Het voorzorgsmotief en de vermogensopbouw van gezinnen
Tegenstrijdige resultaten zijn verschenen in de literatuur. Dit heeft te maken met twee verschillende benaderingen van inkomensonzekerheid: zoals consumenten die zelf ervaren, of via de variatie van huishoudinkomen over de tijd gemeten.
Wij laten in onze studie zien dat, als men ook de onzekerheid van de tweede verdiener in het gezin meeneemt, de resultaten via deze twee benaderingen ongeveer aan elkaar gelijk zijn. Enerzijds zijn besparingen uit voorzorg ongeveer gelijk aan 30% van het opgebouwde vermogen, anderzijds is het feit dat wij convergerende resultaten vinden, niet persé een indicatie dat de vraag over het belang van deze besparingen is beantwoord. Men moet zowel landspecifieke institutionele prikkels, alsook de verschillende maatstaven van vermogensopbouw in acht nemen.