Een macro-economische analyse van het rendement op publieke kennisinvesteringen
Macro-economische waarde van wetenschap moeilijk kwantificeerbaar
Lees ook het bijbehorende CPB Discussion Paper 313.
Dat concludeert het Centraal Planbureau in een studie die op verzoek van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is uitgevoerd. Aanleiding voor dit verzoek was een verkenningsrapport van de KNAW-commissie ‘Waarde van Wetenschap’ uit 2013, waarin het belang van beter inzicht in de relatie tussen wetenschap en economische groei werd benadrukt. Het CPB-onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met KNAW-commissielid professor Bart Verspagen (Universiteit Maastricht).
Op basis van macro-economische analyses is het moeilijk om algemene uitspraken te doen over de invloed van investeringen in wetenschap op economische groei en productiviteit. De geschatte rendementen laten geen eenduidig beeld zien en liggen in een bandbreedte die varieert van (sterk) negatief tot positief.
De rendementen lijken sterk afhankelijk van de nationale context, waarin ook het overheidsbeleid een belangrijke rol speelt. Wetenschappelijk onderzoek is zeer divers en overheidsmiddelen kunnen worden besteed aan uiteenlopende disciplines, onderzoekstypen of beleidsinstrumenten. Het totale rendement is niet alleen afhankelijk van de hoeveelheid middelen die geïnvesteerd wordt, maar ook van de mate waarin deze middelen efficiënt worden ingezet en de wijze waarop de publieke wetenschapsinvesteringen ingebed zijn in de bredere economische structuur.
De studie analyseert het effect van investeringen in wetenschap door te zoeken naar macro-economische statistische verbanden tussen economische groei en publieke uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling. Het gaat om een groep hoogontwikkelde landen (waaronder Nederland) in de periode 1963-2011.
Het onderzoek beperkt zich, in lijn met de KNAW-verkenning, tot de economische waarde van wetenschap in termen van het bruto binnenlands product en/of de productiviteit. Wetenschap kan ook via andere kanalen bijdragen aan de maatschappelijke welvaart. Deze bredere maatschappelijke waarde van wetenschap maakt geen onderdeel uit van de analyse.
Lees ook het bijbehorende persbericht.
De KNAW-commissie ‘Waarde van Wetenschap’ heeft in 2013 een verkenningsrapport uitgebracht over de economische waarde van wetenschap (‘Publieke Kennisinvesteringen en de Waarde van Wetenschap’). In dit rapport wordt het belang van meer inzicht in de economische effecten van publiek gefinancierde wetenschap naar voren gebracht. Naar aanleiding hiervan heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) verzocht om een onderzoek naar de relatie tussen wetenschap en economische groei op basis van een macro-economische analyse. Deze CPB Notitie rapporteert over dit onderzoek, dat door het Centraal Planbureau (CPB) in samenwerking met KNAW-commissielid Bart Verspagen (UNU-MERIT, Universiteit Maastricht) is uitgevoerd. De belangrijkste resultaten zijn:
- Op basis van macro-economische analyses is het moeilijk om universele conclusies te trekken over de effecten van publieke investeringen in onderzoek en ontwikkeling (O&O) op economische groei. De geschatte rendementen op publieke O&O-investeringen laten geen eenduidig beeld zien.
- De schattingen suggereren dat publieke O&O-investeringen niet automatisch tot een hogere economische groei leiden. Het economische rendement op publieke O&O-investeringen lijkt afhankelijk van de specifieke nationale context.
De structuur van deze notitie is als volgt. Paragraaf 2 bespreekt de economische rol van publiek gefinancierde wetenschap. Paragraaf 3 presenteert de data en methoden. Paragraaf 4 vat de resultaten samen en in paragraaf 5 worden enkele aanbevelingen gedaan voor verder onderzoek naar de economische effecten van wetenschapsbeleid.
Voor een uitgebreide technische verantwoording en presentatie van de econometrische analyses verwijzen wij naar CPB Discussion Paper 313.