De duur van Nederlandse exportrelaties: een onderscheid naar bedrijfs-, bestemmings- en productkenmerken
De export is een onlosmakelijk deel van de Nederlandse economie, maar dat geldt niet voor handelsrelaties van individuele bedrijven. Veel van deze exportrelaties, gespecificeerd naar product en bestemming, duren niet langer dan één of twee jaar. Dan lijken exportrelaties een kostenpost, omdat markttoegang in andere landen gepaard gaat met vaste kosten voor bedrijven gelieerd aan de verkenning van buitenlandse markten, mogelijke distributienetwerken, nieuwe klantencontacten en de nieuwe regels en instituties op andere markten. Omdat deze kosten niet direct terugverdiend worden, is het belangrijk voor de winstgevendheid dat de exportrelatie duurzaam is. Dan kunnen de vaste kosten van markttoegang over een aantal jaren worden goedgemaakt. Dat geldt ook voor exportpromotie van de overheid. Het is weinig zinvol een handelsrelatie te stimuleren als deze na één of twee jaar niet meer bestaat. Het is effectiever de inzet te richten op handelsrelaties die potentieel duurzaam zijn.
Dit onderzoek maakt gebruik van Nederlandse transactiedata over de internationale handel om karakteristieken te identificeren die deze duur beïnvloeden. De data zijn afkomstig van het CBS en onderscheiden exportproducten en bestemmingen van bedrijven tussen 2002 en 2008. Een handelsrelatie wordt in de analyse gespecificeerd als de export van een bedrijf met een bepaald product naar een bestemming.
Als eerste concluderen we dat de handelsrelaties van bestaande exporteurs de handelsgroei drijven van jaar tot jaar, maar dat na zes jaar nieuwe handelsrelaties toch ongeveer vijftig procent van de Nederlandse exportwaarde genereren. Elk jaar is veertig procent van de handelsrelaties nieuw, maar slechts vijfentwintig procent van hen overleeft na twee jaar.
We onderscheiden handelsrelaties van nieuwe exporterende bedrijven en van gevestigde bedrijven die nieuwe producten, naar nieuwe markten, nieuwe producten naar nieuwe markten of nieuwe combinaties van bestaande producten en bestaande markten exporteren. De schattingen van de hazard- rate-modellen tonen aan dat nieuwe handelsbetrekkingen door nieuwe exporterende bedrijven, of bestaande ondernemingen naar nieuwe markten, ongeveer vijftien procent hogere overlevingskansen hebben. Het EU-lidmaatschap van de exportmarkt verhoogt de overlevingskans zelfs met veertig procent.
De eerste verkopen zijn ook een goede indicator voor de duur van de handelsrelatie. Relaties met een gemiddelde initiële exportwaarde van € 50.000 overleven niet, terwijl die met een initiële waarde van € 200.000 ten minste een paar jaar bestaan. De export van homogene goederen, zoals olie, staal en graan, heeft een hogere initiële handelswaarde en deze relaties bestaan langer. De overlevingskans is ongeveer tien procent hoger dan voor gedifferentieerde goederen. Naarmate een handelsrelatie langer bestaat, wordt de kans ook steeds kleiner dat deze beëindigd wordt.
Zie ook: De Economist, juni 2015, Volume 163, Issue 2, pp 155-176