15 december 2009

Decemberraming CPB: Economie veert op

In 2010 veert de Nederlandse economie op, met een geraamde economische groei van 1½%. Dit jaar krimpt de economie naar verwachting met 4%, hoofdzakelijk als gevolg van een scherp terugvallende uitvoer.

De groeiraming voor de Nederlandse economie in 2009 en 2010 komt overeen met die voor het gehele eurogebied. Het economisch beeld is op bijna alle fronten naar boven bijgesteld ten opzichte van de raming ten tijde van Prinsjesdag. De risico's en onzekerheden bij de raming blijven echter onverminderd groot.

Dit zijn de belangrijkste uitkomsten van de Decemberraming. De toelichting op deze ramingen is vandaag gepubliceerd in het decembernummer van de CPB Nieuwsbrief. Het Centraal Planbureau (CPB) presenteert hierin prognoses voor de Nederlandse economie in de jaren 2009 en 2010. Andere artikelen in deze CPB Nieuwsbrief gaan over de wereldhandelsmonitor van het CPB, protectionisme en openbaarvervoerverbindingen tussen Amsterdam en Almere.

Economie in rijke regio's leeft op
In het eurogebied, de Verenigde Staten en Japan is het bbp in het derde kwartaal toegenomen ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Het herstel wordt gedreven door de uitzonderlijk krachtige budgettaire stimuleringsmaatregelen, het zeer ruime monetaire beleid, de verbetering van de situatie op de financiële markten en een positieve impuls van de voorraadvorming bij bedrijven. Voorlopende indicatoren wijzen op het doorzetten van het herstel in het vierde kwartaal. De geraamde bbp-groei in het eurogebied bedraagt in 2010 1½%.

Onrust op financiële markten verder afgenomen
In maart 2009 kwam een einde aan de extreem hachelijke periode op de financiële markten die op 15 september 2008 begon met het faillissement van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers. De daling van de renteverschillen tussen bedrijfs- en overheidsobligaties zette de afgelopen maanden door, wat duidt op afgenomen onzekerheid. Van een normale situatie is echter nog geen sprake, daarom blijven de onzekerheden rondom de raming groot. Hernieuwde onrust op de financiële markten, bijvoorbeeld doordat beleggers vrezen dat een land als Griekenland problemen krijgt om zijn betalingsverplichtingen na te komen, is niet uitgesloten.

Nederlandse economie krabbelt uit dal
De productie in Nederland neemt sinds het derde kwartaal van dit jaar weer toe, na krimp in de vier voorgaande kwartalen. Naar het zich laat aanzien blijft er gedurende de rest van de ramingsperiode (2009 en 2010) sprake van economische groei. De realisatiecijfers voor het derde kwartaal waren beter dan verwacht ten tijde van de Macro Economische Verkenning 2010. Samen met het verbeterende internationale economische klimaat heeft dat tot gevolg dat de economische vooruitzichten voor de Nederlandse economie, met name voor komend jaar, opwaarts zijn bijgesteld. De klap van begin 2009 is daarmee echter nog lang niet ongedaan gemaakt.

Werkloosheid neemt volgend jaar verder toe...
Toen de productie vanaf het derde kwartaal van 2008 begon af te nemen, nam in veel sectoren ook de behoefte van bedrijven aan (nieuw) personeel af. Dit werd direct zichtbaar in de forse daling van het aantal vacatures. Sinds begin 2009 loopt ook de werkgelegenheid in de marktsector sterk terug. Gemeten in arbeidsjaren bedraagt de daling dit jaar naar verwachting 2¾%. Volgend jaar is de afname, met ongeveer 3½%, nog groter. Gemiddeld werken er in de marktsector komend jaar ruim 250 000 personen minder dan vorig jaar. De stijging van de werkloosheid blijft hierbij achter, doordat de werkgelegenheid in de zorg gestaag blijft stijgen en doordat bepaalde groepen besluiten zich niet aan te bieden of zich terug te trekken van de arbeidsmarkt: jongeren studeren langer door, vrouwen stellen herintreding uit en ouderen stoppen eerder met werken. Ook de deeltijd-ww heeft een drukkend effect op de werkloosheid, zij het dat dit effect veel geringer is dan in bijvoorbeeld Duitsland. Naar verwachting komt de werkloosheid in 2009 uit op gemiddeld 5%, om volgend jaar op te lopen tot gemiddeld 6½%.

...maar oploop valt gezien de omstandigheden mee
Tijdens de conjuncturele dip van 2002 en 2003 liep de werkloosheid in twee jaar tijd met ongeveer 2%-punt op, bij een cumulatieve productiegroei van 0,4%. Ondanks de aanzienlijk ongunstigere ontwikkeling van de productie is de toename van de werkloosheid gedurende de huidige situatie van laagconjunctuur, van 3,9% in 2008 tot 6½% in 2010, naar verwachting min of meer vergelijkbaar. De oploop van de werkloosheid is dan ook aanmerkelijk kleiner dan eerder werd voorzien, wat voor 2009 voornamelijk kan worden toegeschreven aan de verdeling van de bestaande hoeveelheid werk over meer personen. Voor 2010 zijn het vooral de verbeterde economische vooruitzichten en een hogere winstgevendheid in het bedrijfsleven die leiden tot een geringere stijging van de werkloosheid. In de CPB Nieuwsbrief wordt uitgebreider ingegaan op de neerwaartse bijstelling van de werkloosheidsraming.

Uitvoer trekt de kar, consumenten blijven voorzichtig
Zoals gebruikelijk vormt ook deze keer het herstel van de uitvoer de aanleiding voor de conjuncturele opleving van de economie. De geraamde bbp-groei van 1½% in 2010 komt volledig voor rekening van de uitvoer. De uitvoer van goederen volgt min of meer het patroon van de wereldhandel. Na een geraamde afname van 9½% dit jaar, volgt in 2010 een groei van de uitvoer van goederen van 6%. In beide jaren presteert de wederuitvoer iets beter dan de binnenslands geproduceerde uitvoer. Naar verwachting daalt de consumptie van huishoudens in 2009 met 2½%. In 2010 blijft de gezinsconsumptie naar verwachting vrijwel stabiel (+¼%). De ontwikkeling van de reële inkomens en vermogens geeft aanleiding tot een beperkte stijging, maar dit wordt gecompenseerd door het nog altijd lage consumentenvertrouwen, wat consumenten voorzichtig maakt met uitgeven. Het consumentenvertrouwen zit sinds voorjaar van 2009 wel in de lift, waardoor gezinnen hun besparingen in 2010 niet nóg verder opvoeren.

Inflatie blijft laag
De geraamde inflatie bedraagt dit jaar 1¼%, een halvering vergeleken met vorig jaar. Dit komt door de, ten opzichte van 2008, gedaalde olie- en gasprijzen en de huidige laagconjunctuur. Komend jaar hebben de energieprijzen weliswaar een opwaarts effect op de inflatie, maar dit wordt ruimschoots gecompenseerd door aanzienlijke lagere arbeidskosten per eenheid product, waardoor ook dan de stijging van het algemeen prijspeil beperkt is: 1%. De gemiddelde contractloonstijging komt in 2009 uit op zo'n 3%. Volgend jaar zal de gemiddelde contractloonstijging, met naar verwachting 1¼%, meer in lijn met de inflatie zijn. Bijgevolg neemt de gemiddeld koopkracht in 2010 licht af (-¼%), nadat deze in 2009 nog met 1¾% is toegenomen.

Overheid: automatische stabilisatoren aan het werk
De daling van de consumptieve bestedingen dit jaar leidt tot lagere btw-opbrengsten voor de schatkist. Evenzeer verminderen de ontvangsten uit loon- en inkomstenbelasting vanwege de afnemende werkgelegenheid. De uitgaven van de overheid nemen juist toe, vooral doordat het aantal uitkeringsgerechtigden stijgt. Het volledig laten werken van deze mechanismen, de zogeheten automatische stabilisatoren, geeft een impuls aan de economie, maar creëert ook een tekort op de begroting. Het EMU-saldo bedraagt in 2009 naar verwachting -4,6% bbp en verslechtert volgend jaar verder tot -5,8% bbp. In combinatie met de ingrepen in de financiële sector zorgen deze negatieve saldi ervoor dat de overheidsschuld oploopt van 45% bbp in 2007 tot naar verwachting 67% bbp in 2010.