5 oktober 2006

The impact of competition on productive efficiency in European railways

Concurrentie kan spoor efficiënter maken

Persbericht
Deze conclusies trekken de onderzoekers Mark Lijesen, Gert-Jan Driessen en Machiel Mulder van het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen Discussion Paper 'The impact of competition on productive efficiency in European railways'.

De auteurs vergelijken de productiviteit tussen spoorwegsystemen in Europese landen en verklaren de verschillen aan de hand van de wijze waarop de markt voor spoorvervoer is ingericht. In verschillende Europese landen wordt momenteel nagedacht over de meest wenselijke inrichting van de markt voor spoorvervoer. In Nederland worden in de komende jaren de eerder gemaakte keuzen op dit gebied geëvalueerd.

Aanbesteding leidt tot efficiëntie

Spoorsystemen in landen waar (een deel van) het spoorvervoer is aanbesteed, kennen gemiddeld een hoger productiviteitsniveau dan in landen waar dat niet of nauwelijks het geval is. Bij aanbesteding van spoorconcessies concurreren bedrijven om het recht om op bepaalde trajecten voor een bepaalde periode het spoorvervoer uit te mogen voeren. De concurrentiestrijd om die concessies prikkelt bedrijven om hun efficiëntie te verhogen.

Vrije toegang minder efficiënt

Bij een tweede vorm van concurrentie, die in sommige Europese landen wordt toegepast, krijgen bedrijven vrij toegang krijgen om treindiensten uit te voeren. Dit kan juist leiden tot een lagere efficiëntie. Hoewel ook hier prikkels zijn om efficiënter te opereren, daalt de productiviteit. Mogelijke oorzaken hiervoor zijn ten eerste een lagere gemiddelde bezettingsgraad en ten tweede de kosten die verbonden zijn aan het onderling afstemmen van dienstregelingen en aan het toewijzen van capaciteit aan individuele aanbieders.

Voorzichtig met autonomie voor spoorbedrijven

In landen waar het management van de spoorwegonderneming onafhankelijk is van de overheid, ligt de productiviteit van het spoorsysteem gemiddeld lager. Autonomie voor het management kan ertoe leiden dat andere doelstellingen dan de doelstellingen van de overheid de boventoon gaan voeren, zoals het maximeren van de bedrijfsomvang. Wanneer daar geen concurrentie of effectieve regulering tegenover staat, vermindert dat de prikkels om efficiënt te werken.

We gebruiken Data Envelopment Analysis (DEA)  om efficiëntiescores te bepalen, en verklaren die scores vervolgens uit variabelen die de institutionele vormgeving weergeven. Uit  onze analyse komt naar voren dat concurrentie om het spoor, door aanbesteding, leidt tot een hoger efficiëntieniveau. Concurrentie op het spoor, door de toegang vrij te geven, leidt daarentegen tot een afname van de efficiëntie.

Een mogelijke reden hiervoor is dat vrije toegang ten koste van economies of density gaat. Tot slot concluderen we dat meer autonomie voor het management van spoorondernemingen ten koste gaat van de efficiëntie. Spoorwegondernemingen zijn veelal staatsbedrijven die niet hoeven te concurreren. Autonomie voor het management zonder concurrentie of effectieve regulering kan ten kosten gaan van de prikkels om efficiënt te werken.

Auteurs

Gertjan Driessen
Mark Lijesen
Machiel Mulder