Rondetafelgesprek Hoogwaterbescherming: CPB bijdrage over maatschappelijke kosten-batenanalyse
Het CPB heeft aan de basis gestaan van de methode die in de MKBA is gebruikt om de economisch optimale toetsnormen voor waterveiligheid te bepalen. Op verzoek van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft het CPB een second opinion gegeven op de MKBA WV21 (CPB Notitie, 31 aug 2011).
Het rondetafelgesprek Hoogwaterbescherming wordt op 20 maart 2012 georganiseerd door de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De belangrijkste conclusies zijn:
1. Vanuit economisch perspectief is het overstappen op een overstromingskansnorm de belangrijkste verbetering van het huidige stelsel.
Toelichting: Een overstromingskansnorm zorgt ervoor dat alle mogelijke oorzaken voor het falen van waterkeringen (lees: het doorbreken van dijken) worden bekeken. De huidige overschrijdingkansnorm kijkt vooral naar één oorzaak namelijk het over de dijk heenslaan (overschrijden) van water.
2. Een toetsnorm mag beslist niet worden gebruikt als ontwerpnorm. Efficiënt investeren, zoals beoogd in de MKBA-berekeningen, houdt bijna altijd in dat bij een verbetering veel verder wordt gegaan dan de toetsnorm.
Toelichting: Efficiënte ontwerpen van waterkeringen gaan minimaal een factor 3 tot 5 verder dan de toetsnorm. Zowel bij verwoording in de wetteksten als bij financiering van maatregelen dient te worden voorkomen dat er obstakels (kunnen) worden opgeworpen voor efficiënte ontwerpen.
3. Het nieuwe (derde) Hoogwaterbeschermingsprogramma zal een forse investering vergen. Het gelijktijdig betrekken van de nieuwe veiligheidsnormen bij dit programma lijkt logisch.
Toelichting: Indien de nieuwe normen strenger worden (méér veiligheid), is het goedkoper om in een keer de aanpassing te plegen dan in twee keer. Als de MKBA WV21 voor bepaalde dijkringen een lagere veiligheid voorstelt, dan kan aan deze dijkringen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma mogelijk een minder hoge prioriteit worden gegeven.