‘Banken wachten echt op onze handelscijfers’
Bekijk de meest recente versie van de Wereldhandelsmonitor (WTM).
Is het tijdstip zo belangrijk?
We zijn het verplicht. Het is een contractuele afspraak met onze afnemer, de Europese Commissie. In het verleden had het CPB niet echt een vast tijdstip voor de publicatie. Waren we snel klaar, dan verschenen de cijfers eerder op de website. Dat was niet prettig voor journalisten en bedrijven. Ook een bank vroeg om voorspelbaarheid. Ze wilde op een vast moment met een team klaar zitten om de cijfers te analyseren.
Waar wordt de monitor voor gebruikt?
De productie- en handelscijfers geven een goede indicatie van de stand van de economie. Zelf gebruikt het CPB de wereldhandelsmonitor om te zien hoe de buitenlandse vraag naar Nederlandse producten zich ontwikkelt. Ook benutten we de cijfers voor onze voorspellingen van de wereldhandel. Voor landen over de hele wereld zeggen de cijfers iets over de buitenlandse vraag naar goederen uit hun land.
De WTM is verder een bron van informatie over de ontwikkeling van de conjunctuur: voor internationale instellingen, maar ook voor bedrijven zoals banken, vermogensbeheerders en transportbedrijven. Zo zijn onze cijfers input voor voorspellingen door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD), de Europese Commissie en diverse centrale banken.
Interessant is dat je rond de kredietcrisis een sterk terugvallende groei van de wereldhandel zag. Later bleek het een vroege aanwijzing voor de grote recessie. En handelsdata hebben voordelen boven cijfers over de groei van het bbp. We hebben ze sneller en frequenter.
Volgens de Europese Centrale Bank hebben ontwikkelingen in de maakindustrie een grote invloed op de wereldhandel. Dat komt doordat deze sector verantwoordelijk is voor meer dan de helft van de import wereldwijd. Vandaar dat we behalve handels- ook productiecijfers verstrekken.
Leveren andere instanties ook cijfers?
Het CPB verstrekt als enige in de wereld op maandbasis een samenhangend geheel van handelsvolumes over praktisch de hele wereld. Andere instellingen komen met kwartaalgegevens. Zo publiceert de OECD handelsvolumes op kwartaalbasis voor de OECD-landen en een paar andere grote economieën. Het IMF voorziet alleen in wereldhandelsvolumes per jaar.
Hoe komt het CPB aan de cijfers?
We tappen af en combineren gegevens. Zoals de maandcijfers van de OECD over de handel van alle grote economieën. Voor landen in de Europese Unie gebruiken we de data van Eurostat. Voor bijvoorbeeld de VS en Japan beschikken we over hun eigen nationale bronnen. Met behulp van informatie over wisselkoersen zetten wij alle cijfers om in US dollars. Cijfers over de waarde van de handel zijn het breedst beschikbaar. Het lastige is om die bedragen vervolgens om te rekenen naar volumeontwikkelingen. Dat doen we door verschillende bronnen te combineren. Als je weet wat de prijsontwikkeling was, kun je de waarde omrekenen naar volume.
De cijfers over de industriële productie komen weer van andere instellingen. Dat varieert van het Internationale Energie Agentschap tot het nationaal statistisch bureau voor Wit-Rusland. We gebruiken vervolgens een uitgebreid rekenmodel. Met al die cijfers en landen is het samenvoegen monnikenwerk. Gelukkig doet de computer dat voor ons.
Hoe actueel is de monitor?
Het CPB presenteert de cijfers steeds met een vertraging van krap 2 maanden: in november verschijnen de gegevens over september. We willen weten wat er nú aan de hand is. Maar onze databronnen zijn niet direct beschikbaar op de dag nadat een maand is afgelopen. We gebruiken steeds de meest recente cijfers. En we komen daarmee als eerste. De WTM geeft een blik op het verleden, maar zo dicht mogelijk bij het nu als we kunnen komen.