Concept CEP 2018 (cCEP), raming voor 2018 en 2019
Nederlandse economie overtreft die van eurozone
Met de laatste twee factoren onderscheidt Nederland zich van het buitenland. In de raming is rekening gehouden met een mild Brexit-scenario waarin een handelsovereenkomst wordt bereikt. De schadelijke gevolgen voor de economie kunnen sterk oplopen bij een chaotische Brexit of bij een tegenvallend onderhandelingsresultaat.
2017 | 2018 | 2019 | |
Bruto binnenlands product groeit door | 3,1 | 3,2 | 2,7 |
Inflatie (hicp) stijgt | 1,3 | 1,6 | 2,3 |
Mediane statische koopkracht (%) stijgt in 2019 | 0,3 | 0,6 | 1,6 |
Daling werkloze beroepsbevolking (%) houdt aan | 4,9 | 3,9 | 3,5 |
EMU-saldo verbetert niet t.o.v. 2017 | 1,1 | 0,7 | 0,9 |
Gestage daling EMU-schuld (ultimo jaar) | 56 | 52,1 | 48,4 |
De werkloosheid daalt nu snel, naar 3,9% dit jaar en 3,5% in 2019. De krachtige werkgelegenheidsgroei absorbeert met gemak de nieuwe toetreders tot de arbeidsmarkt. Bedrijven bieden vaker een vast arbeidscontract en betalen hogere lonen om mensen te kunnen aantrekken of te behouden. Door de stijgende arbeidskosten en de verhoging van het lage btw-tarief stijgt de inflatie in 2019 naar 2,3%. Door hogere lonen en lastenverlichting verbetert de mediane koopkracht in 2019 niettemin met 1,6%.
Het overheidssaldo verbetert niet ondanks dat de economie op stoom is. Vorig jaar bedroeg het overschot 1,1% van het bbp; dit jaar komt dat uit op 0,7% en volgend jaar op 0,9%. De toch al florissante economie wordt verder gestimuleerd via intensiveringen in onderwijs en defensie en door stijgende zorguitgaven.
Het CPB vraagt naast de nieuwste economische cijfers aandacht voor de beperkingen in de koopkrachtplaatjes. Statische koopkrachtplaatjes geven inzicht wat economie en beleid op hoofdlijnen voor mensen betekenen, maar zijn minder geschikt voor een vertaling naar de privé portemonnee waarschuwt het CPB. Met beleid kan de spreiding in de inkomensverdeling worden omgebogen, maar het sturen op precieze cijfers achter de komma gaat voorbij aan de onzekerheid die onlosmakelijk verbonden is met ramen. Op 22 maart verschijnt het volledige Centraal Economisch Plan 2018. De vandaag gepresenteerde cijfers komen daarin ongewijzigd terug.
Bekijk de uitleg over de koopkracht: Koopkracht in Beeld
De mondiale economie bloeit, maar kent ook risico’s. In zowel 2018 als 2019 groeit de wereldeconomie met 3,9% en trekt de wereldhandel aan met 4,4% per jaar. De groei is breed gedragen. Het Verenigd Koninkrijk blijft achter bij de eurozone. Het lage pond tast de koopkracht van Britse huishoudens aan en onzekerheid over de Brexit ontmoedigt investeringen. Maar ook de eurozone kent kwetsbaarheden, zoals een aantal zwakke banken, beperkte beleidsruimte voor de ECB bij een nieuwe schok en politieke onzekerheden. Ondanks neerwaartse risico’s – ook buiten Europa – zijn er geen concrete aanwijzingen voor een omslagpunt in de wereldwijde economische groei.
Downloads
De Nederlandse arbeidsmarkt verkrapt. De werkloosheid daalt in 2019 naar het laagste niveau sinds 2001: 3,5%. De krachtige werkgelegenheidsgroei absorbeert met gemak het stijgende arbeidsaanbod. Bedrijven bieden vaker een vast arbeidscontract en gaan hogere lonen betalen om mensen te kunnen aantrekken of te behouden. Door de stijgende arbeidskosten en verhoging van het lage btw-tarief stijgt de inflatie in 2019 naar 2,3%. De mediane statische koopkracht stijgt in 2019 door diverse fiscale maatregelen met 1,6%; een verbetering ten opzichte van de 0,6% in 2018.
Het begrotingssaldo verbetert niet ondanks de hoogconjunctuur. Eerder ingezet beleid, hogere zorguitgaven en intensiveringen in onderwijs en defensie doen de overheidsbestedingen groeien met 3,5% in 2018 en 2,4% in 2019. De belastingopbrengsten stijgen weliswaar, maar per saldo wordt de economie verder gestimuleerd. Na 1,1% bbp in 2017 bedragen de begrotingsoverschotten in 2018 en 2019 0,7% bbp en 0,9% bbp. Toekomstige besluitvorming rondom de gaswinning uit het Groningerveld heeft ongunstige gevolgen voor de overheidsfinanciën en de economische groei – gezien de onzekerheden is dit nog niet in deze raming verwerkt.
Statische koopkrachtplaatjes geven inzicht in de effecten van economie en beleid, maar zijn minder geschikt voor een vertaling naar de privéportemonnee. Met beleid kan de spreiding in de inkomensverdeling worden omgebogen, maar het sturen op precieze cijfers achter de komma gaat voorbij aan de onzekerheid die onlosmakelijk is verbonden aan het maken van een raming.
Fan Charts CEP 2018
De figuren tonen zogenaamde fan charts rondom de CEP2018-puntvoorspelling voor bbp-groei, hicp-inflatie, werkloosheid en het feitelijk EMU-saldo.
De dikgedrukte lijn betreft de realisaties (2013-2017) en de CEP2018-puntvoorspellingen voor 2018 en 2019. Rondom het centrale pad wordt een waaier van betrouwbaarheidsintervallen getoond:
- 30% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 35e t/m 65e percentiel, donkerblauw gebied
- 60% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 20e t/m 80e percentiel, donkerblauw + blauw gebied
- 90% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 5e t/m 95e percentiel, donkerblauw + blauw + lichtblauw gebied
De kans is dus 30% dat de uitkomst in het donkerblauwe gebied uitkomt en de kans is 10% dat de uitkomst buiten de waaier valt. Met andere woorden, de waaier is een grafische weergave van de waarschijnlijkheid van de verschillende uitkomsten. De dikgedrukte lijn geeft de meest waarschijnlijke uitkomst weer en uitkomsten zijn waarschijnlijker naarmate ze dichter bij de dikgedrukte lijn liggen.
Lees ook het bijbehorende CPB Achtergronddocument.
Downloads
Economische groei in Nederland, 2008-2019
Downloads
Kerngegevenstabel 2016-2019, 6 maart 2018 (a)
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
Relevant wereldhandelsvolume goederen en diensten (%) | 4,0 | 4,7 | 4,4 | 4,4 |
Concurrentenprijs (goederen en diensten, exclusief grond- en brandstoffen (%) | -3,6 | 1,6 | -0,2 | 1,1 |
Olieprijs (dollars per vat) | 43,5 | 54,0 | 67,7 | 63,6 |
Eurokoers (dollar per euro) | 1,11 | 1,13 | 1,22 | 1,22 |
Lange rente Nederland (niveau in %) | 0,3 | 0,5 | 0,7 | 0,9 |
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
Bruto binnenlands product (bbp, economische groei, %) | 2,2 | 3,1 | 3,2 | 2,7 |
Consumptie huishoudens (%) | 1,6 | 1,8 | 2,1 | 2,5 |
Consumptie overheid (%) | 1,2 | 0,9 | 3,0 | 2,4 |
Investeringen (inclusief voorraden, %) | 3,1 | 5,0 | 6,0 | 4,2 |
Uitvoer van goederen en diensten (%) | 4,3 | 5,5 | 4,9 | 4,6 |
Invoer van goederen en diensten (%) | 4,1 | 4,9 | 5,1 | 5,2 |
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
Prijs bruto binnenlands product (%) | 0,6 | 1,3 | 1,8 | 2,4 |
Uitvoerprijs goederen en diensten (exlusief energie, %) | -0,9 | 1,9 | 0,6 | 1,4 |
Prijs goedereninvoer (%) | -4,4 | 4,5 | 1,0 | 0,3 |
Inflatie (geharmoniseerde consumentenprijsindex, hicp, %) | 0,1 | 1,3 | 1,6 | 2,3 |
Loonvoet bedrijven (per uur, %) | 0,6 | 1,5 | 2,9 | 4,0 |
Contractloon bedrijven (%) | 1,5 | 1,6 | 2,2 | 3,2 |
Koopkracht, statisch, mediaan, alle huishoudens (%) | 2,6 | 0,3 | 0,6 | 1,6 |
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
Beroepsbevolking (%) | 0,4 | 0,8 | 1,0 | 1,0 |
Werkzame beroepsbevolking (%) | 1,3 | 2,1 | 2,0 | 1,5 |
Werkloze beroepsbevolking (in duizend personen) | 538 | 438 | 355 | 320 |
Werkloze beroepsbevolking (niveau in % beroepsbevolking) | 6,0 | 4,9 | 3,9 | 3,5 |
Werkgelegenheid (in uren, %) | 2,0 | 1,7 | 1,9 | 1,5 |
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
Arbeidsinkomensquote bedrijven (niveau in %) (a) | 72,9 | 71,8 | 71,7 | 72,5 |
Arbeidsproductiviteit bedrijven (per uur, %) | 0,4 | 1,6 | 1,4 | 1,3 |
Individuele spaarquote (niveau in % beschikbaar inkomen) | 0,3 | -0,3 | 0,0 | 0,2 |
Saldo lopende rekening (niveau in % bbp) | 8,7 | 9,5 | 9,4 | 9,2 |
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
EMU-saldo (% bbp) | 0,4 | 1,1 | 0,7 | 0,9 |
EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp) | 61,8 | 56,0 | 52,1 | 48,4 |
Collectieve lasten (% bbp) | 38,8 | 38,9 | 38,9 | 39,1 |
Bruto collectieve uitgaven (% bbp) | 43,8 | 43,1 | 42,6 | 42,2 |
Aanvullende kerngegevens 2016-2019
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
Bruto investeringen bedrijvensector (exclusief woningen %) | 3,0 | 4,8 | 4,6 | 3,8 |
Investeringen bedrijven in woningen (%) | 19,0 | 13,0 | 8,9 | 5,9 |
Uitvoer van binnenslands geproduceerde goederen (exclusief energie, %) | 4,4 | 5,7 | 4,4 | 4,0 |
Wederuitvoer goederen (exclusief energie, %) | 5,9 | 8,3 | 6,6 | 6,3 |
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
Nationale consumenten prijsindex (cpi, %) | 0,3 | 1,4 | 1,6 | 2,4 |
Afgeleide nationale consumentenprijsindex (cpi, %) | 0,3 | 1,4 | 1,6 | 1,9 |
Loonvoet sector overheid (%) | 1,6 | 2,9 | 3,0 | 3,5 |
Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (%) | 1,8 | 3,0 | 2,5 | 3,0 |
Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc, %) | 0,8 | 1,0 | 1,6 | 1,4 |
Prijs intermediair verbruik (%) | 0,7 | 1,8 | 1,9 | 2,1 |
Prijs bruto overheidsinvesteringen (iboi, %) | 0,3 | 1,1 | 1,5 | 1,9 |
Prijs nationale bestedingen (%) | 0,5 | 1,5 | 1,9 | 2,4 |
Prijs toegevoegde waarde bedrijven (%) | 0,2 | 1,5 | 1,8 | 1,6 |
Contractloon marktsector (%) | 1,5 | 1,6 | 2,2 | 3,2 |
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
Bruto binnenlands product (bbp, in miljarden euro's) | 702,6 | 734,0 | 771,5 | 811,0 |
Bevolking (in duizenden personen) | 17030 | 17132 | 17220 | 17300 |
Beroepsbevolking (in duizenden personen) | 8942 | 9017 | 9110 | 9200 |
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie (in duizenden personen) | 581 | 471 | 385 | 350 |
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie niveau, % beroepsbevolking) | 7,3 | 5,9 | 4,8 | 4,3 |
Bruto modaal inkomen (euro) | 33500 | 34000 | 35000 | 36000 |
(a) Het CPB gebruikt met ingang van de MEV 2018 een nieuwe berekening van de arbeidsinkomensquote (AIQ). Deze nieuwe berekeningswijze houdt beter rekening met het arbeidsinkomen van zelfstandigen en sluit daarom beter aan bij de huidige economische realiteit. Hierover is een gezamenlijke notitie van het CBS, CPB en DNB met meer toelichting beschikbaar.