden aan de mate waarin banken ‘eigen’ overheidsschuld op de balans mogen hebben. Buffers én regels zijn niet gratis – het aanhouden van ‘dood geld’ is in zekere zin vergelijkbaar met het betalen van een verzekeringspremie. Maar het alternatief is ongeloofwaardig beleid en een economie van uitgestelde keuzes.

Pieter Hasekamp

Dit essay van Pieter Hasekamp is op vrijdag 21 april 2023 ook gepubliceerd op de opiniepagina van Het Financieele Dagblad.

alle columns en artikelen

Pieter Hasekamp

directeur bij het Centraal Planbureau

Neem contact op

Lees meer over