Stabiele markups in Nederland
Als wij voor Nederland dezelfde benadering volgen om de markups te schatten voor alle bedrijven in de niet-financiële marksector, vinden wij vrij stabiele markups in Nederland in de periode 2006-2016. De Loecker en Eeckhout (2017) vinden dat de (omzetgewogen) markup in de Verenigde Staten flink is gestegen tussen 1980 en 2016 (van 1.18 naar 1.67) en dat deze stijging wordt gedreven door grote bedrijven met hoge markups. Zij laten zien dat de stijging van de vaste kosten niet de drijvende oorzaak is maar dat de hogere markups leiden tot extra winsten. Dit heeft geleid tot een discussie over de stijgende marktmacht van grote bedrijven, eerst in de Verenigde Staten en later in Europa.
Downloads
Wij volgen de productiefunctie-benadering om de markups te analyseren. Voor een bedrijf dat kosten minimaliseert kan eenvoudig afgeleid worden dat de markup gelijk is aan de verhouding van de outputelasticiteit en het kostenaandeel van een vrije input. Voor een vrije input geldt dat het volume veranderd kan worden zonder enige aanpassingskosten. Het kostenaandeel kan berekend worden met balansdata maar de outputelasticiteit moet worden afgeleid uit de schatting van een productiefunctie. Deze schatten we met een structurele functie uitgedrukt in toegevoegde waarde en we gebruiken tijdelijke contracturen als vrije input. Onze bevindingen zijn robuust voor een alternatieve aanpak, waarin een functie uitgedrukt in bruto-output is gespecificeerd en materialen worden gekozen als vrije input. Ten slotte laten we zien dat het foutief uitbreiden van de vrije variabele met vaste contracturen resulteert in een stijgende markup.