Keuzes in Kaart 2013-2017, Een analyse van tien verkiezingsprogramma’s op bereikbaarheidseffecten
Het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) hebben in het rapport ‘Keuzes in Kaart 2013-2017’ de verkiezingsprogramma’s van tien politieke partijen doorgerekend op dertien thema’s. De doorrekening door de planbureaus is een bijzonder project waarin in korte tijd duizenden maatregelen van een tiental politieke partijen op zeer verschillende terreinen op hun effecten worden doorgerekend. Op basis van tussentijdse resultaten passen partijen hun maatregelen bovendien nog veelvuldig aan. Toch moet in het eindresultaat alles consistent zijn.
Bereikbaarheid is er daar één van de dertien thema’s. De analyses rond dit thema zijn gezamenlijk uitgevoerd door PBL en CPB. Dit paper gaat in op welke verschillende politieke keuzes de partijen ten aanzien van bereikbaarheid hebben gemaakt, op welke wijze de planbureaus dit hebben geanalyseerd en tot welke resultaten dit heeft geleid. Het effect van het partijprogramma wordt vergeleken met het ‘basispad’, het verwachte beeld voor 2020 uitgaande van uitvoering van het Begrotingsakkoord 2013 (het ‘Lenteakkoord)’.
De keuzes van partijen ten aanzien van mobiliteit en bereikbaarheid werken in de eerste plaats door in financiële indicatoren als overheidstekort, door de omvang van de infrastructuuruitgaven, de fiscale omgang met woon-werkverkeer en de te verwachten accijnsinkomsten. De meeste partijen bezuinigen op de uitgaven aan infrastructuur. Anderzijds leidt de keuze van veel partijen om de ´forensentaks´ te schrappen ook lagere belastinginkomsten. Daarnaast zijn er bereikbaarheidseffecten in die worden beschreven aan de hand van vijf indicatoren: autogebruik, ov-gebruik, files, reistijdbaten en welvaartseffect vraaguitval/extra gebruik.
Veel partijen kozen voor het weer onbelast maken van woon-werkvergoedingen. Dat leidt op termijn tot meer mobiliteit en tot 10 a 15% meer files, maar een kilometerheffing heeft op deze indicatoren een veel groter effect. Daarmee vergeleken heeft meer of minder uitgeven aan infrastructuur het minste effect.
Ondanks grote verschillen in de effecten op auto-, ov-gebruik en files liggen de bereikbaarheidsbaten die de partijen realiseren in 2020 dicht bij elkaar. Tegenover de positieve reistijdbaten door het afnemen van de filedruk staat welvaartsverlies als gevolg van de afname van het autogebruik, en vice versa. Bovendien bezuinigen partijen met een kilometerheffing veelal ook op de aanleg van weginfrastructuur.