28 september 2006
Second opinion KBA aanvullende OV-alternatieven Zuiderzeelijn
De CPB beoordeling van twee aanvullende OV varianten voor de Zuiderzeelijn leidt in grote lijnen tot hetzelfde oordeel als een second opinion over eerder onderzochte alternatieven.
Meer specifiek zijn er kanttekeningen te plaatsen bij het in termen van beslisonzekerheden relatief hoge risicoprofiel van de HST-3 en bij de betrouwbaarheid van de vervoersbaten in het alternatief HZL+160 Noordlink. Dit alternatief roept ook nog de vraag op naar additionele baten versus kosten van nieuwe investeringen in de voorgestelde afsnijdingen. De aanvullende alternatieven zijn berekend in een beleidsomgeving zonder beprijzing van het wegverkeer. Ondanks de kanttekeningen concludeert het CPB dat bij deze KBA de methodieken van de OEIleidraad correct zijn toegepast.
Downloads
Engels, Pdf, 33.4 KB