20 april 2012

Bankliquiditeit in competitieve markten

In CPB Discussion Paper 209 onderzoeken we de prikkels voor banken om liquide middelen aan te houden wanneer ze voor hun behoefte aan liquiditeit terecht kunnen bij een interbancaire markt. We beschouwen een model waarin banken van elkaar kunnen lenen, maar niet van outsiders. De totale voorraad aan liquiditeit is dan endogeen.
No title

We laten zien dat er twee evenwichten kunnen bestaan, afhankelijk van de kans op een liquiditeitscrisis en de grootte van de fricties in de interbancaire markt. In het ene evenwicht houden alle banken eenzelfde hoeveelheid liquiditeit aan. Wanneer de kans op een crisis of de fricties in het interbancair leenverkeer voldoende klein zijn, treedt een scheiding op: sommige instellingen specialiseren in het aanhouden van liquide middelen om systeemschokken op te kunnen vangen, terwijl andere specialiseren in het aangaan van illiquide langetermijn leningen. In beide evenwichten is de totale hoeveelheid aangehouden liquiditeit te klein als gevolg van de fricties in de markt. Minimum liquiditeitvereisten zijn alleen welvaartsverhogend in het eerste, symmetrische geval. Liquiditeitverschaffing in een crisis door een centrale bank leidt tot volledige verdringing van private liquiditeit in het tweede, asymmetrische evenwicht.

Downloads

Auteurs

Michiel Bijlsma
Andrei Dubovik
Gijsbert Zwart