17 februari 2004

Een nieuwe WTO-ronde voor diensten: mogelijke effecten voor Nederland

Nederlandse diensteneconomie verwacht kleine positieve effecten van huidige WTO-onderhandelingen

Persbericht
Liberalisering van de internationale handel in diensten is een belangrijk onderwerp van de lopende WTO-onderhandelingsronde (Doha-ronde) die eind 2004 afgerond zou moeten worden. De Nederlandse economie is grotendeels op diensten gebaseerd, zodat de uitkomsten van groot belang kunnen zijn voor ons land.

Op basis van de onderhandelingsvoorstellen die nu op tafel liggen, verwacht het Centraal Planbureau slechts kleine positieve effecten voor Nederland.

Dit concluderen Henk Kox en Arjan Lejour van het Centraal Planbureau in het vandaag verschenen CPB Document 'Een nieuwe WTO-ronde voor diensten: Mogelijke effecten voor Nederland'. De WTO-onderhandelingen over de dienstenhandel zullen niet voor het einde van dit jaar zijn afgerond. Wat het uiteindelijke resultaat zal zijn, is uiteraard nog niet bekend. Deze studie vergelijkt de onderhandelingsvoorstellen en leidt daaruit af welk onderhandelingsresultaat in 2005 maximaal haalbaar zou kunnen zijn. Vervolgens wordt door middel van scenarioanalyse en simulaties onderzocht wat dit onderhandelingsresultaat voor de Nederlandse economie kan inhouden. Daarbij ligt de nadruk op de gevolgen voor de grensoverschrijdende dienstenhandel en voor de buitenlandse investeringen in diensten.

Het positieve effect van de huidige onderhandelingsronde is klein in verhouding tot de totale omvang van de dienstensector in Nederland (netto productie circa 180 miljard euro). Hiervoor zijn twee redenen aan te voeren.
De eerste reden is dat, zeker na de mislukte ministersconferentie in Cancún, van de huidige onderhandelingen geen grote doorbraken te verwachten zijn. Een deel van de voorstellen legt slechts liberalisaties vast die in de praktijk na de vorige WTO-ronde in 1995 al gerealiseerd zijn en dus geen extra markttoegang geven. De sectoren met de beste vooruitzichten voor verdere liberalisering zijn de sectoren zakelijke en financiële diensten, post, telecommunicatie en transport.
Een tweede reden is dat deze onderhandelingen slechts een klein deel van de Nederlandse dienstenhandel zullen beïnvloeden. De interne dienstenmarkt tussen de EU-lidstaten onderling is meer geliberaliseerd dan die tussen de EU en haar handelspartners. De liberalisatievoorstellen in deze WTO-ronde hebben dan ook alleen betrekking op de handel in diensten met landen buiten de EU. Tweederde deel van de Nederlandse export en import van diensten is echter bestemd voor of afkomstig uit de andere EU-landen.

De mogelijke effecten van de huidige onderhandelingen in diensten voor Nederland laten zich als volgt samenvatten:

  • Nederland heeft ten opzichte van veel onderhandelingspartners al een relatief open diensteneconomie. De belangrijkste welvaartswinst voor Nederland als gevolg van de General Agreement on Trade in Services (GATS) bestaat eruit dat andere landen de toegangsdrempels tot hun markten verlagen. We verwachten dat de Nederlandse export van diensten stijgt met ongeveer 0,8 miljard euro.
  • Deze toename van de export treedt vooral op in de zakelijke dienstverlening en het transport. Voor de transportsector heeft de studie uitsluitend de gevolgen van de dienstenonderhandelingen geanalyseerd. Wanneer echter uit de Doha-ronde ook belangrijke doorbraken komen op gebied van landbouw en goederen, zal dit leiden tot meer wereldhandel en daarmee automatisch tot verdere positieve effecten voor de transportsector.
  • Vrijere toegang tot buitenlandse dienstenmarkten zal leiden tot meer directe Nederlandse investeringen op die markten. Ook zal een verschuiving optreden van export naar directe investeringen. Dat vermindert het positieve exporteffect voor Nederland en daarmee het effect op productie en werkgelegenheid. Nederlandse dienstenondernemingen zullen de buitenlandse markten vooral bedienen door middel van dochterbedrijven in die landen, in plaats van via export vanuit Nederland.
  • Als gevolg van vrijere markttoegang zullen de prijzen van ingevoerde diensten dalen. We schatten de prijsdaling op maximaal drie procent, terwijl het invoervolume met zes procent toeneemt. Per saldo leidt dat tot een waardetoename van de diensteninvoer met ongeveer 0,4 miljard euro. In de financiële diensten zullen Nederlandse ondernemingen mogelijk enig marktaandeel verliezen aan buitenlandse concurrenten die een sterke concurrentiepositie hebben.
  • Meer buitenlandse dienstenondernemingen zullen in Nederland investeren. Samen met de toegenomen diensteninvoer zal deze toename van de buitenlandse concurrentie leiden tot een lichte binnenlandse prijsdaling voor diensten, van maximaal een half procent. Dat is vooral gunstig voor de binnenlandse consumenten en voor bedrijven die diensten inkopen.
  • Nederlandse diensteninvesteringen in het buitenland groeien sterker dan de buitenlandse diensteninvesteringen in Nederland. Dat komt vooral doordat de Nederlandse markt al relatief sterk geliberaliseerd is.

De genoemde effecten zijn de maximaal te verwachten uitkomsten van de huidige onderhandelingsronde. Deze ronde vormt slechts een bescheiden stap op weg naar verdere liberalisatie. Verscheidene internationale studies wijzen erop dat voor de Nederlandse, de West-Europese en de mondiale economie nog belangrijke welvaartswinsten mogelijk zijn door vrijere toegang tot nationale dienstenmarkten. De nieuwe CPB-studie geeft aan dat de toekomstige WTO-rondes over diensten waarschijnlijk wel steeds complexer zullen worden. Dat komt doordat het afschaffen van handelsbarrières voor diensten vaak direct raakt aan het binnenlandse beleid van landen (bijvoorbeeld op het gebied van consumentenbescherming). Gelet op zulke complicaties kunnen toekomstige WTO-onderhandelingsrondes over diensten alleen slagen door een goede voorbereiding.

Contactpersonen

Lees ook het bijbehorende persbericht.

De studie leidt af welk onderhandelingsresultaat in 2005 waarschijnlijk maximaal haalbaar is door de onderhandelingsvoorstellen te vergelijken.

Vervolgens wordt door middel van scenarioanalyse en modelsimulaties onderzocht wat dit onderhandelingsresultaat voor de Nederlandse economie kan betekenen. De bevinding is dat de effecten van de huidige GATS-onderhandelingsronde voor Nederland bescheiden zullen zijn: een kleine stijging van dienstenimport en export en een lichte daling van dienstenprijzen. Verder verwachten we een toename van de directe buitenlandse investeringen, deels ten koste van de grensoverschrijdende handel in diensten.

Andere studies wijzen erop dat Nederland veel baat kan hebben bij verdere liberalisering van de mondiale dienstenhandel na 2005. De studie geeft een analysekader voor verdere liberalisatie van de handel in diensten.

Auteurs

Lees meer over