Vrijwillig uit de auto: gedragsbeïnvloeding in de werkgerelateerde mobiliteit
Gedragscampagnes veelbelovend voor minder autogebruik
Forensen vormen een interessante doelgroep. Zij gaan vaak op de automatische piloot met de auto, ook al zou een ander vervoermiddel inmiddels beter bij hen passen. Informatiecampagnes, gratis ov-kaarten en persoonlijke feedback werken het beste bij mensen die net zijn verhuisd of een kind hebben gekregen. Zij staan immers al open voor nieuwe reisgewoontes.
De resultaten van het Low Car Diet zijn spectaculair, maar niet een-op-een te vertalen naar de gemiddelde forens. Vooral duurzame bedrijven en betrokken werknemers deden mee. Het programma is een jaarlijkse mobiliteitswedstrijd, waarin deelnemers een maand lang zo duurzaam mogelijk proberen te reizen.
Wetenschappelijk onderzoek uit het buitenland laat zien dat gedragsprogramma’s in de helft van de gevallen geen effect hebben, maar in de andere helft het autogebruik flink verlagen, tot 20%. Het CPB doet aanbevelingen over hoe wetenschappelijk de effectiviteit van het Low Car Diet op grote schaal kan worden vastgesteld. Die vertaalslag is mogelijk als de deelnemers een dwarsdoorsnede van de bevolking vormen.
Gedragsinterventies als het LCD kunnen een kansrijke methode zijn voor de vermindering van werkgerelateerd autogebruik. Om aan te tonen of zulke interventies ook op grote schaal effect sorteren, zijn experimenten nodig die meer vanuit een wetenschappelijk oogpunt zijn ontworpen.
Resultaten van bestaande, goed onderbouwde studies naar gedragsverandering en mobiliteit lopen sterk uiteen. Een ruime helft van deze studies rapporteert ‘geen effect’ op het autogebruik, de rest laat juist zeer grote effecten zien (tot 20% afname). De grote kans op ‘geen effect’ kunnen we niet meteen relateren aan een bepaalde vormgeving van een interventie.
We achten het mogelijk dat goed vormgegeven gedragsinterventies een aantal procenten vermindering van het autogebruik kunnen bereiken. Dat lijkt misschien klein, maar gedragsinterventies lijken relatief goedkoop te implementeren.
Uit de analyse van twee edities van het programma LCD blijkt dat het programma binnen het woon-werkverkeer een structurele, significante afname van rond de 35% teweegbracht in het aantal autokilometers. Voor het zakelijke verkeer was de spreiding van het aantal kilometers te groot om hierover een betrouwbare uitspraak te kunnen doen.
De resultaten van LCD zijn echter niet te generaliseren naar grotere populaties. De deelnemersgroep is niet representatief voor de gemiddelde forens, net als in veel studies uit de literatuur. Dit leidt naar verwachting tot een sterke overschatting van het effect dat het programma op de gemiddelde automobilist zou hebben.
Deugdelijk onderzoek naar de effecten van LCD en soortgelijke interventies is zinvol. Effecten van een aantal procenten op het autogebruik behoren namelijk tot de mogelijkheden. Als blijkt dat programma’s als het LCD effectief zijn, kunnen daarna vervolgstappen worden overwogen, zoals het breder inzetten van zulke gedragsprogramma’s.